Informatie

• Lees de hele instructie door voordat u met de montage begint.

• Opmerkingen en waarschuwingsteksten zijn bedoeld voor uw veiligheid en om de kans op defecten bij montage te beperken.

• Controleer voordat u met de montage begint of alle gereedschappen die in de instructie staan beschikbaar zijn.

• Bepaalde stappen in de instructie worden uitsluitend met afbeeldingen gepresenteerd. Bij meer gecompliceerde stappen staat ook een verklarende tekst.

• Bij eventuele problemen met de instructie of het accessoire kunt u contact opnemen met uw lokale Volvo-dealer.

Er kunnen onderdelen in de accessoiresset zitten die bij deze montage niet worden gebruikt.

Kleurensymboliek

1. Wordt gebruikt voor het benadrukte onderdeel, dat onderdeel waarmee iets gedaan moet worden.

2. Worden gebruikt als extra kleuren als je meer onderdelen wilt laten zien of onderscheiden.

3. Wordt gebruikt voor bevestigingselementen die gedemonteerd/gemonteerd moeten worden. Het kan gaan om schroeven, klemmen, connectoren e.d.

4. Wordt gebruikt als het onderdeel niet helemaal van de auto wordt verwijderd maar aan de kant blijft hangen.

5. Worden gebruikt voor standaardgereedschap en speciaal gereedschap.

6. Wordt gebruikt als achtergrondkleur van auto-onderdelen.

Verwijderen

Zet de contactsleutel in stand 0.

Open de motorkap.

Verwijder de schroeven.

Verwijder de moer.

Buig het binnenspatbord opzij.

Montage van accessoires

Reinig het oppervlak op de bumpermantel.

Tape gebruiken

Alle voertuigen

NB! Let erop dat de beschermkap in de juiste richting is gekeerd.

Verwijderen

Breng de auto omhoog.

1. Verwijder de clips.

2. Verwijder de schroeven.

Draai de slangklem los.

Verwijder de schroef.

Verwijder de moer.

Maak de vergrendeling los.

Draai de slangklem los.

Draai de slangklem los.

Zet een opvangbak onder de auto.

Tap de koelvloeistof af.

Montage van accessoires

Bevestig de schroef.

Bevestig de clip/clips.

Haal de kabelstroppen aan.

Bevestig de clip/clips.

Haal de kabelstroppen aan.

Haal de kabelstrop aan.

Haal de kabelstrop aan.

Sluit de connector aan.

Bevestig de borging.

Bevestig de clip/clips.

Haal de kabelstrop aan.

Bevestig de clip/clips.

Haal de kabelstrop aan.

Verwijder eventuele overlengte.

Met de grijze kabelstrop vastzetten.

Bevestig de clip/clips.

Met de grijze kabelstrop vastzetten.

Verwijderen

Maak de vergrendeling los.

Maak de clip los.

Het onderdeel mag niet opnieuw worden gebruikt.

Montage van accessoires

Monteer het onderdeel uit de accessoiresset.

De moer monteren.

Aanhaalmoment: M8 , 24 Nm

Monteer het onderdeel uit de accessoiresset.

Bevestig de schroef.

Aanhaalmoment: M6 , 10 Nm

Haal de slangklem aan.

De moer monteren.

Aanhaalmoment: M8 , 24 Nm

Bevestig de clip/clips.

Bevestig de clip/clips.

Haal de kabelstrop aan.

Haal de slangklem aan.

Smeer de O-ring in.

Gebruiken: 1161427, Laagtemperatuurvet

Sluit de connector aan.

Bevestig de borging.

Monteren

Vul koelvloeistof bij en laat de motor warmdraaien.

Ontlucht het koelsysteem en controleer op lekkage.

Indien nodig het koelsysteem bijvullen.

Plaats de losgemaakte onderdelen in omgekeerde volgorde terug.