Voorbereidingen

Voorbereidingen

Interieur

• Zet het contactslot in stand 0.

  
  

  NB! Wacht minstens een minuut voordat u de connectors ontkoppelt of andere elektrische onderdelen verwijdert.

  
  

• Verwijder het koppaneel.

• Verwijder het middelste dorpelpaneel door dit eerst aan de voorkant los te wrikken en daarna omhoog te trekken, totdat de drie clips loslaten. Trek het vervolgens naar voren los.

• Trek de afdichtstrip bij het voorste dorpelpaneel los.

• Verwijder het voorste dorpelpaneel door het eerst aan de achterkant omhoog te trekken, totdat de clip daar loslaat. Trek het nog verder naar achteren, totdat de clip in het midden loslaat. Trek het paneel vervolgens schuin naar beneden, totdat het loskomt van het A-stijlpaneel.

• Verwijder de schroeven en de geluidsisolatie.

• Maak de connector voor de verlichting los.

• Verwijder de twee schroeven.

• Verwijder de zes schroeven.

• Trek het dashboardkastje iets naar buiten en koppel de grijze connector aan de achterzijde los.

• Verwijder het dashboardkastje.

• Vouw de vloermat opzij. Maak een insnijding in de dikke isolatiemat. Begin ter hoogte van de blauwe connector op de centrale elektronicamodule (CEM) en ga vervolgens recht naar beneden.

• Vouw de isolatiemat opzij om bij de doorvoer te kunnen.

• Verwijder de zitting van de achterbank door de haken aan de voorkant (1) los te maken en vervolgens naar voren (2) te trekken.

• Maak eventuele connectors los.

• Klap het ruggedeelte naar voren.

• Verwijder het achterste dorpelpaneel door het aan de voorkant (1) omhoog te trekken en vervolgens uit de clip (2) te haken.

• Druk het zijkussen aan de onderkant opzij en trek zo aan het paneel, dat de haak (3) loslaat.

• Trek het B-stijlpaneel er aan de onderkant uit totdat de twee clips loslaten.

• Til het vloerluik omhoog.

• Maak de clip op de gasdemper met een kleine schroevendraaier los. Haak de demper los.

• Til het vloerluik eruit.

• Til de opbergbak eruit.

Dit geldt voor auto’s met het stuur rechts

• Verwijder de twee schroeven uit het dorpelpaneel van de kofferbak.

Dit geldt voor auto’s met het stuur rechts

• Trek het paneel voorzichtig los. Dit zit met zes clips vast.

• Verwijder het paneel.

• Dit geldt voor auto's met het stuur rechts: Verwijder de panelen aan beide kanten.

Exterieur

• Open de motorkap. Verwijder het borgplaatje voor de koplamp aan de passagierszijde.

• Maak de connector los en verwijder de koplamp.

• Breng de auto omhoog en verwijder de tien schroeven.

• Verwijder de clips door de borgringen samen te drukken en er vervolgens uit te trekken.

• Haak de connector los uit zijn houder en verwijder het afdekpaneel.

• Verwijder de zeven schroeven.

• Verwijder de motordekplaat en maak tegelijkertijd de twee haken los.

• Verwijder het aanwezige doorvoerrubber op het schutbord.

  
  

  NB! Op bepaalde modellen kan het doorvoerrubber zijn afgedekt door de hitteplaat.

  
  

• Verwijder het afdekpaneel door het van binnen eruit te drukken en maak met een vouwbeen de vijf haken los.

  
  

  NB! Zorg dat u de lak niet beschadigt.

  
  

• Herhaal dit aan de andere kant.

Monteren

Monteren

• Pak de nieuwe afdekpanelen voor de mistlichten en monteer in elk paneel een sensor.

• Pak de kabelboom voor sensoren uit de set. Steek de 2-polige connector vanaf de binnenkant door het gat naar buiten, aan de buitenkant van het mistlicht.

  Herhaal dit aan de andere kant.

• Sluit de connector op de sensor aan.

• Plaats het paneel op de bumperbekleding.

• Herhaal dit aan de andere kant.

Geldt voor auto's met koplampsproeiers

• Maak de clips van de kabelboom los van het rooster.

• Verwijder het middelste rooster door de haken aan de binnenkant los te maken en het rooster naar achteren te drukken.

  Het rooster kan erg vast zitten. Gebruik een kunststof hamer om op het rooster te slaan op de plekken waar haken zitten.

• Pak het nieuwe middelste rooster en monteer de twee sensors.

• Druk het rooster in de bumper vast en begin aan de bovenkant. Controleer of alle haken vastzitten.

• Sluit de resterende connectors op de sensors aan.

Geldt voor auto's met koplampsproeiers

• Druk de normale kabelboom van de auto op het rooster vast.

• Plaats de gele tape (1) van de kabelboom in het midden op het rooster. Bevestig de kabelboom met drie kabelstroppen met clips.

Geldt voor auto's met koplampsproeiers

• Bevestig de kabelboom met kabelstroppen aan de aanwezige clips.

• Trek de kabelboom vanuit de middelste sensors aan de binnenkant van de haken op de korte zijden van het middelste rooster.

• Pak vier kabelstroppen met clips uit de set. Bevestig de clips op de twee flenzen van de afdekking onder het mistlicht. Haal de kabelstroppen rond de kabelboom aan.

Geldt voor auto's met koplampsproeiers

• Bevestig de kabelboom met kabelstroppen aan de aanwezige clips.

• Pak vier kabelstroppen met clips uit de set. Bevestig de clips op de twee flenzen van de afdekking onder het mistlicht en haal de kabelstroppen rond de kabelboom aan.

Geldt voor auto's met koplampsproeiers

• Bevestig de kabelboom met kabelstroppen aan de aanwezige clips.

• Pak de korte kabelboom uit de set.

• Maak de met tape bevestigde connector van de kabel los.

• Monteer de grote connector aan de kabelboom vanuit de sensors.

Dit geldt voor auto’s met het stuur links

• Trek de kabelboom aan de buitenkant van de langsligger, omhoog naar de koplamp.

• Bevestig de connector met twee kabelstroppen aan de aanwezige kabelboom.

• Breng de auto omlaag.

Dit geldt voor auto’s met het stuur rechts

• Trek de kabelboom aan de buitenkant van de langsligger, omhoog naar de koplamp.

• Bevestig de connector met twee kabelstroppen aan de kabelhouder (de clip) op de kabelboom vanuit de sensors.

• Breng de auto omlaag.

De punten 41-45 gelden voor auto's met het stuur links

• Trek de kabel bij de aanwezige kabelboom naar achteren.

• Plaats de koplamp terug.

Geldt voor 6-cilindermotoren

• Verwijder de motorafdekking door deze recht omhoog te trekken.

• Verwijder de drie kunststof moeren op de isolatie voor het schutbord.

• Trek de isolatie aan de bovenkant eruit. Breng de kabelboom tussen de isolatie en het schutbord omlaag naar de plek waar het doorvoerrubber zat.

• Plaats de kabelboom zo, dat deze onder de isolatie loopt. Met een kabelstrop aan de aanwezige kabelboom bevestigen.

• Buig de isolatie terug en plaats de moeren terug.

De punten 46-48 gelden voor auto's met het stuur rechts

Geldt voor 6-cilindermotoren en dieselmotoren

• Verwijder de motorafdekking door deze recht omhoog te trekken.

• Trek de kabelboom vanaf de koplamp rond het luchtfilterhuis.

• Trek de kabelboom tussen de accubak en de isolatie voor het schutbord en omlaag naar het doorvoerrubber.

• Met een kabelstrop bevestigen aan de uitgaande kabelboom vanuit de accubak.

  
  

  NB! Zorg ervoor dat de kabel zo ligt, dat hij niet aan hitte of slijtage onderhevig is.

  
  

• Plaats de koplamp terug.

Geldt voor alle modellen

• Snijd een kleine rubberen tuit af op het nieuwe doorvoerrubber. Smeer de kabel met een zeepoplossing in en steek dit door de kabel.

• Trek de kabel in het passagierscompartiment. Pas de lengte aan.

• Monteer de rubberen doorvoer en breng de warmtebescherming aan op de kabel in de richting van de rubberen doorvoer.

• Plaats de motordekplaat en het afdekpaneel voor de bumper terug.

• Breng de auto omlaag.

• Plaats de motordekplaat terug.

Dit geldt voor auto’s met het stuur links

• Pak de connector die met tape was bevestigd en sluit deze aan op de kabelboom die in het passagierscompartiment werd getrokken.

• Plaats de pennen van de kabeluiteinden in de connector. Zie afbeelding:

1. Blauw (BL)

2. Groen (GN)

3. Paars (VO)

4. Geel (Y)

5. Wit (W)

6. Zwart (SB)

• Schuif de vergrendeling van de connector terug.

Dit geldt voor auto’s met het stuur rechts

• Pak de connector die met tape was bevestigd en sluit deze aan op de kabelboom die in het passagierscompartiment werd getrokken.

• Plaats de pennen van de kabeluiteinden in de connector. Zie afbeelding:

1. Blauw (BL)

2. Zwart (SB)

3. Paars (VO)

4. Wit (W)

5. Geel (Y)

6. Groen (GN)

• Schuif de vergrendeling van de connector terug.

Geldt voor alle modellen

• Pak de lange kabel uit de set en sluit deze aan op de connector die u zojuist in orde heeft gemaakt.

• Plaats de connector in de houder.

• Trek de kabelboom aan de binnenkant van het B-stijlpaneel en naar achteren in de auto.

• Trek de kabelboom onder de isolatiemat, aan de buitenkant van de bevestiging voor de veiligheidsgordel en onder de onderste bevestiging van de rugleuning.

• Trek de kabelboom onder de verstevigingsplaat, naar achteren en onder de isolatiematten.

• Sluit de connector op de middelste aansluiting van de parkeerhulpeenheid (PAM) aan.

• Download software voor de juiste werking van het accessoire zoals beschreven in de service-informatie in VIDA.

Plaats het volgende terug:

• het handschoenenkastje

• het geluidsscherm

• de dorpelpanelen

• het zijpaneel

• het zitkussen van de achterbank.

in de bagageruimte

• Dit geldt voor auto's met het stuur rechts: het zijpaneel en het dorpelpaneel

• het zijpaneel

• de opbergbak

• het vloerluik met schokdemper.