Voorbereidingen, bagageruimte

Voorbereidingen, bagageruimte

• Draai de contactsleutel in stand 0 en haal de sleutel uit het contactslot.

• Plaats de connector van de kabelboom voor de trekhaak volgens punt 1 in de montage-instructie voor de betreffende kabelboom.

• Til het vloerluik omhoog.

• Druk het midden van de clips in tot u een "klik" hoort. Trek de clips eruit.

• Verwijder de kunststof moer.

• Herhaal deze handeling aan de rechterzijde.

• Draai de hendel (1) aan de rechter- en linkerzijde een kwartslag.

• Vouw de zijpanelen naar binnen toe en verwijder deze.

• Trek het drempelsierpaneel (2) van de kofferbakdeksel aan de rechter- en linkerzijde naar voren toe totdat de twee clips aan weerszijden loslaten. Trek krachtig maar voorzichtig aan het paneel. Het zit namelijk stevig vast.

• Verwijder de bedrading (3) voor de bagageruimteverlichting.

• Trek het drempelsierpaneel recht omhoog totdat de vier clips aan de onderzijde loskomen. Verwijder het drempelsierpaneel.

Verwijder:

• de twee moeren in de voorkant van de accuhouder en de schroef in de achterkant

• de accuhouder

• de afdekking

• de minkabel van de accu

• de accu, of verplaats deze om er makkelijker bij te kunnen.

Afbeelding A

Verwijder:

• de vier geperforeerde delen (1) van de isolatiemat

• de moeren (2) voor de bumper

• de connector (3) voor de antenne.

Afbeelding B

Geldt voor auto's met parkeerhulp

• Maak de regeleenheid parkeerhulp (PAM) los uit zijn positie links (modeljaar 2005-) / rechts (modeljaar -2004) van de bagageruimte.

• Maak de kleine connector los uit de regeleenheid.

Voorbereidingen, achtertrein

Voorbereidingen, achtertrein

• Breng de auto omhoog.

• Verwijder de achterwielen.

Afbeelding A geldt alleen voor auto's met spatplaten

• Boor met een Ø6 mm (1/4") boor voorzichtig de klinknagels weg waarmee de spatplaat aan beide kanten vastzit.

• Verwijder de spatplaten.

Afbeelding B geldt voor alle auto's

• Draai de schroef (1) bijna helemaal los uit de linker- en rechterzijde in de achterkant van de wielkast.

• Duw met de schroevendraaier op de schroef zodat de losse eindstukken aan de binnenkant van de bumperbekleding naar achteren worden gedrukt.

• Boor met een Ø6 mm (1/4") boor aan beide zijden voorzichtig de klinknagel (2) in de onderkant van de bumper weg. Pas op dat u geen kunststof onderdelen beschadigt.

Afbeelding A

• Trek de bumper iets naar achteren. Buig de uiteinden (1) opzij, zodat ze loskomen van de bevestigingen (2). Trek vervolgens de bumper naar achteren totdat deze volledig loskomt.

• Plaats de bumper op een schone ondergrond die de lak niet beschadigt.

Afbeelding B

Geldt voor auto's met parkeerhulp

• Maak de bumper los volgens de bovenstaande beschrijving. Trek voorzichtig de kabel (3) eruit door de opening in de auto.

• Plaats de bumper op een schone ondergrond die de lak niet beschadigt.

Verwijder:

• de klinknagel (1) op de beugel (2) voor de uitlaatdemper. Gebruik een knijptang.

• de schroeven (3) op de beugel

• de beugel door de rubberophanging (4) los te maken. De beugel wordt niet meer gebruikt.

• Verwijder de schroeven (1) en de beugel (2) rechtsachter op de auto. De beugel wordt niet meer gebruikt.

Montage, afneembare trekhaak (incl. kabelboom)

Montage, afneembare trekhaak (incl. kabelboom)

Afbeelding A

• Reinig de contactvlakken tussen de dwarsligger (1) van de trekhaak en de carrosserie. Verwijder hierbij chassiscoating en vuil.

• Monteer de schroeven (2, 4) vanaf de onderkant met de vulringen (5) ertussen en haal aan, maar niet krachtig. Links moet een vulring (6) worden aangebracht op de voorste schroef (4) om met de schroef (7) de achterste bevestiging van het hitteschild vast te houden (zie afbeelding B).

Afbeelding B

• Monteer het hitteschild (1) en zet dit vast met de schroef (7) voor de vulring (6).

• Plaats de rubberophanging (8) voor de uitlaatdemper terug.

  
  

  Tip Gebruik een normaal vloeibaar wasmiddel om de montage van de rubberophanging te vergemakkelijken.

  
  

Afbeelding A

• Haal de schroeven (2) aan met een koppel van 114 Nm (84 lbf.ft.) en de schroeven (4) met 81 Nm (60 lbf.ft.), aan beide zijden.

• Behandeling van het onderstel van de auto.

Geldt alleen voor Zweden

• Ga voordat u het onderstel behandelt eerst voor goedkeuring langs bij AB Svensk Bilprovning.

• Plaats de beschermingstape op de buitenkant van de bumper om schade door de zaagvoet te voorkomen.

  Plaats de beschermingstape recht voor de plaats waar de uitsparing moet komen en dwars over de bumperbekleding.

• Laat tijdens de montage de beschermingstape zitten.

Geldt voor auto's met chassisnummer (CH 425000-) EU en Australië

• Zaag langs de markering op de binnenkant van de bumper om een uitsparing voor de trekhaak te maken. Zaag zodanig dat de lijnen van de markering achteraf nog op de bumper staan.

Afbeelding B geldt voor een Australische trekhaak met kettingbevestigingen

• Plaats beschermingstape recht voor de kleine snijlijnen.

• Zaag het materiaal binnen de lijnen van de markering weg.

Afbeelding A geldt voor auto's met chassisnummer (CH -424999)

• Centreer de snijmal en plaats deze tegen de rand, zoals op de afbeelding.

• Markeer nauwkeurig de snijlijnen langs de snijmal.

• Zaag langs de markering op de binnenkant van de bumper om een uitsparing voor de trekhaak te maken. Zaag zodanig dat de lijnen van de markering achteraf nog op de bumper staan.

Afbeelding B geldt voor een Australische trekhaak met kettingbevestigingen

• Plaats beschermingstape recht voor de kleine snijlijnen.

• Zaag het materiaal binnen de lijnen van de markering weg.

Geldt alleen voor de R-line

• Plaats beschermingstape aan de buitenkant van de afdekking van de uitlaatpijp om schade door de zaagvoet te voorkomen. Laat tijdens de montage de beschermingstape zitten.

• Zaag de gemarkeerde verhoging uit en verwijder het uitgezaagde oppervlak.

Geldt voor alle modellen

• Maak na het zagen de randen vlak met een vijl.

• Plaats de kabelboom voor de trekhaak volgens de montage-instructie voor de betreffende kabelboom.

  Bij het monteren van een 7- of 13-polige kabelboom voor een trekhaak moet hiervoor een uitsparing (2) worden aangebracht in de onderkant van de bumper.

• Plaats de bumper los op zijn plaats en markeer de uitsparing voor de kabelboom.

• Snij volgens de afbeelding zoveel weg dat er voldoende plaats is voor de kabelboom.

Afrondende werkzaamheden en functiecontrole

Afrondende werkzaamheden en functiecontrole

• Als de bevestigingen (1) los zijn gegaan van de achterkant van de wielkast, plaatst u deze terug en drukt u ze volledig terug in hun groeven, waarna u de schroeven een paar slagen erin draait.

• Geldt voor auto's met parkeerhulp: til de bumper op vanuit zijn positie. Trek de kabel van de sensoren door de opening voor de geleiding van de bumper en trek van binnenuit de kabel naar binnen.

• Plaats de bumper terug door deze naar voren te drukken. Zorg ervoor dat de vier schroeven die uit de bumper steken in de openingen van de auto komen.

• Voordat de bumper volledig is gemonteerd, leidt u de bovenkant (2) in zijn groeven en schuift u vervolgens de bumper geheel erin.

• Haal de schroeven (1) aan beide zijden aan.

• Bevestig met popnagels (2) de beide zijden van de bumper vanaf de onderkant.

• Plaats de moeren terug. Draai de moeren aan tot 18 Nm (14 lbf. ft.).

Plaats het volgende terug:

• de connector voor de antenne

• de spatplaten, indien aanwezig

• de achterwielen, en laat de auto zakken.

Plaats nieuwe rubberlipjes over de vier gemonteerde schroeven. Doe dit als volgt:

• De rubberlipjes (1, 4) worden met de randen tegen de rand van de voeringsmat ingepast.

• Het rubberlipje (2) wordt iets ingedrukt om in de uitsparing te passen.

• Het rubberlipje (3) wordt zo ingepast dat de onderkant ervan en de voeringsmat met de randen tegen elkaar liggen. Knip vervolgens het deel eraf dat buiten de voeringsmat valt. Verwijder niet te veel.

• Verwijder eventueel het gebied rond de boutkoppen, zodat de schroeven vrijliggen.

• Plaats de bijgeleverde sticker op de onderkant van het vloerluik volgens de afbeelding.

Afbeelding B geldt voor auto's met ingebouwde draagtashouder in de vloer van de bagageruimte

• Plaats de bijgeleverde sticker onder het elastiek op de onderkant van het vloerluik, volgens de afbeelding.

• Gebruik voor het vastzetten ook nietjes.

• Geldt voor auto's met parkeerhulp: sluit de losgemaakte kabel voor de regeleenheid parkeerhulp (PAM) aan. Plaats de regeleenheid terug.

• Draai de contactsleutel in stand II.

Plaats het volgende terug:

• de accu, en sluit de accukabels aan

• de afdekking

• de accuhouder

• het paneel van de dorpel van het kofferbakdeksel, en sluit de connectors aan voor de verlichting van de bagageruimte

• de twee zijpanelen, incl. clip en kunststof moer

• Klap het vloerluik weer terug.

• Verwijder de beschermingstape van de bumper.

Opslag van de trekhaak

Afbeelding A

• Verwijder de trekhaak en leg deze in de beschermzak.

• Leg de beschermzak naast het reservewiel en test de plaatsing.

• Reinig de vlakken, waar de schuimtapestukken moeten zitten.

Afbeelding B

• Zet de stukken schuimtape vast volgens de afbeelding.

• Leg de trekhaak in de bijgeleverde zak en plaats deze op de zojuist vastgezette stukken schuimtape.

• Trek de band door een van openingen in de velg en span de zak met de trekhaak vast tegen de band.