Voorbereidingen

Voorbereidingen

• Open het kofferdeksel.

• Verwijder de vier bouten uit de bumper.

• Verwijder de vier bouten uit de zijwand van de bumperbekleding. Herhaal dit aan de andere kant.

• Pak de zijwand van de bumperbekleding vast en trek deze voorzichtig naar buiten totdat de zes haken loskomen. Herhaal dit aan de andere kant.

• Trek de bumper recht naar achteren toe totdat de haken onder de achterlamphuizen loskomen.

• Maak een eventuele connector voor de parkeerhulp los.

• Leg de bumper op een ondergrond die de lak niet beschadigt.

• De onderdelen dienen niet opnieuw gebruikt te worden.

• Verwijder de steunblokken van piepschuim op de aanrijdingsbalk.

Monteren

Monteren

• Ontdoe de binnenbalk van de bumper op het punt waar het L-profiel van de trekhaak moet komen van bodembescherming en vuil.

• Reinig de plaatflens aan de binnen- en buitenkant op het punt waar de verstevigingsstang moet komen.

• Bevestig het L-profiel met vier flensbouten (M10x25) en de bijbehorende flensmoeren aan de binnenbalk van de bumper. Haal ze nog niet definitief aan.

• Bevestig de trekhaakhouder met twee flensbouten (M14x110) en de bijbehorende flensmoeren aan het L-profiel. Haal ze nog niet definitief aan.

Afbeelding A

Geldt voor auto’s met een vijfcilindermotor

• Breng een steun onder de uitlaatdemper aan.

• Maak de ophangrubbers van de uitlaatdemper los uit hun consoles aan de rechter- en linkerkant.

Geldt voor auto’s met een vijfcilindermotor

• Op bepaalde varianten heeft de achterste uitlaatdemper 2 ophangrubbers aan elke kant. De achterste moeten dan helemaal worden verwijderd en niet opnieuw worden gebruikt.

Geldt voor auto’s met een vijfcilindermotor

• Verwijder de bouten en de consoles voor de ophanging van de uitlaatdemper (links en rechts).

Geldt voor auto’s met een viercilindermotor

• Maak de rubberen bevestiging van de eindpijp los van de console aan de onderkant van de linker langsligger.

• Verwijder de bout en de console.

• Schuif de verstevigingsstang van de achterzijde boven de uitlaatdemper naar binnen.

• Monteer drie bouten (M8x30) met ringen aan beide kanten van de verstevigingsstang. Nog niet aanhalen. Monteren in de volgorde zoals afgebeeld.

• Druk de verstevigingsstang aan de achterkant omhoog.

• Monteer vier flensbouten (M10x35), die door de trekhaakhouder in de verstevigingsstang worden gedraaid. Haal ze nog niet definitief aan.

• Haal de vier M10-bouten (1) in het L-profiel beurtelings aan zodat het L-profiel en de binnenbalk van de bumper op de juiste wijze tegen elkaar aan liggen. Aanhaalmoment: 47 Nm (35 lbf ft).

• Haal de vier M10-bouten (2) voor de trekhaakhouder en de verstevigingsstang beurtelings aan. Aanhaalmoment: 47 Nm (35 lbf ft).

• Haal de twee M14-bouten (3) aan. Aanhaalmoment: 200 Nm (147 lbf ft).

• Haal de zes bouten (4) voor de voorste bevestigingen van de verstevigingsstang beurtelings aan, aanhaalmoment 20 Nm (15 lbf.ft) en vervolgens over een hoek van 90°. Er is weinig plaats om de middelste bout aan te halen. Gebruik daarom speciaal gereedschap 9997361 met een 3/8" dopverlengstuk.

Afbeelding A: geldt voor alle uitvoeringen

• Plaats de ophangrubbers terug.

• Verwijder de steun die onder uitlaatdemper zit.

• Bevestig de trekhaakkabelboom zoals aangegeven in de aparte montage-instructies.

Afbeelding B & C: geldt voor auto’s met motortype D5204T/T5

Geldt voor alle modellen

• Zaag langs de aangegeven lijnen een uitsparing in de bumperbekleding.

• Werk de randen af met een fijne vijl.

• Sluit een eventuele connector voor de parkeerhulp aan en plaats de bumper terug. Zodanig aandrukken dat de haken onder de achterlamphuizen vast komen te zitten.

• Duw beide zijwanden van de bumperbekleding aan zodat de haken ingrijpen.

• Plaats de bouten terug.

• Controleer de werking van de afneembare trekhaak (zie gebruiksaanwijzing).

Trekhaak opbergen

Trekhaak opbergen

Geldt voor auto’s zonder reservewiel

• Leg de trekhaak in de opbergzak en breng deze aan zoals afgebeeld. Bevestig de trekhaak in de opbergzak met de riem die u door de haak voor de bagagehouder haalt.

De punten 23–25 gelden voor auto’s met reservewiel

• Open de ruimte voor het reservewiel. Maak de binnenkant van het wiel schoon waar u de stukken schuimrubbertape gaat aanbrengen.

• Breng de stukken schuimrubbertape aan.

• Leg de trekhaak in de opbergzak en breng deze aan zoals afgebeeld. Bevestig de trekhaak in de opbergzak met de riem die u door de openingen in de velg haalt.

Afrondende werkzaamheden

Afrondende werkzaamheden

• Plak het bijgeleverde etiket op het bagageluik.

• Vul de registratiekaart in en stuur deze naar de dichtstbijzijnde Volvo-dealer.

• Pak de houder voor de beschermkap uit de set en druk deze in het gat voor de trekhaak vast.

• Controleer of de vergrendelhaak (1) weer klikt en dan zit de houder vast.

• Druk de beschermkap in de houder vast, totdat deze tegen de bumperafdekking ligt. U moet een aantal klikken horen als de beschermkap wordt vastgedrukt. De beschermkap moet tegen de bumperafdekking liggen.

• Controleer of het beschermkapje vastzit.

• Bij het verwijderen van het beschermkapje moet u eerst de borgarm achterwaarts trekken totdat de vergrendeling vrijkomt. Vervolgens trekt u het beschermkapje achterwaarts los.

Geldt voor auto's met motor D5204T of D5204T5

• Verwijder de schroeven en de beschermkap.

• Verwijder de schroeven.

• Herhaal dit aan de andere kant.

• Verwijder de clip.

• Herhaal dit aan de andere kant.

• Verwijder de schroeven.

• Schuif de luchtgeleidingsplaat naar voren en maak tegelijkertijd de haken vrij.

• Verwijder de luchtgeleidingsplaat.

• Maak de slangklemmen los.

• Verwijder de slang. Deze wordt niet opnieuw gebruikt.

• Maak de slangklem los.

• Verwijder de leiding.

• Maak de slangklem los.

• Verwijder de slang. Deze wordt niet opnieuw gebruikt.

• Monteer de nieuwe slang uit de accessoiresset.

• Plaats de leiding terug.

• Monteer de nieuwe slang uit de accessoiresset.

• Pas de leiding en slangen aan, zodat ze niet tegen de eromheen liggende componenten liggen.

• Haal de slangklemmen aan.

• Plaats de losgemaakte onderdelen in omgekeerde volgorde terug.