• Zet de contactsleutel in stand 0.

Aan beide kanten uitvoeren.

Aan beide kanten uitvoeren.

Aan beide kanten uitvoeren

• Verwijder de bumperafdekking van de carrosserie door de kanten voorzichtig met een vouwbeen los te wrikken. Trek de afdekking aan beide kanten van het achterlicht en de achterkant van het scherm los. Deze zit met vier clips bij het achterlicht en vier clips aan de achterkant van het achterscherm vast. Trek de bumperafdekking recht naar achteren.

• Maak de connector voor de kentekenplaatverlichting aan de linkerkant los. Als de auto voorzien is van parkeerhulp achter, moet de connector aan de rechterkant worden losgemaakt.

• Verwijder de stukjes tape.

• Verwijder het dorpelpaneel van de bagageklep door dit omhoog te trekken, totdat de vier clips aan de bovenkant en de acht vergrendelhaken aan de onderkant loslaten.

• Til het reservewiel, de krik en andere onderdelen uit het opbergvak in de laadvloersteun.

• Trek het zitkussen los. Eerst aan de achterkant waar het met één en daarna aan de voorkant waar het met twee houders vastzit.

• Verwijder het zitkussen.

• Klap de middenarmsteun naar voren.

• Verwijder de middenarmsteun door deze aan beide uiteinden vast te pakken en omhoog te trekken, totdat deze aan de achterkant loskomt uit de tappen van het ruggedeelte (1).

• Trek deze vervolgens naar voren, totdat de houders (2) op de zijkanten van het ruggedeelte uit de overeenkomende uitsparingen (3) in de middenarmsteun zijn gegleden.

• Klap het ruggedeelte naar voren.

• Verwijder het paneel voor de linker bevestiging van het ruggedeelte.

• Aanhaalmoment schroef 15Nm (11Ibf.ft.)

• Buig het ruggedeelte van de linker bevestiging naar buiten.

• Trek dit uit de bevestiging bij de armsteun en verwijder het.

• Verwijder het linker B-stijlpaneel door dit bij de zijkanten aan de onderkant met een vouwbeen los te wrikken. Dit paneel zit met drie clips aan de binnenkant.

• Verwijder de schroef in het linker paneel van de achterbank.

• Trek het paneel voorzichtig van de carrosseriekant los en haak dit van het dorpelpaneel aan de voorkant. Dit paneel zit met elf clips aan de binnenkant.

• Verwijder de clip aan de achterkant van het zijpaneel linksachter.

• Trek het zijpaneel voorzichtig los. Begin aan de voorkant/bovenkant en vervolgens naar achteren, totdat alle clips aan de bovenkant hebben losgelaten.

• Klap het paneel naar binnen. Maak dit uit de lastogen los en til het uit de laadvloersteun.

• Herhaal de punten 15-22 aan de rechterkant.

• Til de lastvloersteun omhoog en schuif deze in de bagageruimte naar voren.

• Monteer de randbeschermlijst aan de rechterkant in het gat voor de rubber doorvoer.

• Maak de rubber doorvoer in de carrosserie onder de hoek rechtsonder van de achterklepopening los.

• Snijd het topje van het linker tuitje op de rubber doorvoer af.

• Pak het aanhangercontact met kabelboom, schroeven en moeren uit de set.

• Zet het aanhangercontact met kabelboom met de schroeven en moeren op de beugel aan de linkerkant van de trekhaak vast.

• Trek de kabel voor de onderste en achter de bovenste schroef/afstandsbus naar de trekhaakbevestiging (kleine afbeelding) en trek deze aan de voorkant van de aanrijdingsbalk omhoog.

• Gebruik de tang en maak het gat in de rubber doorvoer groter. Trek de kabels erdoor.

• Pas de lengte van de kabel tussen de rubber doorvoer en tot het contact van de elektrische kabel aan en druk de rubber doorvoer op zijn plaats.

• Trek de kabel langs de rechter binnenkant van het rechter bevestigingsijzer en omhoog naar de onderkant van de beugel. Klem deze met kabelstroppen bij de aanwezige gaten in de beugel en in het bevestigingsijzer vast.

• Trek de kabelboom vanaf de trekhaak.

• Sluit de massakabel op het aanwezige massapunt aan.

• Haal de schroef aan tot 10 Nm (7.5 lbf.ft)

• Zet de kabel met een kabelstrop aan de aanwezige kabelboom vast.

• Maak de secundaire vergrendeling van de connector los.

Gebruik: Fittingschroevendraaier

• Pak de connector en monteer de kabeleinden als volgt:

• Druk de vergrendeling terug.

• Sluit de grote connector op de kabelboom aan op de aanhangereenheid (TRM).

• Maak de grijze, tweepolige connector los van de TRM-eenheid.

• Sluit de grijze, tweepolige connector die van de TRM-eenheid werd losgemaakt aan op de overeenkomende connector in de getrokken kabelboom.

• Sluit de resterende grijze, tweepolige connector aan op de TRM-eenheid.

• Controle van het 13-polige contact.

• Plaats de losgemaakte onderdelen in omgekeerde volgorde terug.