| | |
| | R8902382 |
|
| | Voorbereidingen Klap het achterste middenvloerluik (1) omhoog. Als het vloerluik is voorzien van een tassenhouder aan de onderzijde, zit deze met een riem vast aan beide uiteinden van de opbergbak. Maak deze riemen in dat geval los. Verwijder de opbergbak eronder en til deze naar buiten. Verwijder de zijvloerluiken (2) links en rechts in de bagageruimte. Verwijder het reservewiel als de auto daarmee is uitgerust.
|
| | IMG-218042 |
|
| | Breng de auto omhoog. Meet een horizontale lijn (A) op 6 mm (1/4") onder de bovenkant van de ribbels die aan de binnenkant van de achterbumpermantel zitten en teken deze lijn uit. Snijd/zaag langs de binnenkant van ribbel 1 en ribbel 3 (de zijden die naar ribbel 2 wijzen) omhoog tot aan de horizontale lijn die u getekend hebt. Doe hetzelfde tussen ribbel 6 en ribbel 4. Verwijder de gearceerde gebieden (B) door tussen de sneden door evenwijdig aan de horizontale lijn te snijden/zagen, zodat er twee evenwijdige sleuven in de bumpermantel ontstaan.
|
| | R8601287 |
|
| | |
| | R8902815 |
|
| | |
| | IMG-216341 |
|
| | Neem het ophangrubber (1) los. Haal de achterste ophangingsconsole voor de uitlaatdemper af van de onderkant van de linker langsligger door de bouten (2) te verwijderen. Buig het hitteschild bij de langsligger voorzichtig opzij om meer ruimte te maken om in te werken.
|
| | R8601029 |
|
| | R8601030 |
|
| | Geldt voor auto’s met parkeerhulp achter Afbeelding A geeft de rechterzijde van de bumper aan Afbeelding B geeft de linkerzijde van de bumper aan |
| | R8601042 |
|
| | |
| | IMG-218664 |
|
| | Geldt voor auto’s met parkeerhulp achter Rechterzijde: Meet de positie op van de gaten die u moet boren voor de kabeltule in de bovenste plaat van het achterstuk (zie afbeelding). Boor het gat voor met een boor van Ø3 mm (1/8" en boor het gat daarna op tot Ø8 mm (5/16"). Gebruik een haakse boormachine of een korte boor.
|
| | R8601044 |
|
| | |
| | R8601045 |
|
| | |
| | R8601046 |
|
| | Geldt voor auto’s met parkeerhulp achter Linkerzijde: Meet de positie op van de gaten die u links en rechts van de uitsparing moet boren voor de kabeltule, in de bovenste plaat van het achterstuk (zie afbeelding). Boor de gaten voor met een boor van Ø3 mm (1/8" en boor de gaten daarna op tot Ø8 mm (5/16"). Gebruik een haakse boormachine of een korte boor.
|
| | R8601047 |
|
| | |
| | R8601049 |
|
| | |
| | R8601048 |
|
| | |
| | |
| | IMG-217922 |
|
| | Trekbalk bevestigen Geldt voor alle modellen Til de beschermstroken (1) (aan de achterkant) op die de bevestigingsopeningen aan de binnenkant van de langsliggers afdekken (aan weerszijden één) en knip er 80 mm af. Verwijder de console voor het trekoog door de bouten (2) te verwijderen. Verwijder eventueel afdichtmiddel van het oppervlak waar de eindplaten van de trekbalk moeten komen te zitten.
|
| | IMG-308203 |
|
| | IMG-308204 |
|
| | IMG-308205 |
|
| | Afbeelding A Neem een beugel en een schuimrubberen plaatje uit de set. Centreer de beugel op het plaatje en druk erop, zodat de getapte uiteinden een afdruk geven op het plaatje.
Afbeelding B Afbeelding C |
| | IMG-308206 |
|
| | |
| | IMG-308207 |
|
| | |
| | IMG-308208 |
|
| | |
| | IMG-308209 |
|
| | Breng de auto omlaag. Verwijder de beschermstroken die de bevestigingsopeningen aan de buitenkant van de langsliggers afdekken. Steek de beugel door de achterste twee openingen in de buitenwand van de langsligger. Het schroefdraadgedeelte van de beugel moet vervolgens onder de auto uitsteken. Doe hetzelfde aan de andere kant. Zet de beugels vast met bijvoorbeeld butyltape om te voorkomen dat ze terugvallen.
|
| | IMG-216360 |
|
| | Breng de auto omhoog. Til de trekbalk omhoog. Kantel om te beginnen de linker eindplaat boven de eindpijp van de uitlaatdemper omhoog tot tussen de bumper in de richting van de langsligger. Kantel vervolgens de rechter eindplaat naar de langsligger toe en plaats de eindplaat op de langsliggers, recht tegenover de gaten die erin zitten. Breng de M12x40-bout (1) in de opening aan die links vooraan zit terwijl u de trekbalk in positie houdt. Breng de resterende bouten (2) aan. Draai de bouten volledig, tot aan de aanslag in, maar haal ze nog niet definitief aan.
NB!
Voordat u de bouten met het juiste moment vastzet, moet u corrosiewering aanbrengen op de onderkant van de auto en op de langsliggers in het gebied rond de eindplaten, waar u eventueel afdichtmiddel hebt weggekrabt. |
|
| | IMG-217924 |
|
| | Bevestig de verstevigingsplaat met de ovale openingen naar boven toe. Bevestig de flensmoeren (1) op de beugel. Breng de bouten en de flensmoeren (2) aan zoals afgebeeld. Draai de moeren er volledig tot aan de aanslag op, maar haal ze nog niet definitief aan. Doe dit ook aan de andere kant.
|
| | IMG-218043 |
|
| | |
| | IMG-217925 |
|
| | Haal de bouten (1) aan weerszijden aan met 120 Nm. Haal de bovenste en onderste boutverbinding voor de beugel aan met 50 Nm. Gebruik het cardangewricht (art.nr. 9814017) bij het aanhalen van de bovenste verbinding. Doe hetzelfde aan de andere kant. Buig het hitteschild terug. Plaats de achterste ophanging voor de uitlaatdemper terug. Plaats de voorste ophanging voor de uitlaatdemper terug. Haal de bouten aan met 24 Nm.
|
| | IMG-308210 |
|
| | Neem de stukken butyltape weg als de beugel hiermee was vastgezet. Druk het schuimrubberen plaatje vast op de langsligger, zodat dit goed afdicht rondom de gaten. Herhaal de handeling aan de andere zijde.
|
| | |
| | Afrondende werkzaamheden Monteer de trekhaakbedrading zoals aangegeven in de aparte montagevoorschriften. Plaats het reservewiel terug. Plaats de panelen, de opbergbak en de vloerluiken terug.
|