Alarm, algemene beschrijving
Excl. IL
Een geavanceerd, op afstand bedienbaar alarmsysteem, speciaal ontwikkeld voor de S40/V50.
Het alarmsysteem is volledig geïntegreerd in het elektrische systeem in de S40/V50 en is daardoor zeer betrouwbaar. Het alarm kan volgens de nationale eisen worden geconfigureerd en is geconstrueerd om te voldoen aan alle verzekerings- en wettelijke eisen.
Gegevens en Voordelen
Er worden vanaf de afstandsbediening Roulerende codes verzonden om te voorkomen dat onbevoegden de sleutelcodes kopiëren.
De sleutel van de afstandsbediening activeert/deactiveert het alarm op het moment dat de auto wordt vergrendeld/ontgrendeld.
Bereik 100 m.
Er wordt een knipperlichtsignaal gegeven bij de activering en deactivering van het alarm. De richtingaanwijzers van de auto lichten eenmaal op bij activering en tweemaal bij deactivering.
Geblokkeerde slotstand (BLL) wordt na 15 seconden geactiveerd wanneer de auto met behulp van de afstandsbediening wordt vergrendeld. (Niet standaard in alle landen.)
Alarmdiode. Wordt boven op het dashboard geplaatst. De alarmstatus wordt weergegeven op het informatiedisplay in het instrumentenpaneel. Voorbeeld: bij een geactiveerd alarm of storing
Paniekfunctie. In een noodgeval is het mogelijk om aandacht te trekken door op de rode knop op de afstandsbediening te drukken. Zowel het zichtbare als het hoorbare signaal worden geactiveerd. De normale claxon wordt gebruikt. De functie zit in het centrale vergrendelingssysteem van de auto. (Alleen bepaalde landen. Niet toegestaan in EU.)
Tijdelijke ontkoppeling van sensors.
Met behulp van de menu-instelling (car settings) op het dashboard worden de geïnstalleerde sensoren en BLL uitgeschakeld. Indien nodig, zie het instructieboekje van de auto.
Wordt gebruikt om per ongeluk inschakelen van het alarm te voorkomen, b.v. als men zijn hond in de wagen laat zitten of tijdens een overtocht met een veerboot.
Het alarm omzeilen. In geval van een storing of het verlies van de afstandsbediening kan de auto worden gestart en het alarm worden gedeactiveerd met de normale contactsleutel. Deactivering gebeurt wanneer het contactslot een goedgekeurde code van de transponder in de contactsleutel ontvangt.
Heractivering van het alarm gebeurt automatisch als er niet binnen twee minuten nadat het alarm met behulp van de afstandsbediening is gedeactiveerd een portier of achterklep / kofferdeksel wordt geopend. Zo wordt voorkomen dat het alarm onbedoeld wordt gedeactiveerd.
Passieve activering. Nadat het contact is uitgeschakeld en het bestuurdersportier is geopend en gesloten, wordt het alarm automatisch geactiveerd. (Alleen bepaalde landen.)
Sensors. De volgende sensors kunnen op het alarmsysteem worden aangesloten, apart of in combinatie:
- Een bewegingsmelder1 schakelt het alarm in wanneer er beweging wordt waargenomen in de passagiersruimte. Een nuttige aanvulling op de standaarduitrusting.
- Niveausensor registreert hellingswijzigingen van de auto, bijvoorbeeld bij diefstal van wielen.
NB!
Het alarm wordt aangesloten met behulp van VIDA.
- Vereist IMS-prep