Demonteren

• Zet het contactslot in stand 0.

• Verwijder de afdekking van de accubak en vervolgens de minkabel van de accu.

• Verwijder kentekenplaat en houder.

• Lokaliseer de twee markeringen (zie maat A op de afbeelding) onder de bovenkant van de buitenmantel. Maak met een kraspen gaten in de markeringen.

S80

• A = 100 mm

V70

• A = 100 mm

XC70

• A = 81,5 mm

Montage van accessoires

• Schroef de beugel vast. De bovenste gaten gelden voor de S80, de onderste voor de V70/XC70. Gebruik nieuwe schroeven uit de set.

• Markeer het midden van de onderste gaten.

• Boor in de markeringen met een geschikte boor.

1. Door de buitenmantel boren

2. Het schokdempende deel

3. De aanrijdingsbalk

• Verwijder de beugel.

• Boor de gaten met een gatenzaag van 22 mm 7/8" op door de buitenmantel en het schokdempende deel.

• Verwijder de schroeven.

Verwijder:

• de clips door de borgingen samen te drukken en er vervolgens uit te trekken.

• het afdekpaneel.

Bevestig het volgende:

• de ringen.

• de afstandsringen.

• Monteer de twee moeren van onderen, aanhaalmoment: 24 Nm (17.7 lbf.ft.)

Geldt voor de S80 en XC70

Bevestig het volgende:

• de beugel.

• de schroeven.

• de kentekenplaat

Geldt voor de V70

Bevestig het volgende:

• de afstandsringen.

• de beugel.

• de bouten

• de kentekenplaat.

• Verwijder de borgplaatjes op de beide koplampen.

• Verwijder de beide koplampen.

• Om het kabel leggen eenvoudiger te maken, moet u tape rond de rode kabel (1) en de langere verstralerkabels (2), zwart en blauw, wikkelen. Breng het laatste stuk tape bij de kortere uiteinden van de verstralerkabels (3) aan.

• Maak de voorste massabout aan de binnenkant van de rechter koplamp los.

• Sluit de massakabel aan en haal de schroef aan met 10 Nm (7.3 lbf.ft.)

• Sluit het relais op de kabelboom aan.

• Bevestig het relais en de voet met twee kabelstroppen aan de aanwezige kabelboom van de auto.

• Trek de kabelboom onder de frontplaat.

• Bevestig het aftakpunt van de kabelboom met butyltape aan de achterkant van de frontplaat.

• Bevestig de kabelboom met butyltape onder de frontplaat.

• Trek de met tape omwikkelde kabels van onderen:

de zwarte en blauwe kabel naar buiten via de grille (1) bij de bevestigingspunten van de verstralers,

de rode kabel bij de linker koplamp (2) naar buiten.

• Trek de kabels met behulp van een kabel of draad.

• Bevestig de kabelboom met een kabelstrop in de beugel van de claxon.

De afbeelding toont een principekoppeling van de verstralers. Voor een complete instructie, zie de aparte handleiding.

• Steek de kabels door het lamphuis.

• Monteer kabelschoenen op de beide kabels.

• Voorzie de blauwe (BL) kabel van een isolatiebus om kortsluiting te voorkomen.

• Sluit de blauwe (BL) kabel op de kabel van de lamp aan.

• Sluit de zwarte (SB) kabel op de massa op het lichtelement aan.

• Trek de kabelboom naar de zekeringhouder. Bevestig de kabelboom met butyltape.

• Verwijder het deksel.

• Snijd het rubberen hulsje af.

• Steek de kabelboom door de rubberen doorvoer.

• Keer de linker zekeringhouder om. Monteer de rode (RD) kabel in positie 28.

• Plaats de losgemaakte onderdelen in omgekeerde volgorde terug.

• Plaats de moer (1) terug, aanhaalmoment 10 Nm (7.3 lbf.ft.)

• Monteer de zekering in positie 28.

• Plaats het deksel terug.

• Verwijder het rechter zijpaneel van het dashboard.

• Maak de afdichtlijst aan de voorkant van de portieropening los.

• Trek het dorpelpaneel met een vouwbeen naar achteren, zodat de twee clips loslaten.

• Haak het paneel aan de bovenkant los.

• Zodanig omhoog trekken dat de vier clips loslaten.

• Verwijder de schroeven en het paneel.

• Maak de connector voor de verlichting los.

• Verwijder de twee schroeven.

• Verwijder de zeven schroeven.

• Trek het dashboardkastje iets naar buiten en koppel een connector aan de achterzijde los.

• Verwijder het dashboardkastje.

• Vouw de mat opzij. Maak een insnijding in de dikke isolatiemat. Begin ter hoogte van de blauwe connector op de centrale elektronicamodule (CEM) en ga vervolgens recht naar beneden.

• Trek de groene (GN) kabel naar achteren en omlaag naar de rubberen doorvoer.

• Breng de auto omhoog en verwijder de motorbeschermplaat. Aan de binnenkant van de motorbeschermplaat bij de schroeven (1) zit deze met haken vast.

• Verwijder de aanwezige rubberen doorvoer.

Op bepaalde motorvarianten wordt de doorvoer door een hitteschild verborgen.

• Snijd een stukje van de nieuwe rubberen doorvoer af en steek de kabel erdoor. Trek de kabel naar binnen in het interieur.

• Bevestig de rubber doorvoer.

• Plaats de motorbeschermplaat en het afdekpaneel terug.

• Maak de groene connector op de centrale elektronicamodule (CEM) los.

• Verwijder de afdekking op de connector door de vier haken op te tillen.

• Til bij de vier haken en verwijder de borging.

• Sluit de groene (GN) kabel aan op positie 8.

Plaats het volgende terug:

• de borging

• het deksel

• de connector

• Vouw de vloerbekleding terug.

• Plaats het dashboardkastje terug en haal de M6-boutjes aan met 10 Nm (7.5 lbf.ft.).

• Sluit de connector aan de achterkant van het dashboardkastje aan.

• Breng de schroeven aan in de onderkant.

• Sluit de connector (1) aan op de interieurverlichting en plaats het paneel terug.

• Sluit de minkabel van de accu aan.

• Plaats de afdekking van de accubak terug.

• Plaats de koplampen terug.

• Programmeer de software conform de service-informatie in VIDA.