Informatie

• Lees de hele instructie door voordat u met de montage begint.

• Opmerkingen en waarschuwingsteksten zijn bedoeld voor uw veiligheid en om de kans op defecten bij montage te beperken.

• Controleer voordat u met de montage begint of alle gereedschappen die in de instructie staan beschikbaar zijn.

• Bepaalde stappen in de instructie worden uitsluitend met afbeeldingen gepresenteerd. Bij meer gecompliceerde stappen staat ook een verklarende tekst.

• Bij eventuele problemen met de instructie of het accessoire kunt u contact opnemen met uw lokale Volvo-dealer.

Overige informatie

Bij montage moet de auto een temperatuur van 20 °C hebben.

Na montage mag de auto 48 uur niet worden gewassen

Kleurensymboliek

1. Wordt gebruikt voor het benadrukte onderdeel, dat onderdeel waarmee iets gedaan moet worden.

2. Worden gebruikt als extra kleuren als je meer onderdelen wilt laten zien of onderscheiden.

3. Wordt gebruikt voor bevestigingselementen die gedemonteerd/gemonteerd moeten worden. Het kan gaan om schroeven, klemmen, connectoren e.d.

4. Wordt gebruikt als het onderdeel niet helemaal van de auto wordt verwijderd maar aan de kant blijft hangen.

5. Worden gebruikt voor standaardgereedschap en speciaal gereedschap.

6. Wordt gebruikt als achtergrondkleur van auto-onderdelen.

Lakwerk

Reinig het oppervlak.

Gebruiken: 1161721, Isopropanol

Het oppervlak voorzichtig mat maken.

Gebruiken: , Schuurpapier P1000

Reinig het oppervlak.

Gebruiken: 1161721, Isopropanol

Laten drogen.

Gebruiken: , Volvo Originele Reparatielak

Gebruik alleen de basislak.

Gebruiken: 31335447, Heldere lak 2-componenten

Zie ook de instructie op het reservoir.

Verwijderen

Draai het wiel naar binnen.

Auto's met koplampsproeiers

Buig het binnenscherm opzij.

Zet een opvangbak onder de auto.

Pak een stuk sproeierslang. Leg er een knoop in en monteer deze op de sproeierpomp om te voorkomen dat het sproeiervloeistofreservoir leegloopt.

Maak de vergrendeling los.

Verwijder de slang.

Maak de pal van de connector los.

Maak de connector los.

Alle voertuigen

Draai het wiel naar binnen.

Verwijder de schroeven.

Buig het binnenscherm opzij.

Lokaliseer de connector.

1. Maak de vergrendeling los.

2. Maak de pal van de connector los.

3. Maak de connector los.

RHD: De handeling wordt aan de tegenovergestelde kant uitgevoerd.

RHD: De handeling wordt aan de tegenovergestelde kant uitgevoerd.

Breng de auto omhoog.

Verwijder de clips.

Verwijder de clips.

Verwijder de schroeven.

Verwijder de clips.

Montage van accessoires

Lokaliseer de markeringen voor de posities.

Markeer in het centrum.

Speciaal gereedschap gebruiken: T9997234, Gatenpons

Reinig de oppervlakken.

Gebruiken: 1161721, Isopropanol

Laten drogen.

Reinig de oppervlakken.

Gebruiken: 1161721, Isopropanol

Laten drogen.

Breng een dunne en gelijkmatige laag aan.

Gebruiken: 8637076, Activator

Minimaal 10 minuten laten drogen.

Breng een dunne en gelijkmatige laag aan.

Gebruiken: 8637076, Activator

Minimaal 10 minuten laten drogen.

Verwijderen

Verwijder het paneel.

Maak de afdichtstrip los.

Duw de vloerbekleding opzij.

Lokaliseer de rubberen doorvoer onder de isolatiemat en druk deze naar buiten.

Herhaal dit aan de andere kant.

Maak de afdichtstrippen los.

Maak het paneel los.

Maak het paneel los.

Verwijder het paneel.

Maak het paneel los.

Haken losmaken.

Verwijder het paneel.

Draai de schroeven los.

Verwijder het paneel.

Maak het paneel los.

Verwijder het paneel.

Montage van accessoires

Verwijder de beschermfilm.

Breng een dunne en gelijkmatige laag aan.

Speciaal gereedschap gebruiken: T9512950, Lijmpistool (set)

Gebruiken: 1161730, Mengbuis
Gebruiken: 9511027, Lijm

Haken losmaken.

Het onderdeel wordt niet opnieuw gebruikt.

RHD: De kabelboom wordt gespiegeld geplaatst.

Sluit de twee gelakte sensoren op de buitenste aansluitingen aan.

Herhaal dit aan de andere kant.

Linksgestuurde auto's

Rechtsgestuurde auto's

Linksgestuurde auto's

Verwijder de moeren.

Rechtsgestuurde auto's

Alle voertuigen

Trek de kabel erdoor.

Steek de kabel in de passagiersruimte, pas de kabellengte in de motorruimte aan en druk de rubberen doorvoer vast.

Linksgestuurde auto's

Maak de secundaire vergrendeling van de connector los.

Sluit de voorgetrokken kabels op de 6-polige connector aan.

Druk de secundaire vergrendeling samen.

Rechtsgestuurde auto's

Maak de secundaire vergrendeling van de connector los.

Sluit de voorgetrokken kabels op de 6-polige connector aan.

Druk de secundaire vergrendeling samen.

Alle voertuigen

Rechtsgestuurde auto's

Alle voertuigen

Maak de connector los, indien aanwezig.

Bevestig de connector aan de kabelboom.

Gebruiken: , Elektrotape

Maak de connectors los.

Monteer het onderdeel uit de accessoiresset.

Sluit de connectors aan.

Sluit de getrokken kabel aan.

Bevestig eventuele overlengte aan de kabelboom.

Monteren

Linksgestuurde auto's

Rechtsgestuurde auto's

Alle voertuigen

Plaats de losgemaakte onderdelen in omgekeerde volgorde terug.

Download software (applicatie) voor de werking van het accessoire volgens de service-informatie in VIDA.

Software bestellen en downloaden, zie: 31266964