2013 L.H.D

Installatie-instructie

Installation instructions, accessories
Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden
V70 2013
V70 (08-) 2013 Europe

Instructienr.VersieOnd. nr.Click to download PDF-version of this Installation Instruction
314288031.031407107, 31414859, 31373184, 31373840
Trekhaak, bedrading en regeleenheid




Speciaal gereedschap

 

951 2932 SpanningENeer

Gereedschapsnummer:951 2932

Gereedschapomschrijving:SpanningENeer

Gereedschapsborden:80


Materiaal

Aanduiding

Onderdeelnummer

Isopropanol

1161721


Uitrusting
IMG-242205
IMG-345497
IMG-332314
IMG-239664

IMG-384605


 
 

Informatie

1
 

  • Lees de hele instructie door voordat u met de montage begint.

  • Opmerkingen en waarschuwingsteksten zijn bedoeld voor uw veiligheid en om de kans op defecten bij montage te beperken.

  • Controleer voordat u met de montage begint of alle gereedschappen die in de instructie staan beschikbaar zijn.

  • Bepaalde stappen in de instructie worden uitsluitend met afbeeldingen gepresenteerd. Bij meer gecompliceerde stappen staat ook een verklarende tekst.

  • Bij eventuele problemen met de instructie of het accessoire kunt u contact opnemen met uw lokale Volvo-dealer.

 

Overige informatie

2
 

Bij montage moet de auto een temperatuur van 20 °C hebben.

 

Kleurensymboliek

3
IMG-363036
 

NB!
Deze kleurkaart toont (bij kleurenprint en elektronische versie) de betekenis van de verschillende kleuren die in de afbeeldingen van de methodestappen worden gebruikt.

  1. Wordt gebruikt voor het benadrukte onderdeel, dat onderdeel waarmee iets gedaan moet worden.

  2. Worden gebruikt als extra kleuren als je meer onderdelen wilt laten zien of onderscheiden.

  3. Wordt gebruikt voor bevestigingselementen die gedemonteerd/gemonteerd moeten worden. Het kan gaan om schroeven, klemmen, connectoren e.d.

  4. Wordt gebruikt als het onderdeel niet helemaal van de auto wordt verwijderd maar aan de kant blijft hangen.

  5. Worden gebruikt voor standaardgereedschap en speciaal gereedschap.

  6. Wordt gebruikt als achtergrondkleur van auto-onderdelen.

4
IMG-245980
 

Zet de contactsleutel in stand 0.

 

Verwijderen

5
IMG-264423
 
6
IMG-264424
 
 

Montage van accessoires

7
IMG-356021
 
8
IMG-384798
 


Aanhaalmoment: M5 , 5 Nm

9
IMG-264524
 
10
IMG-264525
 
11
IMG-361518
 

Massa-aansluiting


Aanhaalmoment: M6 , 10 Nm

12
IMG-265733
 

Maak het paneel los.

13
IMG-338941
 
14
IMG-338943
 
15
IMG-361516
 

Trek de kabelboom naast de aanwezige kabelboom.

16
IMG-360396
 


Speciaal gereedschap gebruiken: T9512932, SpanningENeer

Tape gebruiken

Trek de kabel erdoor.

17
IMG-361514
 

Let op!
Zorg ervoor dat de kabel of kabelboom niet tegen omringende onderdelen schuurt.

18
IMG-340349
 

Maak de vergrendeling los.

19
IMG-372406
 

Gebruiken: Vouwbeen

20
IMG-372409
 

Sluit de getrokken kabel aan.

21
IMG-360399
 

Bevestig de borging.

22
IMG-338948
 
23
IMG-384689
 
24
IMG-361501
 

NB!
Oriëntatieoverzicht

25
IMG-360217
 

NB!
Let op de positie.

Gebruiken: 1161721, Isopropanol

Droog maken.

26
IMG-360218
 

Gebruiken: 1161721, Isopropanol

Droog maken.

27
IMG-356181
 
28
IMG-360227
 

Verwijder de beschermfilm.

29
IMG-384588
 

NB!
Let op de positie.

Bij het aanbrengen van klittenbandtape moet de ondergrond een temperatuur van minimaal +20 °C (68 °F) hebben.

30
IMG-384586
 

Lokaliseer de voorgetrokken connectoren.

31
IMG-384534
 

NB!
Let erop dat de volgorde juist wordt.

Sluit de connectors aan.

32
IMG-384589
 

Verwijder de beschermfilm.

33
IMG-384559
 

Let op!
Zorg ervoor dat de kabel of kabelboom niet tegen omringende onderdelen schuurt.


NB!
Let op de positie.

Plaats het onderdeel zoals afgebeeld.

34
IMG-385298
 

NB!
Let op de positie.

Plaats het onderdeel zoals afgebeeld.

35
IMG-338941
 
36
IMG-385078
 
 

Monteren

37
IMG-242268
 

Download software (applicatie) voor de werking van het accessoire volgens de service-informatie in VIDA.

Software bestellen en downloaden, zie: 30744326

 

Controleren

38
IMG-348017
 

NB!
Om de aanhangereenheid (TRM) te activeren, moeten minimaal twee lichtbronnen (lampen) zijn aangesloten. Dit kan door testapparatuur voor het aanhangercontact of een aanhanger aan te sluiten.


NB!
De aanhangereenheid (TRM) moet met de juiste software zijn geprogrammeerd om goed te werken.

  1. Linker richtingaanwijzer

  2. Mistlampen achter.

  3. Massa-aansluiting

  4. Rechter richtingaanwijzer

  5. Rechter parkeerlicht

  6. Remlicht

  7. Linker parkeerlicht

  8. Achteruitrijlicht

  9. Accuspanning, constant

  10. Accuspanning, contact aan

  11. Massa-aansluiting

  12. Niet aangesloten

  13. Massa-aansluiting

 

Monteren

39
 

Plaats de losgemaakte onderdelen in omgekeerde volgorde terug.