Geldt voor alle modellen

De werkzaamheden worden bij links- en rechtsgestuurde auto's op dezelfde manier uitgevoerd. Weergegeven wordt een linksgestuurde auto. In gevallen waarbij de links- en rechtsgestuurde auto's van elkaar afwijken, worden beide uitvoeringen weergegeven.

• Zet de contactsleutel in stand 0.

• Ontkoppel de minkabel van de accu.

• Verwijder het zijpaneel aan beide kanten.

• Verwijder het achterste zijpaneel.

• Wrik het paneel met ventilatie voorzichtig aan de onderkant en vervolgens rondom los. Het paneel zit vast met clips aan de zijkanten en aan de bovenkant en met haken aan de onderkant.

• Trek het paneel naar buiten en maak de connector voor de waarschuwingsknipperlichten los.

• Verwijder de schroeven.

• Verwijder de schroeven.

• Vouw de vloermat aan de linkerkant van de tunnelconsole opzij.

• Maak de clip voor de kabelbomen van de tunnelconsole los.

• Maak de connector voor CCM los.

• Maak de connector voor het toetsenblok voor Four-C los (als de auto hiermee is uitgerust).

Geldt voor auto's met een automatische versnellingsbak

• Maak de shift-lock-functie vrij.

• Zet de versnellingspook in stand "D".

Afbeeldingen A en B

• Wrik het paneel van de middenconsole voorzichtig los en begin aan beide kanten aan de achterkant. Het paneel zit met twee clips langs de lange zijden vast. Op de handgeschakelde versnellingsbak zit de versnellingspookhoes met vier haken (1) rond het paneel van de versnellingspook vast (afbeelding B).

• Til het een stuk op en let erop dat alle kabels vrijkomen van de pookhouder en de onderdelen in de tunnelconsole. Til het paneel eruit.

Afbeelding A, B, C en D

• Wrik het paneel voorzichtig aan de onderkant en vervolgens rondom los.

Gebruik: Fittingschroevendraaier

• Verwijder de schroeven.

Afbeeldingen A en B

• Maak de display los en trek deze eruit.

• Maak de connectoren voor de kabels vanuit de display los en leg deze opzij. Deze wordt opnieuw gebruikt.

• Peuter de 12V-kabel eruit.

• Pak de kabelboom uit de set en plaats deze aan de linkerkant van de tunnelconsole.

• Sluit de 12V-kabel op de stekerbus op de kabelboom aan en breng de resterende steker door het gat naar de plaats waar de bekerhouder zat.

• Trek de kabel naar voren aan de binnenkant van de mat in de richting van de middenconsole.

• Knip het schuim af, verwijder de beschermtape en wikkel het schuim rond de connectoren en de zekeringhouder.

• Plaats de van schuim voorziene onderdelen in de ruimte (zie afbeelding). Let erop dat de kabels niet in contact met scherpe randen komen.

Afbeelding A

Dit geldt voor auto’s met het stuur links

• Trek de kortere kabel verder binnenin de middenconsole en omhoog naar de plaats voor de display. Indien nodig een draadspiraal gebruiken om de kabel erdoor te trekken. De kabel wordt tussen de beide luchtkanalen naar voren getrokken.

• Trek de langere kabel voor de luchtkanalen in de middenconsole naar de andere kant.

• Zet de kabel voor de display met kabelstroppen met clips vast (zie afbeelding B). Let erop dat de kabels zo worden getrokken, dat ze niet kunnen gaan schuren.

• Verberg de kabelboom onder de mat achter.

Afbeelding B

Afbeelding A

Dit geldt voor auto’s met het stuur rechts

• Trek de kortere kabel verder binnenin de middenconsole en omhoog naar de plaats voor de display. Indien nodig een draadspiraal gebruiken om de kabel erdoor te trekken. Laat de langere kabel zolang op de vloer liggen.

• Zet de kabel voor de display met kabelstroppen met clips vast (zie afbeelding B). Let erop dat de kabel zo wordt getrokken, dat deze niet kan gaan schuren.

• Verberg de kabelboom onder de mat achter.

Afbeelding B

Geldt voor alle modellen

• Sluit de aanwezige kabels en de nieuw getrokken kabel (1) op de display aan.

• Plaats de display terug en zet deze vast.

Afbeeldingen A en B

• Sluit de mediaspeler aan, plaats deze terug en zet deze vast.

• Maak de connector van het klimaatpaneel los.

Afbeeldingen A en B

• Verwijder de schroeven waarmee het klimaatpaneel vastzit.

• Verwijder het klimaatpaneel.

• Wrik de dummy voorzichtig los en leg deze weg.

• Pak de knop uit de set en druk deze voorzichtig op de plaats van de dummy vast.

Afbeeldingen A en B

Geldt voor auto's met Four-C

Geldt voor alle modellen

• Breng tape rond de grille aan.

• Gebruik een wig (art.nr. 9997390) om de grille los te wrikken. Wrik recht voor de bevestigingshaken (afbeelding B).

Afbeeldingen A, B, C, D en E

• Breng de wig tot aan de aanslag in en druk deze omlaag. Trek tegelijkertijd de grille naar buiten. Herhaal dit voor alle bevestigingshaken (zie afbeelding C-E).

Dit geldt voor auto’s met het stuur links

Geldt voor auto’s met een 5-cilindermotor

• Pak het doorvoerrubber uit de set en knip het buitenste gedeelte van één van de rubber hulsjes af.

• Pak de expandertang en smeer de drie expandertappen in met laagtemperatuurvet.

• Breng de tang naar binnen en vergroot het gat in het kleine rubber hulsje voorzichtig. Breng het doorvoerrubber over het contact met de kabel.

• Zet de connector en een stuk van de kabel met tape vast aan de trekveer.

• Trek de kabel omhoog naar de bovenkant van de motor.

• Plaats de kabel op de plek waar de grote kabelboom in de koude zone gaat (1).

• Trek deze langs de kabelboom rond de expansietank van de radiateur.

• Met kabelstroppen rond de grote kabelboom vastklemmen. Haal de stroppen nog niet aan.

• Trek de kabel langs de grote kabelboom en het kabelkanaal naar voren naar de plek van de koplamp.

• Met kabelstroppen rond de plaatflens, de grote kabelboom en het kabelkanaal vastklemmen. Haal de stroppen nog niet aan.

• Maak de haken los en breng de bovenste afstandsbus naar achteren.

Geldt voor auto’s zonder radiateurklep

Afbeeldingen A, B en C

• Breng de kabel door het gat aan de onderkant van de frontplaat naar binnen en weer naar buiten.

• Trek de kabel verder naar voren, onder de rechter luchtgeleidingsplaat en voor de radiateur naar buiten.

• Druk de bovenste afstandsbus vast.

• Trek de kabel naar voren en klem deze aan de drie plaatconsoles vast.

• Trek de kabel na de laatste strop naar voren (zie de maat). (Indien nodig de lengte ervan aanpassen. Laat zo weinig mogelijk overlengte aan de binnenkant van de grille zitten.) Haal de stroppen nog niet aan.

Geldt voor auto’s met radiateurklep

Afbeeldingen A, B en C

• Breng de kabel helemaal onderaan onder de luchtgeleidingsplaat naar buiten.

• Buig het deksel voor de klep en de luchtgeleidingsplaat opzij en trek de connector met kabel naar voren.

• Plaats de kabel onder de voorkant van de grille tussen de energiedemper en het frame van de radiateurklep en naar buiten.

• Laat de kabel ongeveer volgens de maat uitsteken, recht voor waar de camera moet zitten.

Geldt voor auto's met rechtse besturing

Geldt voor auto’s met een 4-cilindermotor

• Pak het doorvoerrubber uit de set en knip het buitenste gedeelte van één van de rubber hulsjes af.

• Pak de expandertang en smeer de drie expandertappen in met laagtemperatuurvet.

• Breng de tang naar binnen en vergroot het gat in het kleine rubber hulsje voorzichtig. Breng het doorvoerrubber over het contact met de kabel.

• Zet de connector en een stuk van de kabel met tape vast aan de trekveer.

• Trek de kabel omhoog naar de bovenkant van de motor.

Afbeelding A

• Trek de kabel naar links aan de binnenkant van het isolatiepaneel en aan de linkerkant van het kabelkanaal.

• Aan het kabelkanaal vastzetten.

• Trek deze langs de accubak en naar voren naar de kabel in de hoek van de accubak. Trek de kabel zo, dat deze niet kan gaan schuren.

Afbeelding B

• Trek de kabel verder langs de achterkant van het luchtfilter en vervolgens aan de onderkant van de frontplaat langs de kabel voor de motorkapopener. Met kabelstroppen en clips vastzetten. Haal de stroppen nog niet aan.

Geldt voor auto’s zonder radiateurklep

Afbeeldingen A, B en C

• Trek de kabel verder vanaf de onderkant van de frontplaat. Breng de kabel door het gat aan de onderkant van de frontplaat naar buiten.

• Trek de kabel verder onder de linker luchtgeleidingsplaat en voor de radiateur naar buiten. Met kabelstroppen vastzetten.

• Trek de kabel naar voren en zet deze aan de plaatconsole vast.

• Trek de kabel na de strop naar voren (zie de maat). (Indien nodig de lengte ervan aanpassen. Laat zo weinig mogelijk overlengte aan de binnenkant van de grille zitten.) Haal de stroppen nog niet aan.

Geldt voor auto’s met radiateurklep

Afbeeldingen A, B en C

• Breng de kabel helemaal onderaan onder de luchtgeleidingsplaat naar buiten.

• Buig het deksel voor de klep en de luchtgeleidingsplaat opzij en trek de connector met kabel naar voren.

• Plaats de kabel onder de voorkant van de grille tussen de energiedemper en het frame van de radiateurklep en naar buiten.

• Laat de kabel ongeveer volgens de maat uitsteken, recht voor waar de camera moet zitten.

Geldt voor auto's met lage emissies. (DRIV'e).

1. Zaag of knip het gat voor de camerabevestiging.

2. Vijl of schuur eventuele ongelijkmatigheden weg.

Geldt voor alle modellen

• Pak de grille en monteer het voorstuk op de camerahouder.

• Verwijder de lensbescherming.

• Plaats de O-ring.

• Monteer de camera en het achterstuk en zet ze vast.

Afbeelding A

Afbeelding B geldt voor linksgestuurde auto's zonder radiateurklep, afbeelding C met

• Plaats de grille met de linker korte kant eerst. Controleer of de kabeloverlengte voldoende is om de camera aan te kunnen sluiten en druk de grille vast.

• Sluit de kabel op de camera aan.

• Haal de kabelstroppen aan de binnenkant van de grille aan (afbeelding B).

Afbeelding B

Afbeelding C

• Let erop dat er niet meer kabeloverlengte in de grille aanwezig is dan nodig is om de camera aan te sluiten. De resterende kabeloverlengte wordt achter de onderkant van de grille omlaag gedrukt.

Afbeelding A

Afbeelding B geldt voor auto's met rechtse besturing zonder radiateurklep, afbeelding C met

• Plaats de grille met de linker korte kant eerst. Controleer of de kabeloverlengte voldoende is om de camera aan te kunnen sluiten en druk de grille vast.

• Sluit de kabel op de camera aan.

• Haal de kabelstroppen aan de binnenkant van de grille aan (afbeelding B).

Afbeelding B

Afbeelding C

• Let erop dat er niet meer kabeloverlengte in de grille aanwezig is dan nodig is om de camera aan te sluiten. De resterende kabeloverlengte wordt achter de onderkant van de grille omlaag gedrukt.

Geldt voor alle links- en rechtsgestuurde auto's

• Druk de grille rondom vast. Zorg ervoor dat alle bevestigingshaken ingrijpen.

• Trek de kabeloverlengte vanuit de grille terug en breng deze in het interieur aan.

• Zet de stroppen met de hand vast.

• Druk het doorvoerrubber vast.

Geldt voor linksgestuurde auto’s met een 5-cilindermotor

Geldt voor alle links- en rechtsgestuurde auto's

• Sluit de minkabel van de accu opnieuw aan.

• Download de software (applicatie) voor de werking van het accessoire volgens de service-informatie in VIDA. Zie VIDA of de accessoirescatalogus voor het artikelnummer van de software.