Geldt voor alle modellen

• Zet de contactsleutel in stand 0.

• Ontkoppel de minkabel van de accu.

• Verwijder aan beide kanten de schroef aan de onderkant van het bovenste paneel van de achterklep.

Afbeeldingen A en B

• Maak het onderste, buitenste en binnenste uiteinde van het paneel los van het onderste paneel en trek het aan de zijkanten los van de clips.

• Herhaal dit aan de andere kant.

• Maak het bovenste paneel van de achterklep aan de bovenkant los door dit los te wrikken met het vouwbeen tot de clips loskomen.

• Leg het paneel opzij.

• Verwijder het paneel voor de vergrendeling van de achterklep.

• Verwijder de twee schroeven uit de openingshandgreep.

Afbeeldingen A en B

• Wrik de verlichting voorzichtig los, maak de connector los en leg deze opzij.

Geldt voor auto's met elektrische achterklepopener

Afbeeldingen A en B

• Wrik voorzichtig met een vouwbeen het contact los van het paneel.

• Maak de connector los van het contact en leg deze opzij.

Geldt voor alle modellen

Afbeeldingen A en B

• Verwijder het onderste paneel door dit rondom met een vouwbeen los te wrikken. Trek het vervolgens voorzichtig los, zodat alle clips aan de binnenkant loslaten.

• De houder (1) in het midden aan de binnenkant van het paneel zit stevig vast. Om de bevestigingshaken ervan los te maken, kunt u een schroevendraaier aan de binnenkant van het paneel erin steken, deze aan beide zijden indrukken en vervolgens het paneel verwijderen (zie afbeelding B).

• Als de auto voorzien is van een KV-antenne, moet de connector hiervoor worden losgemaakt.

Afbeeldingen A en B

• Verwijder de zes moeren waarmee de handgreep vastzit.

Afbeeldingen A en B

• Wrik voorzichtig de handgreep met een vouwbeen los van de achterklep. Deze zit met twaalf bevestigingshaken vast.

• Maak de connector los en leg de handgreep weg. Er zit een nieuwe handgreep in de set.

• Trek voorzichtig het achterste dakpaneel aan de achterkant los tot de clips aan de binnenkant loskomen en trek het vervolgens achteruit. Leg het paneel weg.

• Verwijder het bovenste gedeelte van het zijpaneel.

• Draai de twee schroeven waarmee de drempel van de achterklep vastzit aan het achterstuk enkele slagen los.

• Trek het drempelsierpaneel van de achterklep voorzichtig los. Het paneel zit met zes clips vast.

• Verwijder het zitkussen door het aan beide kanten aan de voorkant omhoog te trekken. Het zitkussen zit met twee houders aan de onderkant vast.

• Klap het linker ruggedeelte naar voren.

• Verwijder het zijkussen aan de linkerkant door het eerst aan de bovenkant naar achteren te trekken totdat de haken (1) loslaten. Trek het vervolgens iets naar binnen in de auto totdat de haak (2) loslaat en naar boven totdat de stuurtap (3) uit de bevestiging aan de onderkant is losgekomen.

• Verwijder het C-stijlpaneel door het er aan de onderkant voorzichtig uit te trekken, zodat de twee clips waarmee het vastzit loslaten.

• Trek het er aan de bovenkant uit tot de laatste clip loslaat.

• Haak het voorzichtig los van het dakpaneel.

• Neem het gehoekte uiteinde van een kraspen en trek de afdekplaatjes los voor de schroeven voor de verankeringsogen.

• Verwijder de schroeven voor de verankeringsogen en de schroef aan de voorkant van het zijpaneel.

Afbeeldingen A en B

• Verwijder het linker zijpaneel door de bovenkant vast te pakken en het voorzichtig los te trekken van de carrosserie. Breng het paneel omhoog en trek het weg. Het paneel zit met zes clips vast.

• Pak de camera, de nieuwe handgreep en schroeven uit de set.

• Zet de camera vast aan de handgreep.

• Pak de houders uit de set en snijd ze los van elkaar.

• Druk de onderste houder vast op de camera.

• Pak de kabelboom met een A erop uit de set en leid de kabel omlaag via de rechter ovale opening in het paneel en weer naar buiten door de opening waar de handgreep zat.

• Trek de kabelboom verder uit de rechter opening in de achterklep.

• Sluit de connector van de kabelboom op de camera aan.

• Druk de bovenste houder vast in de onderste ronde connector.

Afbeeldingen A, B en C

• Leid de connector met de camera in de opening aan de rechterkant van de achterklep.

• Sluit de connector aan en druk de handgreep vast.

Afbeeldingen A en B

• Zet de handgreep vast met de aanwezige moeren.

• Trek de kabel langs de bestaande kabel voor de verwarmingsdraad in de achterruit richting de rechterkant van de achterklep.

• Trek deze langs de rechterkant van de ruit in de achterklep omhoog naar de bovenkant daarvan.

• Klem deze vast met een kabelstrop uit de set en stukjes butyltape.

• Boor twee gaten van Ø 6,5 mm (17/64") voor het vastzetten van de kabel aan de bovenkant van de achterklep (zoals afgebeeld).

• Verwijder eventueel slijpsel.

• Druk twee kabelstroppen met clips vast in de geboorde gaten.

• Druk de kabel vast in een stuk butyltape boven het rechtergat voor de clips van het paneel, zodat deze niet bekneld raakt als het paneel wordt teruggeplaatst.

• Zet de kabel vast met de stroppen.

• Wrik voorzichtig de linkerkant van de rubberen doorvoer los, zodat de vergrendelhaak loskomt.

• Haak de rubberen doorvoer los van de achterklep.

• Doe hetzelfde met het uiteinde dat in de carrosserie zit.

• Leid de kabel omlaag door de opening in de achterklep en weer naar buiten door de opening waar de rubberen doorvoer zat.

• Zet de kabel langs de rand van de opening vast met een kabelstrop met randclips.

• Leid de spiraaldraad door de rubberen doorvoer van de achterklep.

• Zet de connector en een stuk van de kabel met tape vast aan de draad.

• Smeer de met tape bevestigde connector in met vet voor lage temperaturen.

  
  

  NB! Het vet voor lage temperaturen mag geen water bevatten.

  
  

• Verwijder tape en spiraaldraad.

• Breng de kabel door het gat in de carrosserie omlaag.

Afbeeldingen A en B

• Pak het ene isolatordeel van het contact met de twee metalen plaatjes uit de set.

• Plaats het contact voorzichtig in het isolatordeel met het afgeronde deel (1) van het contact in de overeenkomende uitsparing (1) in het isolatordeel. Het omhoog gevouwen deel (2) op het contact moet ook in de overeenkomende uitsparing in het isolatordeel passen.

• Plaats het andere isolatordeel voorzichtig op het contact. Het omhoog gevouwen deel (2) op het contact moet in de overeenkomende uitsparing in het isolatordeel passen.

• Druk de isolatoren en het contact samen, totdat de vier bevestigingshaken vast gaan zitten.

• Plaats de rubberen doorvoer terug in carrosserie en achterklep.

Afbeeldingen A en B

• Trek de kabelboom naar links in de richting van de D-stijl.

• Trek deze bij de D-stijl langs de bestaande kabelboom naar de achterkant van de zekeringhouder.

• Zet deze met zeven kabelstroppen vast langs de bestaande kabelboom.

• Breng een spiraaldraad omlaag onder de achterkant van de laadvloersteun, langs de grote kabelboom en naar voren.

• Zet de connector en een stukje van de kabel met tape vast op de doorgetrokken kabelboom (Afbeelding B) op de spiraaldraad.

• Trek de kabelboom voorzichtig verder.

• Zet de kabel vast bij de houder op de console voor de sproeierslang en onder de zekeringhouder.

• Neem de maat op vanaf de pen in de vloer en vanaf de rand van de uitstansing in de vloer en plaats stukjes tape om de plaats voor de elektronische regeleenheid te markeren.

• Plaats de elektronische regeleenheid langs de markeringen en markeer de laatste korte kant.

• Maak de oppervlakken aan beide kanten van de uitstansing in de vloer schoon met isopropanol en veeg het geheel droog.

• Maak de twee oppervlakken aan de korte kanten van de elektronische regeleenheid schoon. Er zijn lichte markeringen aangebracht op de plaats waar de stukken klittenband bevestigd moeten worden.

• Pak stukken klittenband uit de set en knip ze in het midden door, zodat het vier even lange delen worden.

• Druk de stukken klittenband twee aan twee op elkaar.

• Verwijder de beschermende tape aan de ene kant van de twee op elkaar gedrukte stukken klittenband.

• Druk de stukken klittenband vast bij de markeringen op de elektronische regeleenheid (zie afbeelding).

• Verwijder de beschermende tape van de stukken klittenband.

• Druk de elektronische regeleenheid goed vast langs de stukken tape.

• Verwijder de stukjes tape.

• Sluit de connector en de doorgetrokken kabel aan op de elektronische regeleenheid.

Geldt voor auto's die af fabriek met RTI zijn uitgerust

Afbeeldingen A en B

• Sluit de aanwezige kabel voor stroomvoorziening aan.

• Zoek de kabel (1) op die uit het RTI-scherm komt. Deze zit in schuimrubber bij de aansluiting voor de MMM-eenheid.

• Sluit de kabel aan.

Geldt voor auto’s zonder RTI

• Verwijder het achterste dorpelpaneel in het linker voorportier door eerst voorzichtig de clips los te wrikken. Begin aan de voorkant en werk naar achteren toe.

• Haak het paneel aan de achterkant los.

• Verwijder het paneel van de tunnelconsole. Dit paneel zit met zeven clips aan de binnenkant vast.

• Wrik het paneel met ventilatie voorzichtig rondom los. Dit zit vast met vijf clips aan de zijkanten en aan de bovenkant en met vier bevestigingshaken aan de onderkant.

• Trek het paneel naar buiten en maak de connector voor de waarschuwingsknipperlichten los.

Afbeeldingen A en B

• Steek een kleine schroevendraaier in de kier van de mediaspeler. Druk de binnenste vergrendelingshaak in en wrik voorzichtig met een vouwbeen de lijst aan één kant los.

• Herhaal dit aan de andere kant en verwijder deze.

• Verwijder de vier schroeven aan de bovenkant van het paneel.

• Druk de vergrendelhaken op de afdekking in, klap deze omlaag en verwijder deze.

• Verwijder de schroef aan de binnenkant van het paneel.

• Verwijder de drie resterende schroeven aan de achterkant van de middenconsole.

• Neem het rechter zijpaneel van de tunnelconsole weg door dit voorzichtig los te trekken. Begin daarmee aan de voorkant. Het zijpaneel zit met vijf clips aan de binnenkant vast.

• Vouw de vloermat aan de linkerkant van de tunnelconsole opzij.

• Maak de clips voor de kabelbomen van de tunnelconsole los.

• Maak de connectoren voor CCM los.

• Maak de connector voor het toetsenblok voor CCD los (als de auto hiermee is uitgerust).

Geldt voor auto's met een automatische versnellingsbak

• Maak de shift-lock-functie vrij.

• Zet de versnellingspook in stand "D".

Geldt voor alle modellen

Afbeeldingen A en B

• Wrik voorzichtig het paneel van de middenconsole los. Begin aan beide zijden aan de achterkant. Het zit vast met twee clips langs de lange zijden en met vier haken rond het paneel van de versnellingspook.

• Til het een stuk op en let erop dat alle kabels vrijkomen van de pookhouder en de onderdelen in de tunnelconsole. Til het paneel eruit.

• Trek de cd-speler iets naar buiten en koppel de connectoren aan de achterzijde los.

• Leg de cd-speler weg.

• Verwijder de schroef aan de voorkant van de opbergruimte waarmee de tunnelconsole aan de carrosserie vastzit.

• Verwijder de twee schroeven in het achterste opbergvak.

Afbeeldingen A en B

• Verwijder de schroeven waarmee de tunnelconsole aan beide zijden vastzit aan de console van het dashboard.

• Verwijder de twee schroeven in de bodem van het onderste paneel van de middenconsole.

• Wrik voorzichtig bij de ene bevestigingsconsole, en wel zo dat de hele middenconsole een paar centimeter achteruit gaat totdat de console aan beide zijden in de luchtkanalen grijpt.

• Plaats een kleine bus tussen de beide consoles, zodat de middenconsole niet terug beweegt.

De kabelbomen B en C in de set worden alleen gebruikt voor auto's zonder gemonteerd display.

Trekken van kabelboom B

Afbeeldingen A en B

• Pak de kabelboom waar B op staat uit de set en sluit deze aan op de regeleenheid.

• Trek deze onder de isolatiemat bij het bestaande kabelkanaal en verder naar de portieropening in het linker achterportier.

• Trek het B-stijlpaneel er aan de onderkant uit totdat de twee clips loslaten.

• Trek de kabelboom binnen het B-stijlpaneel en naar voren toe in de auto. Trek de kabelboom langs de linkerkant, binnen de vloer- en isolatiematten, tot aan de voorkant van de portieropening.

Geldt voor linksgestuurde auto's

Verder trekken van kabelboom B

Afbeeldingen A en B

• Trek de kabelboom in de matnaad onder de bestuurdersstoel richting de tunnelconsole en binnen de mat.

• Trek deze door de tunnelconsole vóór de luchtkanalen en weer naar buiten aan de andere kant. Gebruik indien nodig een spiraaldraad voor het doortrekken van de kabels.

Geldt voor rechtsgestuurde auto's

Verder trekken van kabelboom B

• Trek de kabelboom in de matnaad onder de bestuurdersstoel richting de tunnelconsole, binnen de mat en over de vloer.

Trekken van kabelboom C

• Pak kabelboom C uit de set en zet de korte en lange met tape aan elkaar.

Afbeeldingen A en B

• Plaats de twee grote connectoren van de kabelboom op de plaats waar de twee 32-polige connectoren eerder uit elkaar zijn gehaald.

• De dunne massakabel (1) trekt u in de matnaad langs dezelfde weg als kabelboom B naar de regeleenheid.

Geldt alleen voor linksgestuurde auto's

• Trek de grotere kabel (2) door naar het display via de tunnelconsole vóór de luchtkanalen en weer naar buiten aan de andere kant. Gebruik indien nodig een spiraaldraad om de kabels erdoor te trekken.

Verder trekken van massakabel in kabelboom C

• Trek de massakabel langs dezelfde weg als kabelboom B naar de regeleenheid.

• Druk het B-stijlpaneel weer vast.

• Maak voorzichtig de secundaire vergrendeling los van de 16-polige, groene connector bij de achterste aansluiting van het kabelkanaal.

• Pak speciaal gereedschap art.nr. 9512637 en druk dit voorzichtig in de opening boven de connector bij positie 15 om de primaire vergrendeling van de kabelschoen los te maken.

• Trek de aanwezige kabel eruit, isoleer de kabelschoen en zet de kabel met tape vast aan de kabelboom voor de connector.

• Druk nu de kabelschoen van de doorgetrokken massakabel vast in positie 15 in de groene connector.

• Druk de secundaire vergrendeling van de connector vast.

• Sluit de groene connector aan op de elektronische regeleenheid.

• Zet de massakabel met een kabelstop vast aan de achterkant van het kabelkanaal.

• Druk twee kabelstroppen met randclips vast in de poten voor de console voor de elektrische handrem, of de mediaspeler, en zet de kabel hiermee vast.

• Reinig de gemarkeerde oppervlakken van het achterstuk en de vloer met isopropanol en veeg het droog.

• Zet de kabel met brede stukken zilver- of duct-tape vast langs het achterstuk en aan de vloer.

• Sluit de ringkabelschoen van de massakabel aan op de massa-aansluiting die het dichtst bij de reservewielkuip zit.

• Haal de massabout aan met 10 Nm (7.5 Ibf.ft).

Geldt voor linksgestuurde auto's

Afbeeldingen A en B

Trekken van kabelboom B/kabelboom C

• Leid de spiraaldraad in de middenconsole, omhoog richting de ruimte boven de luchtuitlaten en weer naar buiten door de opening aan de rechterkant in de ruimte waar het display moet zitten.

• Zet de connector en een stuk van de kabel met tape vast aan de spiraaldraad.

• Trek de kabel(s) aan de rechterkant in de ruimte waar de mediaspeler zat.

• Trek de kabel(s) door.

Geldt voor rechtsgestuurde auto's

Afbeeldingen A en B

Trekken van kabelboom B/kabelboom C

• Leid de spiraaldraad in de middenconsole, omhoog richting de ruimte boven de luchtuitlaten en weer naar buiten door de opening aan de linkerkant in de ruimte waar het display moet zitten.

• Zet de connector en een stuk van de kabel met tape vast aan de spiraaldraad.

• Trek de kabel(s) aan de linkerkant in de ruimte waar de mediaspeler zat.

• Trek de kabel(s) door.

Geldt voor alle modellen

• Trek voorzichtig het paneel naar achteren, zodat de veermoeren voor het display bereikbaar worden.

• Pak het display uit de set.

• Sluit de connectoren van de twee doorgetrokken kabels vanaf de regeleenheid en de voeding aan op het display.

• Monteer het display.

• Pak de schroeven uit de set en zet het display vast.

• Leid het paneel terug en zorg ervoor dat de paspennen in de juiste openingen komen.

• Verwijder een eventuele afstandhouder.

• Zet de middenconsole weer op zijn plaats.

Afbeeldingen A en B

• Pak het paneel met CCM en breng de kabels in de tunnelconsole.

• Plaats deze aan de bovenkant en druk deze vast met de clips aan de achterkant.

• Druk het paneel in de middenconsole vast. Zorg ervoor dat alle clips vastzitten.

• Sluit de connector (1) die is losgemaakt van de linkerkant van de tunnelconsole aan op de overeenkomstige connector (2) van de doorgetrokken adapterkabel.

• Zet de clips vast voor de kabelbomen in de tunnelconsole.

• Sluit de resterende connectoren op elkaar aan.

• Wikkel schuimtape rond de losse connectoren en plaats deze binnen de matten zodat ze niet gaan bewegen.

• Zet de lange kabels met een kabelstrop uit de set vast aan de bestaande kabelboom.

Afbeeldingen A en B

Paneel ventilatie vervangen

• Druk de bevestigingshaken omlaag met een kleine schroevendraaier.

• Klap de blaasmond omlaag en haak deze van de vier bevestigingsogen in de onderkant van het paneel.

• Druk de bevestigingshaken van de knop voor de waarschuwingsknipperlichten naar binnen en druk de knop eruit.

• Leg het paneel weg en pak een nieuw paneel uit de set.

• Sluit de connector voor de waarschuwingsknipperlichten aan.

• Druk het paneel vast. Let erop dat alle blaasmonden goed in de luchtkanalen in het dashboard terechtkomen en dat alle clips en haken goed vastzitten.

• Plaats het paneel van de tunnelconsole aan beide kanten terug.

• Plaats nieuwe clips in het onderste paneel.

• Trek de kabels voor de verlichting en het contact van de portieropener eruit via de opening in het paneel.

• Als de auto voorzien is van een KV-antenne, moet de connector hiervoor worden aangesloten.

• druk het paneel vast en zorg ervoor dat alle clips vastzitten.

Geldt voor auto's met elektrische achterklepopener

Geldt voor alle modellen

• Controleer of alle clips intact zijn en goed zitten. Vervang kapotte clips.

• Plaats het bovenste paneel terug door eerst de bovenkant vast te drukken en vervolgens de zijkanten terwijl u deze in het onderste paneel leidt.

• Sluit de minkabel van de accu opnieuw aan.

• Zet de contactsleutel in stand II.

• Download de software (applicatie) voor de werking van het accessoire volgens de service-informatie in VIDA. Zie VIDA of de accessoirescatalogus voor het artikelnummer van de software.

Voer de functietest zoals hieronder uit

• Schakel in de achteruitversnelling.

• Activeer het scherm voor RTI.

• Wacht totdat de melding "Update Environment" op het scherm verschijnt.

• Volg de instructies die op het scherm worden weergegeven

• Schakel het contact minimaal 10 seconden uit.

• Schakel het contact in

• Activeer het scherm voor RTI

• Controleer of de ondersteuningslijnen op het scherm verschijnen en of deze op stuurbewegingen reageren.

• Controleer de positie van de camera met behulp van het kalibreerprogramma. Zie VIDA onder "DIAGNOSTIEK/Autocommunicatie/Geavanceerd".