Voorbereidingen

Voorbereidingen

• Zet de contactsleutel in stand 0.

• Ontkoppel de minkabel van de accu.

  
  

  NB! Wacht minstens een minuut voordat u de connectors ontkoppelt of andere elektrische onderdelen verwijdert.

  
  

• Maak de onderste bevestiging van de gasdemper los.

Voorbereidingen achterklep

Voorbereidingen achterklep

• Verwijder de twee schroeven uit de openingshandgreep.

• Verwijder aan beide kanten de schroef aan de onderkant van het bovenste paneel van de achterklep.

• Haak aan beide kanten de onderkant van het paneel los van het onderste paneel.

• Verwijder het paneel van de achterklep door dit aan de zijkanten en vervolgens vanaf de bovenkant voorzichtig los te trekken. Het paneel zit met clips aan de binnenkant vast.

• Verwijder het onderste paneel door dit rondom met een vouwbeen los te wrikken. Trek het vervolgens voorzichtig los, zodat alle clips aan de binnenkant loslaten.

• Als de auto voorzien is van een elektrische portiersluiter, moet deze connector worden losgemaakt.

Voorbereiding bagageruimte

Voorbereiding bagageruimte

• Wrik de achterste plafondverlichting voorzichtig los en maak de connector los.

• Verwijder de schroef waarmee het plafondpaneel vastzit en wrik dit voorzichtig los. Het paneel zit met dertien clips vast.

• Maak de rubberen lijst aan de linkerkant in de bagageklepopening los.

• Wrik het D-stijlpaneel aan de bovenkant voorzichtig los en trek dit los/omhoog van het zijpaneel. Het paneel zit met vier clips vast.

• Verwijder de twee schroeven waarmee de dorpel van de achterklep in het achterstuk vastzit.

• Trek het drempelsierpaneel van de achterklep voorzichtig los. Het paneel zit met zes clips vast.

• Verwijder het zitkussen door het aan beide kanten aan de voorkant omhoog te trekken. Het zitkussen zit met twee houders aan de onderkant vast.

• Klap het linker ruggedeelte naar voren.

• Verwijder het zijkussen aan de linkerkant door het eerst aan de bovenkant naar achteren te trekken totdat de haken (1) loslaten. Trek het vervolgens iets in de auto totdat de haak (2) loslaat en naar boven totdat de stuurtap (3) uit de bevestiging aan de onderkant is losgekomen.

• Verwijder de drie schroeven aan de bovenkant van het zijpaneel en het toppaneel.

• Trek het toppaneel voorzichtig los van het zijpaneel. Het paneel zit met een clip aan de voorkant en een stuurtap aan de achterkant vast.

• Haak de veiligheidsgordel los en leg het paneel opzij.

• Verwijder het linker zijpaneel door de bovenkant vast te pakken en het voorzichtig los te trekken van de carrosserie. Breng het omhoog. Het paneel zit met zes clips vast.

Camera monteren

Camera monteren

• Verwijder de kentekenplaat en de houder.

• Pak de mal uit de set. Plaats deze rechts van het paneel van de kentekenplaatverlichting, zodat deze daar tegenaan en tegen het verticale gedeelte van de achterklep ligt. De mal moet zo gekeerd zijn dat de kleine pijlmarkeringen in de mal zichtbaar zijn en moet worden geplaatst zoals afgebeeld.

  
  

  Let op! Het is belangrijk dat de mal goed wordt geplaatst en wordt gekeerd zoals afgebeeld, zodat de camera de juiste positie in de achterklep krijgt.

  
  

• Pak een kraspen en maak markeringen voor het uitzagen en boren van gaten voor schroeven en camera.

• Breng tape op de achterklep aan, zodat de lak bij het zagen en boren niet beschadigd raakt.

• Boor twee gaten van Ø3 mm (1/8") voor het bevestigen van de camera.

• Boor eerst een gat voor het zaagblad.

• Zaag het gat voorzichtig uit volgens de binnenkant van de markering. De markering moet blijven zitten.

• Pas het gat indien nodig aan met een vijl.

• Verwijder eventueel slijpsel.

• Maak een gat van Ø25 mm (1") voor de kabel voor de camera rechtsonder op de achterklep, ongeveer zoals afgebeeld.

  
  

  NB! Houd de band voor de wissermotor opzij, zodat deze tijdens het boren niet beschadigd raakt.

  
  

• Werk de randen af met een fijne vijl.

• Verwijder eventueel slijpsel.

• Pak de kabelboom die op de setafbeelding met een A is aangegeven.

• Leid het kabeleinde met de gele markering door het geboorde gat in de achterklep.

• Leg de mal over het gat binnenin de achterklep. De mal moet met de pijlmarkeringen naar de achterklep zijn gekeerd.

• Leid de kabel in het gat.

• Trek de kabel door de mal en het gat.

• Sluit de connector van de kabel op de camera aan.

• Draai de rechter schroef helemaal in de camera.

• Stel de mal zo af, dat het rechter gat op de mal recht voor het rechter gat in de achterklep ligt.

• Houd de mal in deze positie (vanuit het gat in de achterklep) en draai tegelijkertijd de rechter schroef van de camera zo vast dat deze grip krijgt.

• Stel het linker gat ten opzichte van de mal af, monteer de schroef en zet de camera vast.

Kabel leggen

Kabel leggen

• Maak de klem in de rubberen doorvoer los en trek de rubberen doorvoer voorzichtig los van de bevestiging in de carrosserie en de achterklep.

• Maak de houders voor de rubberen doorvoer in de carrosserie en de achterklep los. Deze zitten met vier vergrendelingshaken rondom vast.

• Breng tape rond de gatrand in de carrosserie en op de achterklep aan om bij werkzaamheden schade aan de kabelboom te voorkomen. Breng meerdere lagen tape aan.

Afbeelding A

Afbeelding B

• Bevestig de kabelboom vanuit de camera met een kabelstrop (1) in de normale kabelstrop van de kabelboom (2).

• Leid de kabel in het gat in de achterklep en in de houder van de rubberen doorvoer.

• Druk drie stukken butyltape vast op de rechter wand van de achterklep (zie afbeelding).

• Plaats de kabelboom vanuit de camera aan de binnenkant van het contactplaatje voor de verwarmingsdraden van de achterruit.

• Druk de kabelboom vast in de stukken butyltape.

• Zet de kabelboom met een kabelstrop uit de set vast op de plaats waar deze de aanwezige kabelboom kruist.

• In eerdere montagesets zitten er isolatoren rond het contact op het gedeelte van de kabel dat niet van schuurbescherming is voorzien. Haal de vier bevestigingsbeugels voorzichtig omhoog en verwijder de isolatoren van het contact.

  
  

  NB! Wees voorzichtig met de isolatoren. Deze gaan snel kapot.

  
  

• Leid een spiraaldraad door de rubberen doorvoer.

• Zet de connector met tape goed vast aan de draad. Leg de draad ook een stukje op de kabel, zodat niet alle kracht op de connector komt als de kabel erdoor wordt getrokken. Zet nu de draad met tape aan de connector en kabel vast.

• Trek voorzichtig met de kabel door de connector.

• Verwijder de tape en de spiraaldraad.

• Leid de kabelboom door de houder voor de rubberen doorvoer en het gat aan de bovenkant van de achterklepopening.

Afbeelding A

• Pak het ene isolatordeel van het contact met de twee metalen plaatjes uit de set.

• Plaats het contact voorzichtig in het isolatordeel met het afgeronde deel (1) van het contact in de overeenkomende uitsparing (1) in het isolatordeel. Het omhoog gevouwen deel (2) op het contact moet ook in de overeenkomende uitsparing in het isolatordeel passen.

Afbeelding B

• Plaats het andere isolatordeel voorzichtig op het contact. Het omhoog gevouwen deel (2) op het contact moet in de overeenkomende uitsparing in het isolatordeel passen.

• Druk de isolatoren en het contact samen, totdat de vier bevestigingshaken grip hebben.

• Verwijder de tape rond de gatrand in de carrosserie en de achterklep.

• Druk de houder van de rubberen doorvoer in de beide uiteinden van de rubberen doorvoer vast.

• Klik de klem weer rond de rubberen doorvoer met de tap (1) in het gat (2).

• Herhaal deze handeling met de andere klem.

• Druk de rubberen doorvoer in de carrosserie in de beide uiteinden vast.

• Klap de achterklep omlaag en controleer of de rubberen doorvoer goed loopt. Deze moet aan de onderkant van het frame van de achterklep komen te liggen.

• Trek de kabelboom naar links in de richting van de D-stijl.

• Zet deze boven het plafondpaneel met twee kabelstroppen aan de aanwezige kabelboom vast.

• Trek deze bij de D-stijl langs de aanwezige kabelboom naar de voorkant van de zekeringhouder.

• Met drie kabelstroppen vastzetten.

• Trek de kabelboom verder langs de aanwezige kabelboom, onder de rail, en naar voren tussen de console voor de rail en de wielkast.

• Met twee kabelstroppen aan de aanwezige kabelboom vastzetten.

Parkeerhulpcamera (PAC) monteren

Parkeerhulpcamera (PAC) monteren

• Vouw de isolatiemat van de bagageruimtevloer omhoog. Verwijder bij de perforatie het schuimrubber op de isolatie.

• Reinig het afgebeelde gebied op de bagageruimtevloer. Gebruik isopropanol.

• Veeg droog.

• Pak de regeleenheid uit de set.

• Gebruik isopropanol en reinig de twee glanzende oppervlakken op de regeleenheid.

• Veeg droog.

• Pak twee stukken klittenbanden uit de set en druk deze op elkaar.

• Knip de klittenbanden in het midden door.

• Verwijder de beschermende folie van de ene kant van de twee op elkaar gedrukte stukken klittenband.

• Druk de stukken klittenband vast op de gereinigde oppervlakken van de regeleenheid.

• Verwijder de beschermende folie van de aangebrachte stukken klittenband.

• Zet de regeleenheid op de vloer, zodat deze in de uitsparing in de isolatie past.

• Druk de regeleenheid goed vast op de vloer.

• Sluit de connector van de getrokken kabel op de regeleenheid aan.

Afbeelding A

• Pak adapterkabel B met de groene connectors uit de set. Sluit de groene 16-polige connector op de regeleenheid aan.

• Sluit de groene getrokken 5-polige steker op het overeenkomende contact in de adapterkabel aan.

• Zet de resterende kabel met een kabelstrop aan de aanwezige kabels vast.

Afbeelding B geldt voor auto's met een aanhangereenheid (TRM):

De afbeelding toont de positie van de parkeerhulpcamera (PAC) in combinatie met de aanhangereenheid (TRM).

• Let erop dat de regeleenheid van de parkeerhulpcamera zo geplaatst wordt dat deze en de kabels niet tegen de aanhangereenheid (TRM) schuren.

• Maak de groene 5-polige steker (1) los van de aanhangereenheid (TRM) en sluit deze op de groene 5-polige stekerbus (2) in de adapterkabel aan. De resterende groene connectors (3) in de adapterkabel worden op de parkeerhulpcamera (PAC) en de aanhangereenheid (TRM) aangesloten.

• Pak de massakabel van de getrokken adapterkabel. Trek deze naar achteren langs het kabelkanaal en de dunne kabelboom naar het achterstuk.

• Trek de kabel naar de rechterkant van het achterstuk en sluit deze op de aanwezige massa-uitgang aan.

• Haal de massabout aan met 10 Nm (7,5 lbf.ft.).

• Reinig het achterstuk met isopropanol op de plek waar de massakabel met tape moet worden bevestigd. Veeg droog.

• Zet de kabel met kabelstroppen en een breed stuk zilvertape/textieltape o.i.d. vast.

  
  

  NB! De massakabel mag alleen met tape aan het achterstuk worden vastgemaakt en mag niet aan de grote kabelboom worden vastgezet.

  
  

Voorbereidingen, interieur

Voorbereidingen, interieur

• Verwijder het linker koppaneel van het dashboard door het eerst voorzichtig los te draaien (1) met een vouwbeen totdat de twee bevestigingshaken loslaten en het vervolgens naar achteren te trekken (2).

• Verwijder het achterste drempelsierpaneel van het linker voorportier door eerst voorzichtig de clip in het midden en de clip helemaal achteraan los te wrikken.

• Vouw het paneel omhoog totdat u het er aan de achterkant uit kunt haken.

• Trek de clip aan de voorkant los, zodat zowel het voorste als het achterste paneel loslaten. Draai het achterste drempelsierpaneel 90° richting het voorste en haak het eruit.

• Maak de rubberlijst aan de voorkant van de portieropening los.

• Verwijder het voorste drempelsierpaneel van het linker voorportier door dit aan de achterkant op te tillen. Trek het naar achteren tot de clip in het midden loslaat en trek vervolgens schuin omlaag los van het A-stijlpaneel.

De punten 62 en 63 gelden alleen voor auto's met het stuur links

Afbeelding A

• Maak het paneel voor de stuurkap los door het naar achteren te trekken.

Afbeelding B

• Maak het paneel met de rubberen afdichting van de stuurkap los. Dit paneel zit met acht clips vast.

• Verwijder de vier schroeven voor het combi-instrument. Steek een vouwbeen tussen de bovenkant van het combi-instrument en het dashboard, zodat de rand vrij komt. Trek het combi-instrument eruit.

• Maak de connector aan de achterkant los en leg het instrument weg.

Geldt voor alle modellen

Afbeelding A

• Steek gereedschap O/N 9512943 tot de aanslag in de naad tussen de luidsprekergrille en het dashboard, ongeveer zoals afgebeeld.

  
  

  NB! Er zit weinig ruimte tussen de grille en het dashboard en de lak op de grille raakt makkelijk beschadigd. Gebruik daarom om de lak te beschermen een papiertje of een dun stuk plastic en stop dit in de naad tussen de grille en het gereedschap voordat u het gereedschap aanbrengt.

  
  

• Draai het gereedschap 90° zodat de haak de onderzijde van de luidsprekergrille grijpt.

Afbeelding B

• Trek omhoog totdat de luidsprekergrille loskomt. De luidsprekergrille zit stevig vast met zes clips. Beweeg het gereedschap eventueel dichter naar de clips om het verwijderen te vereenvoudigen.

  
  

  NB! Zorg ervoor dat u het dashboard en de grille niet beschadigt.

  
  

• Verwijder de zes schroeven in de console voor het beeldscherm en trek deze omhoog.

• Verwijder de connectoren en leg de eenheid weg.

Kabel leggen en aansluiting op beeldscherm

Kabel leggen en aansluiting op beeldscherm

Afbeelding A

• Pak de resterende kabelboom en sluit deze op de regeleenheid aan.

• Trek deze onder de balk bij de wielkast, onder de isolatiemat en naar de portieropening in het linker achterportier.

Afbeelding B

• Trek het B-stijlpaneel er aan de onderkant uit totdat de twee clips loslaten.

• Trek de kabelboom binnen het B-stijlpaneel en naar voren toe in de auto. Trek de kabelboom langs de linkerkant, binnen de vloer- en isolatiematten, tot aan de voorkant van de portieropening.

Afbeelding C

Geldt alleen voor auto's met het stuur links

• Trek de kabelboom binnen de vloer- en isolatiematten, een stukje omhoog op de A-stijl en vervolgens schuin omhoog, naar binnen door het onderste gat achter het koppaneel naar de plaats van het combi-instrument. Trek de kabelboom naar de plaats van het beeldscherm op het dashboard.

• Plaats de kabelboom zo, dat deze niet in contact komt met scherpe randen of bewegende delen onder het instrumentenpaneel.

Geldt alleen voor auto's met het stuur rechts

• Pak een spiraaldraad en leid deze bij de luchtkanalen naar binnen door het gat voor het beeldscherm. Trek deze naar links boven het dashboardkastje en naar buiten door de linker zijkant van het dashboard.

• Zet de connector van de kabel naar het beeldscherm met tape vast aan de spiraaldraad.

• Trek de kabel omhoog naar de plaats van het beeldscherm en naar buiten door het gat in het dashboard.

Afbeelding A

Geldt voor alle modellen

• Voorzie de kabel van bijvoorbeeld schuim- of isolatietape op de plek waar deze tegen de rand schuurt om deze tegen schuren te beschermen.

• Pak een kabelstrop uit de set en klem de kabel vast in het gat aan de zijkant volgens de afbeelding.

Afbeelding B

Geldt alleen voor auto's met het stuur links.

• Pak twee kabelstroppen uit de set en klem de leiding volgens de afbeelding vast aan aanwezige kabelstroppen binnen het instrument.

Beeldscherm monteren

Geldt voor alle modellen

• Pak beeldscherm en console.

• Sluit de connector (1) van de getrokken kabel aan op de linker aansluiting van het beeldscherm.

• Plaats de connector (2) van de aanwezige kabel terug in de rechter aansluiting op het beeldscherm.

• Plaats de console met het beeldscherm terug en zet deze met de zes schroeven vast.

• Plaats de luidsprekergrille terug.

Afrondende werkzaamheden

Afrondende werkzaamheden

De punten 71 en 72 gelden alleen voor auto's met het stuur links

• Sluit het combi-instrument aan en plaats het terug.

Afbeelding A

• Zet het paneel terug met de rubberen afdichting van de stuurkap en druk de acht clips vast.

Afbeelding B

• Druk het paneel vóór de stuurkap vast.

Geldt voor alle modellen

• Plaats het onderste deel van het B-stijlpaneel terug.

• Plaats het onderste paneel van de A-stijl terug.

• Plaats de rubberen afdekstrip in de portieropening terug.

• Plaats het drempelsierpaneel van het voorportier terug.

• Plaats het zijpaneel van het dashboard terug.

• Plaats het drempelsierpaneel terug.

• Plaats het zijpaneel terug.

• Plaats het toppaneel terug.

• Plaats de schroeven in het zijpaneel en het toppaneel terug.

• Plaats het zijkussen terug.

• Klap het linker ruggedeelte terug.

• Plaats het zitkussen terug.

• Plaats het drempelsierpaneel van de achterklep terug.

• Zet het drempelsierpaneel van de achterklep vast.

• Plaats het D-stijlpaneel terug.

• Plaats de rubberen lijst terug.

• Plaats het plafondpaneel terug en zet dit met de schroef vast.

• Sluit de connector aan en plaats de achterste plafondverlichting terug.

• Druk de laadvloer in zijn voorste bevestigingen vast.

• Plaats de gasdemper in zijn onderste bevestiging terug.

• Sluit de minkabel van de accu opnieuw aan.

• Zet de contactsleutel in stand II

• Download de software (applicatie) voor de werking van het accessoire volgens de service-informatie in VIDA. Zie VIDA of de accessoirescatalogus voor het artikelnummer van de software.

Voer de functietest zoals hieronder uit.

• Schakel in de achteruitversnelling.

• Activeer het scherm voor RTI.

• Wacht totdat de melding "Update Environment" op het scherm verschijnt.

• Volg de instructies op het scherm.

• Schakel het contact minimaal 10 seconden uit.

• Schakel het contact in.

• Activeer het scherm voor RTI.

• Controleer of de ondersteuningslijnen op het scherm verschijnen en of deze op stuurbewegingen reageren.

• Controleer de positie van de camera met behulp van het kalibreerprogramma. Zie VIDA onder "Diagnostiek/Autocommunicatie/Geavanceerd".

• Plaats het onderste paneel terug. Let erop dat alle clips vastgrijpen.

• Als de auto voorzien is van een elektrische portiersluiter, moet deze connector worden aangesloten.

• Bevestig nieuwe clips in het bovenste paneel en plaats dit terug. Let erop dat alle clips grip hebben.

• Plaats aan beide kanten de schroef aan de onderkant van het bovenste paneel van de achterklep terug.