Bandenspanningssensor monteren op losse velg en band

Bandenspanningssensor monteren op losse velg en band

Afbeelding A

Afbeelding B

• Reinig de binnen- en buitenkant van de velg bij het gat voor het ventiel. Reinig ook de binnenkant van de gatrand.

• Breng het ventiel in het ventielgat aan zonder de hoek tussen ventiel en sensorlichaam te veranderen. (Behoud de instelling waarmee de eenheid is geleverd.)

  De lasermarkering moet voor de monteur zichtbaar zijn.

• Als het ventiel helemaal in het ventielgat zit, moet u ervoor zorgen dat het sensorlichaam tegen de velgbaan ligt. Draai vervolgens de bevestigingsmoer van het ventiel met de andere hand enkele slagen.

• Op het moment dat u het sensorlichaam met de vingers van uw ene hand op zijn plaats tegen de velgbaan houdt door op het achterstuk van het ventiel te drukken, drukt u met uw andere hand de bevestigingsmoer van het ventiel voorzichtig tegen het centrum van de velg. Zo krijgt u de juiste hoek tussen ventiel en sensorlichaam en ligt het sensorlichaam tegen de velgbaan.

  
  

  NB! Het is belangrijk dat het sensorlichaam in contact blijft met de velgbaan.

  
  

• Op het moment dat u met uw ene hand het sensorlichaam en ventiel in positie houdt, draait u met uw andere hand de bevestigingsmoer van het ventiel vast. Zorg dat het dopje goed op de bevestigingsmoer past. Haal de bevestigingsmoer aan met 8 Nm (6 lbf.ft.).

Band op velg monteren

• Zet de velg vast in de bandenmachine en smeer de bandranden in met bandenpasta.

• Plaats de band zodanig op de velg dat de afstand tussen het ventiel en de plek waar de band de velg raakt ongeveer 200 mm is.

• Monteer de bandenschoen en zorg dat de afstand van 200 mm tussen het ventiel en het contactpunt tussen de band en velg wordt gehandhaafd. De gebogen pijl toont de rotatie van het wiel.

• Draai het wiel om de eerste kant van de band op zijn plaats te krijgen. De standaardschoen kan over de sensor gaan zonder deze te beschadigen.

• Zet de andere kant van de band in de juiste positie, zodat de afstand tussen het ventiel en de plek waar de band de velg raakt ongeveer 200 mm is. De gebogen pijl toont de rotatie van het wiel.

• Draai het wiel om de tweede kant van de band op zijn plaats te krijgen. De standaardschoen kan over de sensor gaan zonder deze te beschadigen.

• Vul en balanceer de band na de montage.

Na de montage van de wielen op de auto

• Haal de wielbouten aan met 140 Nm (103 lbf.ft).

• Programmeer de software volgens de service-informatie in VIDA.

• Kalibreer de TPMS-sensoren.

Speciaal gereedschap gebruiken: T9513035, TPMS-gereedschap