| | |
| | R8504142 |
|
| | Draai de contactsleutel naar stand 0. Verwijder het rechter zijpaneel van de tunnelconsole door dit eerst aan de voorzijde los te trekken. Trek het vervolgens naar achteren totdat alle clips loslaten. Neem de geluidsisolatie aan de rechterzijde weg door eerst de twee bouten los te draaien en het vervolgens aan de bovenkant los te wrikken.
|
| | R8504241 |
|
| | |
| | R8504169 |
|
| | |
| | R8504170 |
|
| | Neem het dorpelpaneel van het rechter voorportier los. Trek het eerst aan de voorzijde los totdat de clip daar loslaat. Werk vandaar verder naar achteren toe totdat ook de resterende clips loslaten. Haak het los van het paneel van de B-stijl en leg het opzij.
|
| | R8504295 |
|
| | |
| | R3603720 |
|
| | Verwijder het onderste stukje tape. Dat zit op de plaats waar de console moet worden vastgeschroefd. Pak de console en bout uit de set. Plaats de console op de bestaande lasmoer, onder het verwijderde stukje tape. Draai de console tot in de op de afbeelding weergegeven stand. Plaats de connector losvast en let erop dat deze recht zit, met de bijbehorende stroomaansluiting naar voren. Zet de console vast met een moment van 10 Nm (7 lbf ft). Als de auto is voorzien van een montageset voor een kinderzitje, moet de console voor de interieurconnector hierboven worden geplaatst en met de M6-bout worden vastgezet. Aanhaalmoment 10 Nm (7 lbf ft).
|
| | R8703679 |
|
| | |
| | M3603137 |
|
| | Pak een bout en de interieurconnector uit de set. Draai de interieurconnector vast op de console in de bovenste bevestiging. Steek de kraspen in de onderste bevestiging voor de interieurconnector. Maak een gat in de vloerbekleding tegenover het onderste gat in de console. Draai de onderste bevestiging voor de interieurconnector aan met behulp van een bout uit de set.
|
| | M3603138 |
|
| | Druk een borghuls (uit de set) op de interieurconnector. Schuif de borghuls zo ver mogelijk op de interieurconnector. Pak een tapijtmes en maak een snede in de vloerbekleding net voor de borghuls. Maak de snede zo lang als de diameter van de borghuls.
NB!
Beschadig de kabels en slangen onder de vloerbedekking niet. |
Verwijder de interieurconnector van de console.
|
| | R3501343 |
|
| | |
| | R3501493 |
|
| | Wrik de vergrendeling van de connector voor de koplamp voorzichtig met een schroevendraaier los. Trek de vergrendeling volledig omhoog, neem de connector los en leg de koplamp opzij.
|
| | R2900490 |
|
| | Voor de punten 12–17 geldt dat de genoemde kabelverbindingen en de verbindingsconnector onder de plaat onder de linker koplamp zitten. Geldt voor auto’s met een 8-cilindermotor met gemonteerde motorverwarmer Neem de klemband los waarmee de kabel naar de frontaansluiting van de motorverwarmer vastzit. Trek de kabel door.
|
| | R3602976 |
|
| | Geldt voor auto’s met een 8-cilindermotor met gemonteerde motorverwarmer Verwijder de borghuls over de verbinding van de kabels naar de motorverwarmer. Trek de kabels los van elkaar.
|
| | IMG-233745 |
|
| | Geldt voor auto’s met een 6-cilindermotor met gemonteerde motorverwarmer Verwijder de klemband waarmee de kabel voor de frontaansluiting vastzit. Trek de kabel door. Verwijder de borghuls over de verbinding van de kabels naar de motorverwarmer en trek de kabels los van elkaar.
|
| | D3601932 |
|
| | |
| | R3602939 |
|
| | Geldt voor alle modellen Sluit de kabel van de frontaansluiting van de motorverwarmer aan op aansluiting (1) van de verbindingsconnector. Druk de connector goed vast en druk een borghuls uit de set vast over de verbinding. Sluit de lange kabel naar de interieurconnector uit de set aan op een connector naar keuze (2 of 3) van de verbindingsconnector. Druk de connector goed vast en druk een borghuls uit de set vast over de verbinding. Sluit de kabel naar de motorverwarmer aan op de resterende connector van de verbindingsconnector. Druk de connector goed vast en druk een borghuls uit de set vast over de verbinding.
|
| | R2900491 |
|
| | Geldt voor auto’s met een 8-cilindermotor Trek de nieuwe kabel door naar het remvloeistofreservoir langs dezelfde route als de bestaande kabel naar de motorverwarmer.
Geldt voor auto’s met een 6-cilindermotor Trek de kabel zoals aangegeven op afbeelding 18.
Geldt voor alle modellen Pak een bout, een moer en een ring uit de set. Zet de verbindingsconnector vast in de opening in de plaat (1). Neem een nieuwe klemband uit de set en vervang de klemband die u verwijderde in punt 12 resp. 14.
|
| | R3603718 |
|
| | Geldt voor alle modellen Trek de kabel naar de interieurconnector onder de plaat die onder de linker koplamp zit. Trek de kabel naar achteren langs de linkerzijde van het luchtfilter en tussen het luchtfilter en de zekeringhouder door. Trek de kabel verder door naar achteren, onder het ABS door en vandaar tussen het kabelkanaal en het remvloeistofreservoir door omhoog.
NB!
Zorg dat de kabel niet langs scherpe randen of bewegende delen in de motorruimte schuurt. |
|
| | R2900495 |
|
| | Geldt voor auto’s met een 8-cilindermotor Neem de kabel van de motorverwarmer uit de twee clips boven het remvloeistofreservoir los.
|
| | R3603715 |
|
| | Geldt voor auto’s met een 6-cilindermotor Neem twee clips uit de set en breng deze aan op de plaatrand aan de voorzijde van het paneel dat de ruitenwisserarmen afdekt.
|
| | R2900496 |
|
| | |
| | R2900498 |
|
| | |
| | M2900499 |
|
| | Geldt voor auto’s met een 8-cilindermotor Neem twee klembanden uit de set en klem de kabel voor de eerder losgenomen verwarmer vast aan de zojuist naar de interieurconnector getrokken kabel.
|
| | R2900501 |
|
| | |
| | R7700583 |
|
| | |
| | R6100412 |
|
| | |
| | R2102945 |
|
| | |
| | R2900497 |
|
| | |
| | R2900500 |
|
| | |
| | R3603721 |
|
| | |
| | R2900516 |
|
| | |
| | R2900517 |
|
| | Smeer het doorvoerrubber in met vet voor lage temperaturen, O/N 1161427, om de kabel er eenvoudiger doorheen te halen en het doorvoerrubber gemakkelijker in positie te krijgen in de opening in het schutbord. Steek de kabel in het doorvoerrubber.
|
| | R3603735 |
|
| | Haal de kabel door de opening in het schutbord en druk het doorvoerrubber vast op zijn plaats in de opening, hetzij door deze van binnenuit, vanuit het passagierscompartiment, in positie te trekken, hetzij door hem voorzichtig met een lange, grote schroevendraaier of het brede uiteinde van een korte koevoet in positie te drukken.
NB!
Deze mogen niet scherp zijn, omdat ze de kabels en/of het doorvoerrubber dan kunnen beschadigen. |
Stem vervolgens de lengte van de kabel af op de afstand vanaf het doorvoerrubber, de aangebrachte clip en vandaar verder naar de motorruimte.
|
| | R3603734 |
|
| | Let op!
Controleer of de kabel dusdanig is getrokken dat hij niet in aanraking komt met de riem voor de dynamo of langs scherpe randen in de motorruimte schuurt. |
Plaats het kleine beschermpaneel in de wielkast terug. Plaats het wiel terug en haal de bouten aan met 140 Nm (103 lbf ft). Plaats de motordekplaat terug en haal de bouten aan met een moment van 25 Nm (18,5 lbf ft). Plaats de linker koplamp terug en sluit deze aan.
|
| | R3603736 |
|
| | |
| | M3603139 |
|
| | Steek de kabel vanuit de motorruimte door het gat in de vloerbekleding. Smeer de O-ring in met vet voor lage temperaturen, O/N 1161427.
NB!
Zorg dat er geen vet op de contactvlakken komt! |
Sluit de kabel aan op de interieurconnector en druk een borghuls (uit de set) over de verbinding. Klap de vloerbekleding terug en bevestig de interieurconnector met behulp van beide bouten.
Plaats het volgende terug: de geluidsisolatie het dorpelpaneel het afdekkapje aan de onderzijde van het paneel van de B-stijl het afdekkapje voor de bevestiging van de stoel het rechter zijpaneel van de tunnelconsole.
|