| | |
| | A3000303 |
|
| | Voorbereidingen NB!
Wacht minstens een minuut voordat u de connectors uiteenneemt of andere elektrische onderdelen verwijdert. |
|
| | |
| | M8600738 |
|
| | Voorbumper verwijderen (geldt voor de V70) |
| | M8601212 |
|
| | Maak de twee schroeven (1) aan beide kanten los. Druk de middenpen in de zes clips naar beneden en verwijder ze. Maak op dezelfde manier de twee clips (5) aan de onderkant van de bumper los.
|
| | M8601214 |
|
| | Tip
Het gaat makkelijker wanneer u voor deze handeling met z'n tweeën bent. |
|
| | |
| | M8600694 |
|
| | Voorbumper verwijderen (geldt voor de XC70) Verwijder de dekplaat en maak de twee schroeven (1) aan beide kanten los. Druk de middenpen in de zes clips naar beneden en verwijder ze. Maak op dezelfde manier de twee clips (2) aan de onderkant van de bumper los.
|
| | M8600695 |
|
| | Maak de schroef (3) los, maar schroef hem er niet volledig uit. Druk de schroefkop in zodat hij de bodem raakt en de schuifbevestiging loskomt. Herhaal de handeling aan de andere zijde.
|
| | M8600696 |
|
| | Tip
Het gaat makkelijker wanneer u voor deze handeling met z'n tweeën bent. |
|
| | |
| | D8601321 |
|
| | |
| | D8600292 |
|
| | |
| | |
| | D8505048 |
|
| | Voorbereidingen in het passagierscompartiment Voor een auto met het stuur rechts: doe hetzelfde aan de linkerkant van de auto. |
| | D8502325 |
|
| | |
| | D8505047 |
|
| | Neem de zitting van de achterbank (1) los door deze aan de voorkant omhoog en vervolgens recht naar voren te trekken. Neem de rechter dorpel (2) bij de achterbank los. Klap het rechterdeel van de achterbank (4) naar voren Neem de veiligheidsgordel uit zijn geleider op het zijkussen (3) Steek uw hand naar binnen bij het onderste deel van het zijkussen. Haal de pallen los. Til tegelijkertijd het zijkussen op. Leg het kussen opzij.
|
| | M8503188 |
|
| | |
| | M8503069 |
|
| | |
| | M8503008 |
|
| | |
| | D3703519 |
|
| | Aanbrengen van de kabelboom vanaf de bumper De afbeeldingen 15-20 tonen een auto met het stuur links. Voor een auto met het stuur rechts: doe hetzelfde aan de linkerkant van de auto. Pak de korte kabelboom uit de set. Neem de kleinste connector los van de kabel. Zet de waterdichte connector (1) vast met de kunststof klem / plaatklem uit de set. Bevestig de kunststof klem om de connector en zet de plaatklem vast rondom de plaatrand aan de rechterkant van de auto.
|
| | D2102942 |
|
| | Trek het kabeluiteinde met de losse pennen de motorruimte in. Leg de kabel (1) volgens de afbeelding. Leg hem onder zekeringhouder en expansiereservoir, zodat hij aan het oog wordt onttrokken. Zorg ervoor dat de kabel zo ligt, dat hij niet aan hitte of slijtage onderhevig is. Klem hem vast met bandklemmen uit de set.
|
| | D8200205 |
|
| | Leggen van de kabel naar het passagierscompartiment Als de auto een rubber doorvoer heeft waarin de ruimte voor meer kabels ontbreekt: Verwijder de huidige rubber doorvoer en vervang deze door de rubber doorvoer uit de set.
Als de auto een rubber doorvoer heeft waarin ruimte is voor meer kabels: Snijd de punt van het vrije rubber kapje af en trek de kabel door naar het passagierscompartiment. Schuif de rubber doorvoer uit de set op de kabel. Smeer de kabel in met gewone zeep, zodat de rubber doorvoer er eenvoudig overheen glijdt. Trek de kabel door het gat en druk de rubber doorvoer vast. Let erop dat het hittebestendige kousje van de kabel tegen de doorvoer komt te zitten. Zet het kousje vast met een bandklem.
|
| | D3703537 |
|
| | |
| | J3703487 |
|
| | Pak de connector uit de set. Neem de vergrendeling los. Plaats de pennen van de kabeluiteinden in de connector.
Blauw (Blue, BL) Groen (Green, GN) Violet (Violet, VO) Geel (Yellow, Y) Wit (White, W) Zwart (Black, SB)
|
| | D8505053 |
|
| | M8503570 |
|
| | Afbeelding A Pak de lange kabel uit de set. Sluit deze aan op de connector die u zojuist in orde hebt gemaakt. Trek de kabel naar de zijkant van de auto en verder onder dorpels door langs de huidige kabelbundels naar achteren, tot in de bagageruimte.
Afbeelding B geldt voor auto's met het stuurwiel links |
| | Gaten maken (geldt voor de V70) |
| | M8601360 |
|
| | Gaten maken (geldt voor de V70) Boor de gaten in het midden van de markeringen met een Ø3 mm (1/8”) boortje. Boor de gaten uit met een Ø8,5 mm (21/64”) boor.
|
| | D8601358 |
|
| | |
| | M8601372 |
|
| | M8601375 |
|
| | NB!
De afbeelding toont de rechterkant. Voer dezelfde handeling aan de linkerkant uit. |
Gaten maken voor connectors Meet en breng 30 mm rechts van de binnenste gaten markeringen aan voor het maken van gaten voor de connectors van de sensors. Boor de zes gaten in het kunststof binnenwerk uit met een 50 mm gatzaag. Boor de vier binnenste gaten ook doorheen het schuim uit. Maak het schuim los. Maak recht naar boven in het schuim een uitsnijding voor de kabels van de sensors vanaf de gaten die, rechts van de binnenste gaten, voor de connectors van de sensors werden geopend.
|
| | Gaten maken (geldt voor de XC70) |
| | M8601236 |
|
| | Gaten maken (geldt voor de XC70) Skidplate verwijderen Boor de vijf popnagels in de onderkant van de skidplate weg met een Ø6 mm boor. Druk de tien haakjes in waarmee de skidplate aan de bumperbekleding vastzit. Verwijder de skidplate van de bumperbekleding.
|
| | IMG-214560 |
|
| | Gaten maken in de skidplate NB!
De afbeelding toont de rechterkant. Voer dezelfde handeling aan de linkerkant uit. |
Meet voor de gaten van de sensors in de skidplate. Zie afbeelding. Boor doorheen de markeringen met een Ø3 mm boortje. Boor de gaten uit met een Ø8,5 mm boor. Maak een uitsnijding volgens de markering. Zorg dat de huls van het ponsgereedschap plat tegen de skidplate aanligt. Open de gaten met een Ø31 mm ponsgereedschap.
|
| | M8601362 |
|
| | IMG-214580 |
|
| | Gaten maken in de bumper Afbeelding A toont hoe u de buitenste gaten maakt NB!
De afbeelding toont de rechterkant. Voer dezelfde handeling aan de linkerkant uit. |
Meet en breng markeringen aan voor het maken van de buitenste gaten. Zie afbeelding. Boor Ø3 mm, Ø8,5 mm en maak gaten van Ø31 mm bij de markeringen.
Afbeelding B toont hoe u de binnenste gaten maakt NB!
De afbeelding toont de rechterkant. Voer dezelfde handeling aan de linkerkant uit. |
Meet en breng markeringen aan voor het maken van de binnenste gaten. Zie afbeelding. Boor Ø3 mm, Ø8,5 mm en maak gaten van Ø40 mm bij de markeringen.
|
| | M8601373 |
|
| | M8601375 |
|
| | Gaten maken in het schuim en het achterste deel Afbeelding A toont hoe u meet voor de sensorhouder in het schuim NB!
De afbeelding toont de rechterkant. Voer dezelfde handeling aan de linkerkant uit. |
Afbeelding B toont hoe u meet voor de connector van de sensor |
| | M8601374 |
|
| | Gaten maken in het achterste gedeelte NB!
De afbeelding toont de rechterkant. Voer dezelfde handeling aan de linkerkant uit. |
NB!
Voor de binnenste sensors hoeven er geen gaten te worden gemaakt. |
|
| | Aanbrengen van sensorhouders |
| | D8601325 |
|
| | Aanbrengen van sensorhouders Reinig de binnenkant van de bekleding met een milde vloeibare zeep. Reinig de zones rondom de gaten en hun binnenrand met een reinigingsdoekje en laat deze daarna drogen. Strijk een dun laagje activator (art.nr 8637076) op de gereinigde oppervlakken en laat deze drogen.
|
| | IMG-214381 |
|
| | Reinig het oppervlak (1) van de sensors en de oppervlakken (2) en (3) van de sensorhouders. Gebruik een reinigingsdoekje. Laat de betreffende oppervlakken drogen. Strijk een dun laagje activator op de gereinigde oppervlakken en laat deze drogen.
|
| | Afbeelding A Verwijder de beschermende folie van de ene kant van de tape. Breng de tape aan de voorkant van de sensorhouder aan (zie afbeelding B). Verricht bovenstaande handeling voor de drie andere sensorhouders. Controleer de markering aan de achterkant van de sensorhouder (A) voor de juiste plaatsing.
Afbeelding B NB!
Op de XC70 moeten de binnenste sensorhouders op de skidplate worden geplaatst. |
De houders die met 2 zijn gemarkeerd (voor sensors met een rechte connector) moeten aan de buitenkant van de bumper worden geplaatst. Controleer of de sensorhouders juist zijn geplaatst door in elke houder een sensor te steken. De binnenste connectors moeten naar rechts gedraaid zijn.
Afbeelding C Verwijder het beschermende laagje van de stukken tape op de sensorhouders. Plaats de sensorhouders met de cijferaanduiding naar boven gericht. De bovenkant van de sensorhouders moet op dezelfde hoogte liggen als de bumper.
NB!
De tape hecht onmiddellijk vast. |
NB!
Onjuiste plaatsing van de sensors kan resulteren in gedeeltelijk of volledig functieverlies. |
|
| | M8601277 |
|
| | M8601278 |
|
| | Skidplate bevestigen (geldt voor de XC70) Afbeelding A Afbeelding B |
| | Aanbrengen van sensors en kabelboom |
| | M8601367 |
|
| | Aanbrengen van sensors en kabelboom NB!
De afbeelding toont de montage bij een auto met het stuur links. |
Pak sensors en hun kabelboom uit de set. Plaats de twee binnenste sensors in de sensorhouders zodat ze vasthaken. De buitenste sensors moeten via de onderkant worden aangebracht nadat de bumper terug op de auto is gemonteerd. Sluit de connectors van de kabelboom op de binnenste sensors aan. Zorg dat er voldoende bedrading is voor de losse sensors aan de buitenkant zodat ze kunnen worden gemonteerd nadat de bumperbekleding is teruggeplaatst. De losse connector van de kabelboom moet nu aan de kant van de bumper naar buiten komen.
NB!
Bij montage op auto's met het stuurwiel rechts moet de connector van de kabelboom aan de linkerkant van de bumper naar buiten komen. |
NB!
Bij aansluiten is een klik hoorbaar. Dit geluid geeft aan dat de pal vergrendeld is. |
|
| | D8601350 |
|
| | |
| | D8601330 |
|
| | NB!
Let er goed op dat de activator minimaal tien minuten heeft kunnen drogen alvorens u lak aanbrengt. |
Let op!
Te veel lagen lak kan leiden tot het volledig of gedeeltelijk verdwijnen van de functie. Alle sensors moeten worden gelakt om een zeer goede functie te bekomen. |
|
| | M8601341 |
|
| | Houd de bumper omhoog tegen de auto en sluit de connector van de sensors aan op de connector die aan de auto geklemd is. Zet de bumper terug door de instructies bij de punten 2-5 in omgekeerde volgorde te herhalen. Plaats de twee buitenste sensors in de sensorhouders en sluit ze aan op de doorgetrokken kabelboom (zie afbeelding 34).
|
| | D3905107 |
|
| | NB!
Zorg dat de connector op hun plaats klikken en goed vastzitten. |
|
| | |
| | |
| | Afrondende werkzaamheden Plaats het volgende terug: de dorpels, voor en achter de zijpanelen in de bagageruimte, de vloerbekleding.
|
| | |