2008 L.H.D

Installatie-instructie

Installation instructions, accessories
Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden
V70 2008
V70 (00-08) 2008

Instructienr.VersieOnd. nr.Click to download PDF-version of this Installation Instruction
306644461.230786671, 30664441
Parkeerhulp voor




(MY 2005-)
D8601354




Uitrusting
A0000162
A0000163
A0000161
A0000180
A0000214
A0000177
A0801178
M0000232
A0000172
A0000192

D3603623

IMG-213320


 
  

INLEIDING

  • Lees de hele instructie door voordat u met de montage begint.

  • Opmerkingen en waarschuwingsteksten zijn bedoeld voor uw veiligheid en om de kans op defecten bij montage te beperken.

  • Controleer voordat u met de montage begint of alle gereedschappen die in de instructie staan beschikbaar zijn.

  • Bepaalde stappen in de instructie worden uitsluitend met afbeeldingen gepresenteerd. Bij meer gecompliceerde stappen staat ook een verklarende tekst.

  • Bij eventuele problemen met de instructie of het accessoire kunt u contact opnemen met uw lokale Volvo-dealer.

  

NB!

Bij montage moet de ondergrond een temperatuur hebben van minstens +15° ( 60°F)



NB!

Dit accessoire is aangesloten op het elektrisch systeem van de auto. Er is speciale software voor de auto voor nodig.


 

Voorbereidingen

1
A3000303
 

Voorbereidingen

  • Draai de contactsleutel in ontstekingsstand 0. Neem de contactsleutel uit het slot.


NB!

Wacht minstens een minuut voordat u de connectors uiteenneemt of andere elektrische onderdelen verwijdert.


 

2
M8600738
 

Voorbumper verwijderen (geldt voor de V70)

  • Verwijder de linker en rechter sierlijst door ze met een tochtstripgereedschap voorzichtig los te wrikken.

3
M8601212
 

  • Maak de twee schroeven (1) aan beide kanten los.

  • Druk de middenpen in de zes clips naar beneden en verwijder ze.

  • Maak op dezelfde manier de twee clips (5) aan de onderkant van de bumper los.

4
M8601214
 

  • Trek de bumper naar voren terwijl u tegelijkertijd de beide kanten naar buiten toe trekt totdat de rand van de schuifbevestiging loskomt.


Tip

Het gaat makkelijker wanneer u voor deze handeling met z'n tweeën bent.


  • Maak de connector van het mistlicht aan beide kanten los.

  • Maak de snelkoppeling voor de sproeikoppen van de koplamp aan beide kanten los.

 

5
M8600694
 

Voorbumper verwijderen (geldt voor de XC70)

  • Verwijder de dekplaat en maak de twee schroeven (1) aan beide kanten los.

  • Druk de middenpen in de zes clips naar beneden en verwijder ze.

  • Maak op dezelfde manier de twee clips (2) aan de onderkant van de bumper los.

6
M8600695
 

  • Maak de schroef (3) los, maar schroef hem er niet volledig uit.

  • Druk de schroefkop in zodat hij de bodem raakt en de schuifbevestiging loskomt.

  • Herhaal de handeling aan de andere zijde.

7
M8600696
 

  • Trek de bumper naar voren terwijl u tegelijkertijd de beide kanten naar buiten toe trekt totdat de rand van de schuifbevestiging loskomt.


Tip

Het gaat makkelijker wanneer u voor deze handeling met z'n tweeën bent.


  • Maak de connector van het mistlicht aan beide kanten los.

  • Maak de snelkoppeling voor de sproeikoppen van de koplamp aan beide kanten los.

 
8
D8601321
 

  • Breng beschermend papier aan op de bumper.

9
D8600292
 

  • Druk de haakjes weg waarmee het kunststof binnenwerk vastzit aan de bumperbekleding.

  • Trek het kunststof los.

  • Neem het schuim los van de bumperbekleding.

 
10
D8505048
 

Voorbereidingen in het passagierscompartiment

Voor een auto met het stuur rechts: doe hetzelfde aan de linkerkant van de auto.

  • Neem de dorpel (1) en het rechterpaneel (2) van de middenconsole los.

11
D8502325
 

  • Neem de vloermat los bij de voorste passagiersstoel. Klap de mat opzij, zodat de opening naar het motorcompartiment zichtbaar wordt.

12
D8505047
 

  • Neem de zitting van de achterbank (1) los door deze aan de voorkant omhoog en vervolgens recht naar voren te trekken.

  • Neem de rechter dorpel (2) bij de achterbank los.

  • Klap het rechterdeel van de achterbank (4) naar voren

  • Neem de veiligheidsgordel uit zijn geleider op het zijkussen (3)

  • Steek uw hand naar binnen bij het onderste deel van het zijkussen.

  • Haal de pallen los. Til tegelijkertijd het zijkussen op.

  • Leg het kussen opzij.

13
M8503188
 

  • Til het vloerluik omhoog.

  • Maak de borgschroeven los en neem de laadbak eruit.

14
M8503069
 

  • Verwijder het kleine paneel aan de linker- en rechterkant. Bij auto's met het stuurwiel rechts moet alleen het linkerpaneel worden verwijderd.

15
M8503008
 

  • Maak de schroeven los en verwijder het grote paneel aan de linker- en rechterkant. Bij auto's met het stuurwiel rechts moet alleen het linkerpaneel worden verwijderd.

16
D3703519
 

Aanbrengen van de kabelboom vanaf de bumper

De afbeeldingen 15-20 tonen een auto met het stuur links.

Voor een auto met het stuur rechts: doe hetzelfde aan de linkerkant van de auto.

  • Pak de korte kabelboom uit de set.

  • Neem de kleinste connector los van de kabel.

  • Zet de waterdichte connector (1) vast met de kunststof klem / plaatklem uit de set.

  • Bevestig de kunststof klem om de connector en zet de plaatklem vast rondom de plaatrand aan de rechterkant van de auto.

17
D2102942
 

  • Trek het kabeluiteinde met de losse pennen de motorruimte in.

  • Leg de kabel (1) volgens de afbeelding. Leg hem onder zekeringhouder en expansiereservoir, zodat hij aan het oog wordt onttrokken.

  • Zorg ervoor dat de kabel zo ligt, dat hij niet aan hitte of slijtage onderhevig is.

  • Klem hem vast met bandklemmen uit de set.

18
D8200205
 

Leggen van de kabel naar het passagierscompartiment

  • Breng de auto omhoog.

  • Verwijder de plug uit de opening naar het passagierscompartiment

    Als de auto een rubber doorvoer heeft waarin de ruimte voor meer kabels ontbreekt:

  • Verwijder de huidige rubber doorvoer en vervang deze door de rubber doorvoer uit de set.

    Als de auto een rubber doorvoer heeft waarin ruimte is voor meer kabels:

  • Snijd de punt van het vrije rubber kapje af en trek de kabel door naar het passagierscompartiment.

  • Schuif de rubber doorvoer uit de set op de kabel. Smeer de kabel in met gewone zeep, zodat de rubber doorvoer er eenvoudig overheen glijdt. Trek de kabel door het gat en druk de rubber doorvoer vast.

  • Let erop dat het hittebestendige kousje van de kabel tegen de doorvoer komt te zitten.

  • Zet het kousje vast met een bandklem.

19
D3703537
 

  • Klap de vloermat opzij en trek de kabel naar binnen.

20
J3703487
 

  • Pak de connector uit de set.

  • Neem de vergrendeling los.

  • Plaats de pennen van de kabeluiteinden in de connector.

  1. Blauw (Blue, BL)

  2. Groen (Green, GN)

  3. Violet (Violet, VO)

  4. Geel (Yellow, Y)

  5. Wit (White, W)

  6. Zwart (Black, SB)

  • Druk de vergrendeling van de connector terug.

21A
D8505053
21B
M8503570
 

Afbeelding A

  • Pak de lange kabel uit de set.

  • Sluit deze aan op de connector die u zojuist in orde hebt gemaakt.

  • Trek de kabel naar de zijkant van de auto en verder onder dorpels door langs de huidige kabelbundels naar achteren, tot in de bagageruimte.

Afbeelding B geldt voor auto's met het stuurwiel links

  • Trek de kabel verder langs het achterpaneel tot in de parkeerhulpeenheid (PAM) bij de linker wielkast.

 

Gaten maken (geldt voor de V70)

22
M8601360
 

Gaten maken (geldt voor de V70)

  • Boor de gaten in het midden van de markeringen met een Ø3 mm (1/8”) boortje.

  • Boor de gaten uit met een Ø8,5 mm (21/64”) boor.

23
D8601358
 

  • Open de geboorde gaten in de bumperbekleding met ponsgereedschap Ø31 mm (17/32”) (art.nr 9814069).

24A
M8601372
24B
M8601375
 


NB!

De afbeelding toont de rechterkant. Voer dezelfde handeling aan de linkerkant uit.


  • Bevestig het kunststof binnenwerk aan het schuim.

  • Meet en breng markeringen aan voor het maken van gaten in het kunststof binnenwerk. Zie afbeelding.

Gaten maken voor connectors

  • Meet en breng 30 mm rechts van de binnenste gaten markeringen aan voor het maken van gaten voor de connectors van de sensors.

  • Boor de zes gaten in het kunststof binnenwerk uit met een 50 mm gatzaag. Boor de vier binnenste gaten ook doorheen het schuim uit.

  • Maak het schuim los.

  • Maak recht naar boven in het schuim een uitsnijding voor de kabels van de sensors vanaf de gaten die, rechts van de binnenste gaten, voor de connectors van de sensors werden geopend.

 

Gaten maken (geldt voor de XC70)

25
M8601236
 

Gaten maken (geldt voor de XC70)

Skidplate verwijderen

  • Boor de vijf popnagels in de onderkant van de skidplate weg met een Ø6 mm boor.

  • Druk de tien haakjes in waarmee de skidplate aan de bumperbekleding vastzit.

  • Verwijder de skidplate van de bumperbekleding.

26
IMG-214560
 

Gaten maken in de skidplate


NB!

De afbeelding toont de rechterkant. Voer dezelfde handeling aan de linkerkant uit.


  • Meet voor de gaten van de sensors in de skidplate. Zie afbeelding.

  • Boor doorheen de markeringen met een Ø3 mm boortje.

  • Boor de gaten uit met een Ø8,5 mm boor.

  • Maak een uitsnijding volgens de markering. Zorg dat de huls van het ponsgereedschap plat tegen de skidplate aanligt.

  • Open de gaten met een Ø31 mm ponsgereedschap.

27A
M8601362
27B
IMG-214580
 

Gaten maken in de bumper

Afbeelding A toont hoe u de buitenste gaten maakt


NB!

De afbeelding toont de rechterkant. Voer dezelfde handeling aan de linkerkant uit.


  • Meet en breng markeringen aan voor het maken van de buitenste gaten. Zie afbeelding.

  • Boor Ø3 mm, Ø8,5 mm en maak gaten van Ø31 mm bij de markeringen.

Afbeelding B toont hoe u de binnenste gaten maakt


NB!

De afbeelding toont de rechterkant. Voer dezelfde handeling aan de linkerkant uit.


  • Meet en breng markeringen aan voor het maken van de binnenste gaten. Zie afbeelding.

  • Boor Ø3 mm, Ø8,5 mm en maak gaten van Ø40 mm bij de markeringen.

28A
M8601373
28B
M8601375
 

Gaten maken in het schuim en het achterste deel

Afbeelding A toont hoe u meet voor de sensorhouder in het schuim


NB!

De afbeelding toont de rechterkant. Voer dezelfde handeling aan de linkerkant uit.


  • Meet en breng markeringen aan voor het maken van gaten in het schuim. Zie afbeelding.

Afbeelding B toont hoe u meet voor de connector van de sensor

  • Meet en breng markeringen aan voor extra gaten van Ø30 mm rechts van de markeringen voor de gaten.

  • Boor bij de vier markeringen doorheen het schuim met een Ø40 mm gatzaag.

29
M8601374
 

Gaten maken in het achterste gedeelte


NB!

De afbeelding toont de rechterkant. Voer dezelfde handeling aan de linkerkant uit.


  • Meet voor het maken van gaten voor de buitenste sensorhouders.

  • Boor de gaten uit met een Ø40 mm gatzaag.


NB!

Voor de binnenste sensors hoeven er geen gaten te worden gemaakt.


 

Aanbrengen van sensorhouders

30
D8601325
 

Aanbrengen van sensorhouders

  • Reinig de binnenkant van de bekleding met een milde vloeibare zeep.

  • Reinig de zones rondom de gaten en hun binnenrand met een reinigingsdoekje en laat deze daarna drogen.

  • Strijk een dun laagje activator (art.nr 8637076) op de gereinigde oppervlakken en laat deze drogen.

31
IMG-214381
 

  • Reinig het oppervlak (1) van de sensors en de oppervlakken (2) en (3) van de sensorhouders. Gebruik een reinigingsdoekje. Laat de betreffende oppervlakken drogen.

  • Strijk een dun laagje activator op de gereinigde oppervlakken en laat deze drogen.

32A
M3603626
32B
M8601366
32C
D3603622
 

Afbeelding A

  • Verwijder de beschermende folie van de ene kant van de tape.

  • Breng de tape aan de voorkant van de sensorhouder aan (zie afbeelding B).

  • Verricht bovenstaande handeling voor de drie andere sensorhouders.

  • Controleer de markering aan de achterkant van de sensorhouder (A) voor de juiste plaatsing.

Afbeelding B

  • De houders die met 1 zijn gemarkeerd (voor sensors met een gekantelde connector) moeten in het midden op de bumper worden geplaatst.


NB!

Op de XC70 moeten de binnenste sensorhouders op de skidplate worden geplaatst.


  • De houders die met 2 zijn gemarkeerd (voor sensors met een rechte connector) moeten aan de buitenkant van de bumper worden geplaatst.

  • Controleer of de sensorhouders juist zijn geplaatst door in elke houder een sensor te steken. De binnenste connectors moeten naar rechts gedraaid zijn.

Afbeelding C

  • Verwijder het beschermende laagje van de stukken tape op de sensorhouders.

  • Plaats de sensorhouders met de cijferaanduiding naar boven gericht. De bovenkant van de sensorhouders moet op dezelfde hoogte liggen als de bumper.


NB!

De tape hecht onmiddellijk vast.



NB!

Onjuiste plaatsing van de sensors kan resulteren in gedeeltelijk of volledig functieverlies.


33A
M8601277
33B
M8601278
 

Skidplate bevestigen (geldt voor de XC70)

Afbeelding A

  • Gebruik montagegereedschap en popnagels met afstandsringen uit een aparte set.

Afbeelding B

  • Haak de skidplate op de bumperbekleding vast.

  • Breng de vier popnagels aan.

 

Aanbrengen van sensors en kabelboom

34
M8601367
 

Aanbrengen van sensors en kabelboom


NB!

De afbeelding toont de montage bij een auto met het stuur links.


  • Pak sensors en hun kabelboom uit de set.

  • Plaats de twee binnenste sensors in de sensorhouders zodat ze vasthaken. De buitenste sensors moeten via de onderkant worden aangebracht nadat de bumper terug op de auto is gemonteerd.

  • Sluit de connectors van de kabelboom op de binnenste sensors aan. Zorg dat er voldoende bedrading is voor de losse sensors aan de buitenkant zodat ze kunnen worden gemonteerd nadat de bumperbekleding is teruggeplaatst. De losse connector van de kabelboom moet nu aan de kant van de bumper naar buiten komen.


NB!

Bij montage op auto's met het stuurwiel rechts moet de connector van de kabelboom aan de linkerkant van de bumper naar buiten komen.



NB!

Bij aansluiten is een klik hoorbaar. Dit geluid geeft aan dat de pal vergrendeld is.


  • Plaats de kabelboom langs de rand binnenin de bumperbekleding, boven het schuim. Zet de kabelboom vast met butyltape. Gebruik activator (art.nr 8637076) als ondergrond om de aanhechting te verbeteren.

35
D8601350
 

  • Zet het schuim en de kunststof terug in de bumperbekleding.

  • Let erop dat alle haken daadwerkelijk vastgrijpen.

36
D8601330
 


NB!

Let er goed op dat de activator minimaal tien minuten heeft kunnen drogen alvorens u lak aanbrengt.


    Geldt voor de V70

  • Lak sensors en houders met een lak met dezelfde kleurcode als de auto. Gebruik een door Volvo aanbevolen lak. Breng minimaal twee laklagen aan.

  • Neem het beschermend papier weg als de lak droog is.

    Geldt voor de XC70

  • Lak de binnenste sensors met kleurcode: 426 silver. De buitenste sensors mogen enkel met vernis worden gelakt.

  • Neem het beschermend papier weg als de lak droog is.


Let op!

Te veel lagen lak kan leiden tot het volledig of gedeeltelijk verdwijnen van de functie. Alle sensors moeten worden gelakt om een zeer goede functie te bekomen.


37
M8601341
 

  • Houd de bumper omhoog tegen de auto en sluit de connector van de sensors aan op de connector die aan de auto geklemd is.

  • Zet de bumper terug door de instructies bij de punten 2-5 in omgekeerde volgorde te herhalen.

  • Plaats de twee buitenste sensors in de sensorhouders en sluit ze aan op de doorgetrokken kabelboom (zie afbeelding 34).

38
D3905107
 

  • Sluit de doorgetrokken kabel op de vrije poort van de parkeerhulpeenheid (PAM) aan.

  • Deze zit met een klittenband vast aan de linkerkant van de bagageruimte achter de wielkast.


NB!

Zorg dat de connector op hun plaats klikken en goed vastzitten.


39
 

  • Klem de sensorkabel zo vast dat deze niet schaaft of bijgeluiden veroorzaakt.

 

Afrondende werkzaamheden

40
 

Afrondende werkzaamheden

    Plaats het volgende terug:

  • de dorpels, voor en achter

  • de zijpanelen in de bagageruimte,

  • de vloerbekleding.

41
 

  • Programmeer de software conform de service-informatie in VIDA.