Maak de sensoren schoon. Gebruik: isopropanol

Laat drogen.

Maak de sensoren opnieuw schoon. Gebruik: isopropanol.

Laat drogen.

Raak de gereinigde oppervlakken niet aan.

Lak de sensoren in dezelfde kleurcode als de auto.

Gebruik Volvo Reparatielak. (Alleen de basislak gebruiken.)

Gebruik Volvo 2-K Heldere lak. Onderdeelnummer: 31335447.

Zet het contactslot in stand 0.

Verwijder de 3 schroeven op de korte zijde van de bumpermantel.

Herhaal dit aan de andere kant.

Verwijder de 2 schroeven aan de onderkant van de bumper.

Verwijder de 2 stoppen van de achterklep door deze een kwartslag te draaien en vervolgens recht omhoog te trekken.

Zet een stuk tape op de schermrand aan de rechter- en linkerkant vast om de rand te beschermen wanneer de hoek van de bumpermantel moet worden losgemaakt.

Verwijder de bumpermantel van de carrosserie door de korte zijden voorzichtig met een vouwbeen los te wrikken.

Trek de mantel aan beide kanten los van het achterlicht en de achterkant van het scherm. Deze zit met vier haken bij het achterlicht en vier haken aan de achterkant van het achterscherm vast.

Trek de bumpermantel recht naar achteren.

Maak de connector voor de kentekenplaatverlichting aan de linkerkant los.

Leg de bumpermantel op een beschermde ondergrond.

Verwijder de stukjes tape.

Lokaliseer de 4 markeringen aan de binnenkant van de bumpermantel.

Markeer in het centrum met een kraspen.

Boor gaten in het centrum van de markeringen met een Ø 3 mm (7/64") boor.

Boor de gaten uit met een Ø10 mm (25/64”) boor.

Maak de gaten in de bumpermantel groter met behulp van een gatensnijder O/N 9997234. De steunhuls van de gatensnijder moet op de binnenkant en het snijdende gedeelte op de buitenkant van de bumpermantel zitten.

Reinig de binnenkant van de bumpermantel met een milde vloeibare zeep.

Reinig rond de gaten en de markeringen met isopropanol.

Laat drogen.

Breng een dunne, gelijkmatige laag activator (O/N 8637076) op de gereinigde oppervlakken aan en laat ongeveer 10 minuten drogen.

Pak 4 houders uit de set.

Reinig de oppervlakken zoals afgebeeld met isopropanol.

Laat drogen.

Breng een dunne, gelijkmatige laag activator (O/N 8637076) op de gereinigde oppervlakken aan en laat minimaal 10 minuten drogen.

Trek het zitkussen voor de achterbank los. Eerst aan de achterkant waar het met één en daarna aan de voorkant waar het met twee houders vastzit.

Verwijder het zitkussen.

Klap de middenarmsteun naar voren.

Verwijder de middenarmsteun door deze aan beide uiteinden vast te pakken en omhoog te trekken, totdat deze aan de achterkant loskomt uit de tappen van het ruggedeelte (1).

Trek deze vervolgens naar voren, totdat de houders (2) op de zijkanten van het ruggedeelte uit de overeenkomende uitsparingen (3) in de middenarmsteun zijn gegleden.

Klap het ruggedeelte naar voren.

Verwijder de afdekplaat voor de rechter bevestiging van het ruggedeelte.

Verwijder de schroef en de borghuls.

Buig het ruggedeelte van de rechter bevestiging naar buiten.

Trek dit uit de bevestiging bij de armsteun en verwijder het.

Trek de rubberen lijst aan de achterkant van de rechter portieropening los.

Maak het B-stijlpaneel aan de onderkant los door met een vouwbeen aan de zijkanten te wrikken, totdat de 2 clips loslaten.

Haak de veiligheidsclip los van het paneel.

Kantel het paneel aan de onderkant naar buiten en haak dit daarna aan de bovenkant los, zodat de bovenste clip loslaat.

Verwijder de schroef in het rechter paneel van de achterbank.

Trek het paneel voorzichtig vanaf de carrosseriekant los. Dit zit met tien clips aan de binnenkant vast.

Haak dit aan de voorkant van de dorpel los.

Til het vloerluik aan de achterkant omhoog.

Trek dit naar achteren, zodat dit aan de voorkant loslaat.

Draai het luik en til het weg.

Verwijder het dorpelpaneel van de bagageklep door dit omhoog te trekken, totdat de vier clips aan de bovenkant en de vergrendelhaken aan de onderkant loslaten.

Verwijder de clip aan de achterkant van het zijpaneel rechtsachter.

Trek het zijpaneel voorzichtig los. Begin aan de voorkant/bovenkant en vervolgens naar achteren, totdat alle clips aan de bovenkant hebben losgelaten.

Klap het paneel naar binnen. Maak dit uit de lastogen los en til het uit de laadvloersteun.

Til het reservewiel, de krik en andere onderdelen uit het opbergvak in de laadvloersteun.

Verwijder de 4 schroefclips in de laadvloersteun.

Verwijder de beschermende film aan de ene kant van de dubbelhechtende tape.

Bevestig de tape op de houder.

Verwijder de resterende beschermende film.

Plaats het centreergereedschap in de houder (zie afbeelding).

Druk de houder op de bumpermantel vast.

Herhaal de stappen voor de overige houders.

Sluit de connectors van de kabelboom aan op de sensors.

Monteer de sensoren in hun houders.

Druk de houder van de kabelboom vast op de flenzen van de bumpermantel.

Verwijder de rubberen afdichting die onder de rechter achterklepstop zit.

Pak de kabelboom met de rubberen doorvoer uit de set.

Trek de kabelboom door het gat in de bagageruimte.

Plaats de rubberen doorvoer.

Druk de connector op de kunststof console vast.

Pak de regeleenheid en de houders ervan uit de set.

Druk de houder op de achterkant van de regeleenheid vast.

Sluit de connectors van de voorgetrokken kabelboom aan op de regeleenheid.

Breng de rechterkant van de laadvloersteun omhoog.

Lokaliseer de groene 5-polige connector die met tape aan de normale kabelboom van de auto is bevestigd.

Verwijder de tape en sluit de connector op de kabelboom van de regeleenheid aan.

Lokaliseer de 2 tapeinden die op de vloer zitten.

Druk de regeleenheid hierop vast met de aansluitingen naar voren in de auto gericht.

Bevestig de kabelboom met 3 kabelstroppen.

Koppel de connector van de aanhangerbedrading van de aanhangereenheid (TRM) los.

Maak de massakabel los.

Maak de terminalvergrendeling los door de pal in te drukken en de vergrendeling er recht uit te trekken.

Maak alle terminals van de connector los.

Snijd de vrije rubberen nippel (1) op de rubberen doorvoer van de PAS-bedrading open.

Steek de trekhaakbedrading erdoor. Smeer de trekhaakbedrading met laagtemperatuurvet van Volvo en steek de trekhaakbedrading (2) erdoor.

Sluit de terminals op de connector aan.

Druk de vergrendeling vast en sluit op de aanhangereenheid (TRM) aan.

De aanwezige 5-polige groene connector is aangesloten op de aanhangereenheid (TRM) (1).

Maak de connector voor de regeleenheid los en sluit deze op de PAS-bedrading (2) aan.

Maak de 5-polige groene connector (3) los, die met tape op de bedrading vastzit en sluit deze op de aanhangereenheid (TRM) aan.

Breng de bumpermantel naar de auto omhoog.

Sluit de connectors voor parkeerhulp en kentekenplaatverlichting aan.

Plaats de bumpermantel met de schroeven terug.

Plaats de stop voor de achterklep terug.

zijpaneel

de clips voor de laadvloersteun

de afdichtlijst

het dorpelpaneel

evt. reservewiel

de krik en andere onderdelen in de laadvloersteun

het vloerluik

Plaats het zijpaneel terug door dit eerst op de dorpel aan de voorkant in te sturen en vervolgens tegen de carrosseriekant te drukken. Let erop dat alle clips ingrijpen.

Maak het paneel met de aanwezige schroef vast.

Plaats het paneel met de veiligheidsclip terug.

Plaats de afdichtlijst terug.

de rugleuning - draai de schroef aan met 15 Nm (11 lbf.ft.).

de armsteun

het zitkussen

Download de software (applicatie) voor de werking van het accessoire volgens de service-informatie in VIDA. Zie VIDA of de accessoirescatalogus voor het artikelnummer van de software.