2006 L.H.D

Installatie-instructie

Installation instructions, accessories
Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden
XC90 2006
XC90 (03-) 2006 D5244T4 M66 AWD, XC90 (03-) 2006 D5244T M66 AWD

Instructienr.VersieOnd. nr.Click to download PDF-version of this Installation Instruction
307803671.131267444
Brandstofaangedreven verwarming, D5244T, M66




R8703687




Uitrusting
A0000162
A0000163
A0000161
A0801178
A0000166
A0000172

IMG-245458

M8703808


 
  

INLEIDING

  • Lees de hele instructie door voordat u met de montage begint.

  • Opmerkingen en waarschuwingsteksten zijn bedoeld voor uw veiligheid en om de kans op defecten bij montage te beperken.

  • Controleer voordat u met de montage begint of alle gereedschappen die in de instructie staan beschikbaar zijn.

  • Bepaalde stappen in de instructie worden uitsluitend met afbeeldingen gepresenteerd. Bij meer gecompliceerde stappen staat ook een verklarende tekst.

  • Bij eventuele problemen met de instructie of het accessoire kunt u contact opnemen met uw lokale Volvo-dealer.

  

NB!

Dit accessoire vereist software die uniek is voor de auto.


 
1
A8800136
 

  • Zet het contactslot in stand 0.

  • Ontkoppel de minkabel van de accu.


    NB!

    Wacht minstens vijf minuten voordat u de connectors ontkoppelt of andere elektrische onderdelen verwijdert.


2
R8504235
 

    Dit geldt voor auto’s met twee rijen stoelen

  • Verwijder het voorste vloerluik door het eerst iets op te lichten en het vervolgens los te trekken uit de bevestigingen aan de voorkant.

3
R8504236
 

    Dit geldt voor auto’s met twee rijen stoelen

  • Til het voorste opbergvak naar buiten.

4
R8504241
 


NB!

Het verwijderen van de rechterstoel in de tweede zitrij (punt 4-9) geldt voor alle auto’s. Voor auto’s met een derde zitrij geldt dat ook de linkerstoel en de middelste stoel van de tweede zitrij moeten worden verwijderd. Zie punt 10.


  • Verwijder het paneel dat op de bevestiging rechtsachter op de rechtervoorstoel zit. Wrik de achterkant van het paneel iets omhoog en trek het vervolgens naar achteren toe omhoog.

5
R8504169
 

  • Duw de stoelen van de eerste zitrij zo ver mogelijk naar voren.

  • Wrik het dekpaneel los dat over de verbinding tussen de portierdrempels rechts zit en verwijder het.

6
R8504171
 

  • Verwijder het paneel dat op de stoelbevestiging rechts voor op de rechterstoel in de tweede zitrij zit. U doet dat door de borghaak (1) aan de bovenkant omlaag te duwen en het paneel naar voren te trekken. Verwijder de schroef eronder.

7
R8504243
 

  • Verwijder het paneel van de voorste stoelbevestigingen voor de rechterstoel/middelste stoel in de tweede zitrij. Druk de borghaak (1) aan de bovenkant omlaag en trek het paneel naar voren. Verwijder de schroef van de rechterstoel.

8
R8504247
 

  • Klap het ruggedeelte van de rechterstoel in de tweede zitrij voorover.

  • Verwijder de afdekkingen (1) van de achterste stoelbevestigingen op de rechterstoel door ze aan de achterkant los te wrikken. Verwijder de schroeven.

9
R8504234
 

  • Haal het drempelsierpaneel van het rechter achterportier los. Trek de achterkant ervan los totdat de clips loskomen. Werk vervolgens naar voren toe, totdat de resterende clips zijn losgekomen.

  • Haak het drempelsierpaneel los van het paneel op de B-stijl. Plaats het drempelsierpaneel in de bagageruimte.

  • Verwijder de stoel.


Let op!

Wees voorzichtig wanneer u de stoelen uit de passagiersruimte tilt om te voorkomen dat de bevestigingen de portierpanelen beschadigen.


10
 

    Geldt voor auto’s met drie rijen stoelen

  • Verwijder de overeenkomstige panelen en schroeven uit punt 3–8 aan de linkerzijde en die voor de linkerstoel en de middelste stoel in de tweede zitrij.

  • Verwijder de linkerstoel en de middelste stoel.


Let op!

Wees voorzichtig wanneer u de stoelen uit de passagiersruimte tilt om te voorkomen dat de bevestigingen de portierpanelen beschadigen.


11
R8504231
 

    Geldt voor auto’s met drie rijen stoelen

  • Verwijder de blaasmonden aan linker- en rechterzijde.

12A
R8504237
12B
R8504238
 

Afbeelding A geldt voor auto’s met twee rijen stoelen

  • Klap de vloerbekleding opzij en zet deze met de veiligheidsgordel aan de linkerzijde vast.

  • Klap de piepschuimisolatie voorzichtig opzij, zodat u bij het deksel van het vlotterelement kunt komen.


Let op!

Wees voorzichtig, omdat de piepschuimisolatie gemakkelijk afbreekt.


Afbeelding B geldt voor auto’s met drie rijen stoelen

  • Klap de vloerbekleding en de isolatiemat opzij.

  • Breng een schroevendraaier of iets dergelijks aan om de bekleding in positie te houden.

  • Verwijder het luchtkanaal.

  • Verwijder de beide stukken piepschuimisolatie.

13
R8504239
 

  • Verwijder de vier schroeven uit het deksel van het vlotterelement.

  • Wrik het deksel voorzichtig los met een vouwbeen.

14A
R2501320
14B
R2501321
 

  • Verwijder de vier schroeven (1) uit de voorste en achterste bevestigingen van de brandstoftank. De tank komt op die manier iets omlaag, waarna u de aanzuigleiding op de brandstoftank kunt aansluiten. Draai zo nodig de schroef (2) van het brandstoffilter los en verwijder deze om de brandstoftank nog verder te laten zakken.

15
R2302950
 

  • Boor de aansluiting (1) in het tankelement uit. Gebruik een boor van Ø4 mm (5/32").


    NB!

    Gebruik een pneumatische boor met vet op het bitje.


16
R2302951
 

  • Steek de buis (1) uit de set in de aansluiting (2). Duw de buis zo ver omlaag dat deze tegen de aansluiting aankomt.

  • Neem de brandstofleiding met stroomkabel uit de set erbij. Breng beschermtape op het uiteinde van dat deel van de brandstofleiding aan dat door de opening in de vloer omlaaggehaald moet worden (het uiteinde met het losse kabeleind).

  • Haal het complete leidingenpakket (3) tussen de vloer en de brandstoftank door en aan de rechterzijde naar buiten.

17
R2302952
 

  • Druk de snelkoppeling (1) op de aansluiting totdat deze klikt. Controleer of de snelkoppeling goed vastzit.

18
R3702953
 

    Dit geldt voor auto’s met twee rijen stoelen

  • Vouw de piepschuimisolatie aan het uiteinde voorzichtig omhoog.

  • Breng er een vulstuk onder aan.

    Geldt voor alle modellen

  • Trek de kabel die u voorheen aanbracht samen met de brandstofleiding onder de stoelbalk door en sluit deze aan op de voorste connector (1) in de contactslede (2).

  • Geldt voor auto’s met twee rijen stoelen: Verwijder het vulstuk en haal de piepschuimisolatie omlaag.

  • Plaats de kabel in de houder die op het deksel van het vlotterelement zit.

  • Plaats het deksel op het vlotterelement terug en haal het aan met de vier schroeven.

19
 

  • Plaats de stukken piepschuimisolatie terug.

  • Geldt voor auto’s met drie rijen stoelen: Plaats het luchtkanaal terug.

  • Klap de vloerbekleding terug.

  • Geldt voor auto’s met drie rijen stoelen: Plaats de blaasmonden onder de buitenste stoelen terug.

  • Plaats de stoelen terug.


Let op!

Wees voorzichtig wanneer u de stoelen in de passagiersruimte tilt om te voorkomen dat de bevestigingen de portierpanelen beschadigen.


  • Zet de stoelen vast en haal de schroeven aan tot 48 Nm (35 lbf ft).

  • Plaats de panelen en de afdekkingen over de stoelbevestigingen terug.

  • Plaats de panelen over de verbinding tussen de portierdrempels terug.

    Dit geldt voor auto’s met twee rijen stoelen

  • Leg het voorste opbergvak terug.

  • Leg het voorste vloerluik terug.

20
D2302957
 

  • Trek de brandstofslang met de kabelboom (1) aan de achterkant van de brandstoftank te voorschijn. Trek de slang langs de rechterkant van de brandstoftank naar voren toe. Laat de slang hangen.

21
R2303046
 

  • Haal de rail voor de brandstofleiding los door een kleine schroevendraaier te steken in het gaatje dat tussen de rail en de gele clip zit. Haal de clip naar de kant waar de ovale opening in de rail zit. De zwarte clip achteraan is voorzien van een ophoging waar u de schroevendraaier tegenaan kunt zetten om de clip naar voren te duwen.

22
D2302958
 

  • Neem de brandstofpomp met de leiding uit de set erbij. Haal de leiding voor aan de rechterkant van de brandstoftank omhoog.

  • Leid de brandstofleiding zo dat deze naast de aanwezige brandstofleiding, in de uitsparing boven op de brandstoftank terechtkomt. Leg de brandstofleiding vervolgens aan de rechterzijde van de bedrading die naar de motorruimte loopt.

  • Trek de bedrading omhoog zodat de brandstofpomp zoveel mogelijk geplaatst is als afgebeeld.

23
D2302959
 

  • Verwijder de remleiding (1) uit de klem.

  • Neem de brandstofpomp met beugel erbij en plaats de beugel boven op de beugel voor de brandstoftankbevestiging en recht tegenover de gaatjes voor de popnagels.

  • Neem twee popnagels van metaal (2) uit de set. Zet de beugel van de brandstofpomp met popnagels op de beugel van de brandstoftankbevestiging vast.

24
D2302960
 

  • Neem de dubbele strop uit de set erbij. Zet de twee brandstofleidingen die van de brandstofpomp komen aan elkaar vast, recht tegenover de twee blauwe merkjes op de brandstofleidingen.

  • Druk de remleiding terug in de klem.

  • Haal de vier schroeven aan waarmee de tank vastzit. Haal de schroef van het brandstoffilter aan, voor zover u het filter losmaakte. Haal de schroeven aan tot 24 Nm (18 lbf ft).

  • Sluit de connector (1) van de voorgetrokken voedingskabel op de brandstofpomp aan.

  • Sluit de snelkoppeling (2) op de voorgetrokken brandstofleiding aan op de brandstofpomp.

25
D2302977
 

  • Neem een dubbele klem uit de set. Zet de brandstofleiding op de remleiding vast bij punt (1).

26A
R2303048
26B
R2303062
 

  • Druk de brandstofslang van de recentelijk bevestigde brandstofpomp op zijn plaats. Druk op zijn plaats in de onderkant van de rail en naar voren, in de uitsparing die helemaal rechts zit.


    NB!

    De markering op de brandstofslang moet tegenover het punt zitten waar de brandstofslang in de rail gaat.


  • Schuif de borgclip voor de rail terug. Druk de rail tegen de carrosserie. Zorg dat de rail stevig is bevestigd.

27
IMG-245459
 

  • Verwijder het linker voorwiel.

  • Boor de vijf popnagels (1) uit waarmee het binnenspatbord vastzit, evenals de popnagel (2) in de onderkant van de bumper. Gebruik een boor van Ø6 mm (1/4").

  • Verwijder eventuele resten van klinknagels.

28
IMG-245460
 

  • Verwijder de drie kunststof moeren waarmee de kleine plaat vastzit en het afdekpaneel boven de linker aandrijfas.

  • Verwijder de plaat en het afdekpaneel.

29
R8600966
 

    Geldt voor auto’s met zijsierpaneel (accessoire)


  • NB!

    Het zijsierpaneel van het voorspatbord niet losmaken.


    Haal alleen de bevestigingsogen aan het zijsierpaneel van het voorspatbord dusdanig opzij dat u de rand van het binnenspatbord blootlegt.

    Geldt voor auto’s zonder zijsierpaneel (accessoire)

  • Haal de spatbordverbreder los door de onderkant ervan voorzichtig los te wrikken met een vouwbeen.

  • Trek de verbreder tot aan het hoogste punt van de wielkast omhoog, totdat de drie borghaken aan de onderkant en de twee clips iets hoger loskomen.

30
R8600961
 

  • Verwijder het linker paneel van de bumper door de linker onderkant voorzichtig los te trekken, totdat de clip loskomt die helemaal onder aan de binnenkant zit. Trek verder totdat alle clips rondom zijn losgekomen.

31
R8600965
 

  • Haal het binnenspatbord opzij en hang het met een kabelstrop of iets dergelijks op.

32
R2000348
 

  • Verwijder de motordekplaat (1) door de bouten (2) te verwijderen.

33
R2102465
 

  • Verwijder de voorste carterbeschermplaat door eerst de zes schroeven (1) aan de onderzijde te verwijderen.

  • Roep de hulp van een collega in en trek de carterbeschermplaat naar voren. Trek de ene hoek los totdat het ene bevestigingsoog van de carterbeschermplaat loskomt van het subframe. Trek vervolgens de andere hoek los. Het is mogelijk dat u de onderkant van de bumperbekleding tegelijkertijd iets omlaag moet halen.

  • Open de dop op het expansiereservoir van het koelsysteem.

  • Breng een slang aan op de aftapnippel van de motorkoelvloeistof.

  • Open de aftapnippel. Tap de koelvloeistof af.

34
R2303064
 

  • Trek het kniestuk los en haal het opzij zodat u de brandstofbuis kunt aanbrengen.

35
R2303065
 

  • Verwijder de stuurbekrachtigingsbuizen en de kunststofslang uit de clips om het bevestigen van de brandstofbuis makkelijker te maken. Om de bovenste stuurbekrachtigingsbuis opzij te duwen moet de met rubber beklede klem boven aan de voorzijde van het subframe eventueel verwijderd worden.

36A
R2303047
36B
R2303066
 

  • Neem de brandstofleiding met de vier voorgemonteerde clips (1) uit de set erbij en breng deze op het hulpframe aan. Haal de leiding tussen de losgekoppelde buizen en het hulpframe door. Duw de leiding met de clips op de voorkant van het hulpframe vast en aan de onderkant op de clips (2) waarmee de kunststofslang vastzit. Er is weinig ruimte voor de brandstofleiding, zodat u de leiding iets moet verbuigen en verdraaien om deze te kunnen aanbrengen.

  • Plaats de servoleidingen terug en duw de kunststofslang op de buitenkant van de brandstofleiding vast. Plaats de met rubber beklede strop terug voor zover u die losgemaakt had.

  • Controleer of de brandstofbuis niet blijft steken achter het subframe. Controleer of de brandstofbuis niet tegen buizen of tegen schroefkoppen van de ophanging schaaft.

37
R6400811
 

  • Plaats het kniestuk terug.

  • Breng een garagekrik (1) onder de voorkant van het hulpframe aan.

  • Haal het gewicht van het subframe.

  • Verwijder de schroef (2) en de ring (3) uit de bevestiging links voor het hulpframe.

38
R8703683
 

  • Breng de verwarming (1) op de beugel (2) aan met de schroeven (3) uit de set en haal aan.

39
R8703684
 

  • Houd de verwarming in montagepositie omhoog.

  • Pak een kleine slangklem voor de brandstofleiding uit de set. Bevestig de klem op de brandstofslang (1) die vanaf de brandstofbuis op het subframe komt.

  • Druk de brandstofleiding op de inlaat (2) op de brandstofpomp. Draai aan.

40
R8703685
 

  • Neem een nieuwe schroef (1) uit de set en zet de verwarming op de linker voorhoek van het hulpframe vast. Haal de schroef nog niet te stevig aan.

  • Neem de plaatstalen beugel en twee moeren uit de set.

  • Breng het ene bevestigingsoog van de plaatstalen beugel aan op het tapeind (2) van de verwarming en draai de moer erop. Draai de moer losjes aan.

  • Breng het andere bevestigingsoog van de beugel aan op het tapeind (3) en draai de moer erop.

  • Draai de verwarming vast op het hulpframe en de beugel. Haal de schroef (1) aan tot 105 Nm (78 lbf ft). Haal de schroef aan over 120° of tot max. 280 Nm (206 lbf ft)

  • Verwijder de beschermdop van de voorgetrokken connector (4). Maak de pal aan de bovenkant los en trek de connector los.

  • Sluit de kabel uit de verwarming aan op de connector.

41
R2303052
 

  • Neem de schuurbescherming en de korte brandstofbuis uit de set erbij en breng de schuurbescherming op de buis aan.

42
R2303067
 

  • Steek het eindstuk van de brandstofbuis, dat op twee plaatsen is gebogen, onder de stuurbekrachtiging en de stabilisatorstang, boven op de rechter achterhoek van het subframe.

43
R2303068
 

  • Pak een slangklem uit de set. Duw de slangklem op de korte brandstofleiding aan de brandstofbuis op het subframe.

  • Sluit de korte brandstofbuis aan op de brandstofleiding. Schuif de buis zo ver in de brandstofleiding dat de twee buizen contact met elkaar maken. Dit voorkomt de vorming van luchtzakken.

  • Knijp de slangklem samen.

44A
R2303069
44B
R2303070
 

Afbeelding A

  • Neem een kabelstrop uit de set. Klem de beschermbuis op de brandstofbuis zodat deze stevig bevestigd is.

Afbeelding B

  • Neem een slangklem uit de set. Breng deze aan op de brandstofleiding naar de brandstofpomp die u eerder trok. Sluit de brandstofleiding op de korte brandstofbuis aan. Duw de buis zo ver mogelijk de brandstofleiding in, zodat de buizen contact met elkaar maken. Dit voorkomt de vorming van luchtzakken.

  • Zorg ervoor dat loop van de brandstofbuis in orde is en de kunststof slang niet hindert of tegen het subframe of andere onderdelen schuurt.

  • Knijp de slangklem samen.


    NB!

    Brandstofleidingen en brandstofbuizen moeten tenminste 15 mm (19/32") van de remleidingen zitten.


45
R2303071
 

  • Pak een kabelstrop uit de set en klem de brandstofbuis op de kunststof slang.

46
R2303072
 

  • Pak een dubbele klem uit de set en klem de brandstofleiding voor de parkeerverwarming op de gewone brandstofleiding.

47
R2501365
 

  • Verwijder de twee schroeven (1) uit de inlaatbuis van het luchtfilter.

  • Verwijder de inlaatbuis en leg deze opzij.

48
IMG-245461
 

  • Verwijder de motordekplaat door deze aan de voorkant omhoog te trekken en aan de achterkant los te haken.

49
IMG-245464
 

  • Maak de vijf schroeven in de stang tussen de veerpoottorens los. Verwijder de stang.

50
IMG-245465
 

  • Verwijder de kap boven het luchtfilter.

51
IMG-245466
 

  • Druk de pallen op de connectoren voor de regeleenheid op het luchtfilter in, draai de handgrepen en verwijder ze.

52
IMG-245467
 

  • Maak de connector en de slangklem op de buis naar het luchtfilter los.

53
IMG-245480
 

  • Maak de kunststof moer (1) op de linker console van het luchtfilter los. Trek het luchtfilter los van de voorbalk, vouw dit omhoog en plaats het zo dat de verwarmingsslangen te voorschijn kunnen worden getrokken.

54
IMG-245502
 

  • Maak de snelkoppeling los op de linker verwarmingsslang (1) van de cabineverwarming door de twee haken van de borgring allebei een kant op te drukken. Draai de snelkoppeling iets en trek deze eruit.

  • Maak de verwarmingsslang op de koelleiding aan de linkerzijde van de achterkant van de cilinderkop los.

  • Verwijder de verwarmingsslang. U hoeft deze niet meer te gebruiken.

55
IMG-245503
 

  • Pak de verwarmingsslang uit de set en leid deze omlaag aan de voorkant van de versnellingsbak en vervolgens naar de voorkant van de linker wielkast.

  • Trek de slangen naar achteren langs de binnenzijde van de linker voorbalk, boven de versnellingsbak. Trek deze dan door omhoog naar en aan de achterkant van de leiding naar de turbolader.

  • Sluit de slang met de snelkoppeling aan op de aansluiting in het schutbord.

  • Sluit het resterende slangeinde aan op de koelleiding (1) links van de achterkant van de cilinderkop. Maak deze vast met een slangklem uit de set. Zorg ervoor dat de slangen niet in aanraking komen met bewegende delen of scherpe randen in de motorruimte.

56
IMG-245504
 

  • Neem de met rubber beklede klem en een M8*16-schroef uit de set.

  • Zet de verwarmingsslang vanaf het schutbord met een klem vast. Bevestig de klem in het bestaande gat in de versnellingsbakwand boven de aandrijfas.

  • Draai de schroef aan tot 24 Nm (18 lbf.ft.).

57
R8703686
 

  • Sluit de twee verwarmingsslangen (1) met de slangklemmen uit de set aan op de verwarming en haal ze aan.

58
 

  • Draai de aftapnippel op de radiateur aan. Verwijder de slang.

  • Plaats de voorste carterbeschermplaat terug en haal deze aan tot 50 Nm (37 lbf ft)

  • Klap het binnenspatbord terug. Bevestig de kleine plaat en het afdekpaneel boven de aandrijfas met de kunststof moeren en haal aan.

  • Duw de spatbordverbreder vast.

  • Neem popnagels uit de set en zet het binnenspatbord aan voor- en onderkant met popnagels vast.

  • Plaats het bumperpaneel terug.

  • Plaats het wiel terug en haal de schroeven aan met 140 Nm (103 lbf.ft.).

59
 

  • Vul bij met koelvloeistof. Plaats de dop op het expansiereservoir terug.

  • Plaats het luchtfilter terug en sluit alle losgekoppelde kabels en slangen aan.

  • Zet het luchtfilter met de kunststof moer vast op het binnenspatbord.

  • Plaats de inlaatbuis terug op de frontplaat tussen de koplampen. Haal de schroeven aan tot 10 Nm (7 lbf ft)

  • Sluit de connectoren voor de regeleenheid op het luchtfilter aan.

  • Plaats de kap over het luchtfilter terug.

  • Plaats de stang tussen de veerpoottorens terug. Haal de vier M10-schroeven aan tot 50 Nm (37 lbf.ft) en de M12-schroef tot 80 Nm (59 lbf.ft).

  • Sluit de minkabel van de accu opnieuw aan.

  • Start de motor en ontlucht het koelsysteem en controleer of er geen sprake is van lekkage.

  • Zet de motordekplaat terug en haal de schroeven aan tot 25 Nm (18,5 lbf.ft.).

  • Plaats de motordekplaat terug.

  • Programmeer de software conform de service-informatie in VIDA.

  • Controleer de werking van de verwarming aan de hand van aparte instructies.