Connector voor afneembare trekhaak bevestigen

Connector voor afneembare trekhaak bevestigen

Geldt voor de S60

• Zet het contactslot in stand 0.

• Bevestig de connector van de aanhanger. Gebruik de drie schroeven en de moeren. Haal ze aan.

• Leid de kabel langs de onderzijde van de balk van de trekhaak zoals afgebeeld.

• Maak de kabel vast met twee kabelstroppen.

Geldt voor de V70

• Zet het contactslot in stand 0.

• Bevestig de connector van de aanhanger. Gebruik de drie schroeven en de moeren. Haal ze aan.

• Zorg dat de kabelboom zo dicht mogelijk bij de middelste bevestiging op de balk van de trekhaak zit. Dit is van belang om te voorkomen dat de kabelboom klemt in de uitsparing in de bumper.

• Maak de kabel vast met een kabelstrop.

Geldt voor de S80

• Zet het contactslot in stand 0.

• Bevestig de connector van de aanhanger (1). Gebruik de drie schroeven (2) en de moeren (3). Draai aan.

• Leid de kabelboom achter de schroef (4) boven op de trekhaak. Leid de kabelboom vervolgens omlaag langs de beugel (5).

• Klem de kabelboom bij de beugel vast. Draai de klemmen vast (6).

Connector voor vaste trekhaak bevestigen

Connector voor vaste trekhaak bevestigen

Geldt voor de S60

• Bevestig de connector van de aanhanger (1). Gebruik de drie schroeven (2) en de moeren (3). Draai aan.

• Laat de beugel hangen zoals afgebeeld

• Zet de kabelboom met een kabelstrop (4) aan weerszijden van de trekhaak vast.

• Plaats de kabelstroppen aan de hand van de vermelde afmetingen.

• Draai de klemmen nog niet volledig aan.

Afbeelding A geldt voor de V70

Afbeelding B geldt voor de S80

• Bevestig de connector van de aanhanger (1). Gebruik de drie schroeven (2) en de moeren (3). Draai aan.

• Klem de kabelboom vast aan de trekhaak. Draai de klem(men) vast (4).

Connector voor vaste/afneembare trekhaak bevestigen

Connector voor vaste/afneembare trekhaak bevestigen

Geldt voor de XC90

Afbeelding A

• Bevestig de connector van de aanhanger (1). Gebruik de drie schroeven (2) en de moeren (3). Draai aan.

• Haal de kabelboom naar rechts naar de voorkant van de trekhaakbalk.

• Zet de kabelboom met een kabelstrop aan weerszijden van de beugels voor de trekhaak vast.

Afbeelding B geldt voor auto's met R-design Skidplate

Op auto's met Skidplates moet het contact 90° linksom worden gedraaid ten opzichte van de positie op afbeelding A.

De punten 7–16 gelden voor de S60

De punten 7–16 gelden voor de S60

• Klap de vloerbekleding terug.

• Verwijder de clips die onder aan het uitklapbare paneel zitten (aan zowel linker- als rechterzijde) door het centrale gedeelte van de clips zo ver in te drukken dat u ze hoort klikken.

• Verwijder de clips.

• Schroef de voorste clips los.

• Draai de knop (1) aan linker- of rechterzijde 90°.

• Klap de panelen naar binnen. Til de panelen naar buiten.

• Trek eerst het drempelsierpaneel (2) van de kofferbak naar voren toe, totdat de twee clips aan linker- of rechterzijde loskomen. Trek stevig maar voorzichtig aan het paneel omdat het stevig vastzit. Trek het paneel vervolgens recht omhoog, totdat de vier clips aan de onderkant loskomen.

• Verwijder de bedrading (3) voor de bagageruimteverlichting.

• Draai het drempelsierpaneel eruit.

• Verwijder de dekplug uit de opening in de carrosserie zoals aangegeven op de afbeelding (heeft geen nadelige invloed op de afvoer van de accu).

Bij gebruik van de functie voor mistachterlichten: Afbeelding A

• Druk het palletje in de borging van de grijze (GR) 12-polige connector met een kleine schroevendraaier omlaag. Trek de borging tegen de aanslag naar buiten.

Afbeelding B

• Sluit de blauwe (BL) kabel aan in positie 2 van de connector.

• Zet de borging weer in de vergrendelde stand.

• Isoleer de kabelschoen en klem de blauwe (BL) kabel vast, als u deze niet moet hoeft aan te sluiten.

Bij gebruik van de functie laadstroom: Afbeelding A

• Druk de blauwe borging van de zwarte, 12-polige connector met een kleine schroevendraaier naar buiten.

Afbeelding B

• Sluit de blauwe/gele (BL/Y) kabel aan in positie F van de 12-polige, zwarte (SB) connector.

• Zet de borging weer in de vergrendelde stand.

• Isoleer de kabelschoen van de resterende zwarte/gele (SB/Y) kabel en klem de kabel aan de kabelboom vast. Als u geen van de kabels hoeft aan te sluiten, moet u beide kabels isoleren en vastklemmen.

Bij gebruik van de functie achteruitrijlichten: Afbeelding A

• Druk de blauwe borging van de zwarte, 12-polige connector met een kleine schroevendraaier naar buiten.

Afbeelding B

• Sluit de zwarte/gele (SB/Y) kabel aan in positie H van de 12-polige, zwarte (SB) connector.

• Zet de borging weer in de vergrendelde stand.

• Isoleer de kabelschoen van de resterende blauw/gele (BL/Y) kabel en klem de kabel aan de kabelboom vast. Als u geen van de kabels hoeft aan te sluiten, moet u beide kabels isoleren en vastklemmen.

Afbeelding A

• Leid de kabelboom van de connector van de trekhaak door de opening in de vloer.

• Stel de stand van de rubber keerring (1) af, zodat er geen kabels onder de auto hangen.

• Bevestig de rubber keerring in de opening.

• Trek de kabelboom zoals op de afbeelding over de achterkant van de linker langsligger heen naar de zekeringenhouder toe.

Afbeelding B

• Zet de kabelboom met kabelstroppen (2) uit de set aan de aanwezige kabelboom achter de accu vast.

• Sluit de voorgetrokken massakabel op het bestaande massapunt (3) achter de accu aan en draai de massaschroef stevig aan.

• Haal de trekhaakregeleenheid (TRM) van de klittenband af die aan de achterzijde van het plaatwerk vóór de zekeringenhouder zit.

• Sluit de connectoren van de trekhaakbedrading aan:

de groene (GN) en grijze (GR) connector op de regeleenheid.

de zwarte (SB) connector op de zekeringenhouder.

• Plaats de regeleenheid in positie terug.

• Zet het teveel aan kabellengte met een kabelstrop uit de set vast.

• Breng de zekeringen uit de set op de volgende posities in de zekeringenhouder (REM) aan:

20A in positie 20 (minizekering), als de functie laadstroom in punt is geselecteerd;

25A op positie 29;

25A op positie 30;

• Sluit de connectoren voor de verlichting op het drempelsierpaneel aan en plaats het paneel terug.

• Plaats de uitklapbare panelen terug.

• Bevestig de vloerbekleding in de bagageruimte.

Geldt bij het aansluiten van de functie voor automatische uitschakeling van de mistachterlichten

• 
  

  NB! Deze functie vereist modelspecifieke software. Installeer de software aan de hand van de service-informatie in VIDA.

  
  

7-polige connector controleren:

1. Richtingaanwijzer links

2. Mistachterlichten/achteruitrijlichten/laadstroom

3. Massa

4. Richtingaanwijzer rechts

5. Achterlicht rechts

6. Remlichten

7. Achterlicht links

De punten 17–26 gelden voor de S80

De punten 17–26 gelden voor de S80

• Klap de vloerbekleding terug.

• Verwijder de clips die onder aan het uitklapbare paneel zitten (aan zowel linker- als rechterzijde) door het centrale gedeelte van de clips zo ver in te drukken dat u ze hoort klikken.

• Verwijder de clips.

• Schroef de voorste clips los.

• Draai de knop (1) aan linker- of rechterzijde 90°.

• Klap de panelen naar binnen. Til de panelen naar buiten.

• Verwijder de twee afdekkingen (2) en de schroeven (3) eronder.

• Trek eerst het drempelsierpaneel (4) van de kofferbak naar voren toe, totdat de twee clips aan linker- of rechterzijde loskomen. Trek stevig maar voorzichtig aan het paneel omdat het stevig vastzit. Trek het paneel vervolgens recht omhoog, totdat de vier clips aan de onderkant loskomen.

• Verwijder de bedrading (5) voor de bagageruimteverlichting.

• Draai het drempelsierpaneel eruit.

• Verwijder de afvoerslang (1) van de accu.

• Verwijder het afdichtrubber (2). U hoeft het daarna niet meer te gebruiken.

• Trek de kleine, smalle rubberen strip van de nieuwe rubberen afdichting af.

• Steek de oude afvoerslang door de nieuwe rubberen afdichting heen. Zorg dat de slang vrij hangt en nergens knikken vertoont.

Bij gebruik van de functie voor mistachterlichten: Afbeelding A

• Druk het palletje in de borging van de grijze (GR) 12-polige connector met een kleine schroevendraaier omlaag. Trek de borging tegen de aanslag naar buiten.

Afbeelding B

• Sluit de blauwe (BL) kabel aan in positie 2 van de connector.

• Zet de borging weer in de vergrendelde stand.

• Isoleer de kabelschoen en klem de blauwe (BL) kabel vast, als u deze niet moet hoeft aan te sluiten.

Bij gebruik van de functie laadstroom: Afbeelding A

• Druk de blauwe borging van de zwarte, 12-polige connector met een kleine schroevendraaier naar buiten.

Afbeelding B

• Sluit de blauwe/gele (BL/Y) kabel aan in positie F van de 12-polige, zwarte (SB) connector.

• Zet de borging weer in de vergrendelde stand.

• Isoleer de kabelschoen van de resterende zwarte/gele (SB/Y) kabel en klem de kabel aan de kabelboom vast. Als u geen van de kabels hoeft aan te sluiten, moet u beide kabels isoleren en vastklemmen.

Bij gebruik van de functie achteruitrijlichten: Afbeelding A

• Druk de blauwe borging van de zwarte, 12-polige connector met een kleine schroevendraaier naar buiten.

Afbeelding B

• Sluit de zwarte/gele (SB/Y) kabel aan in positie H van de 12-polige, zwarte (SB) connector.

• Zet de borging weer in de vergrendelde stand.

• Isoleer de kabelschoen van de resterende blauw/gele (BL/Y) kabel en klem de kabel aan de kabelboom vast. Als u geen van de kabels hoeft aan te sluiten, moet u beide kabels isoleren en vastklemmen.

Afbeelding A

• Leid de kabelboom van de connector van de trekhaak door de opening in de vloer.

• Stel de stand van de rubber keerring (1) af, zodat er geen kabels onder de auto hangen.

• Bevestig de rubber keerring in de opening.

• Verbind de afvoerslang (2) met de accu.

• Trek de kabelboom zoals op de afbeelding over de achterkant van de linker langsligger heen naar de zekeringenhouder toe.

Afbeelding B

• Zet de kabelboom met kabelstroppen (3) uit de set aan de aanwezige kabelboom achter de accu vast.

• Sluit de voorgetrokken massakabel op het bestaande massapunt (4) achter de accu aan en draai de massaschroef stevig aan.

• Haal de trekhaakregeleenheid (TRM) van de klittenband af die aan de achterzijde van het plaatwerk vóór de zekeringenhouder zit.

• Sluit de connectoren van de trekhaakbedrading aan:

de groene (GN) en grijze (GR) connector op de regeleenheid.

de zwarte (SB) connector op de zekeringenhouder.

• Plaats de regeleenheid in positie terug.

• Zet het teveel aan kabellengte met een kabelstrop uit de set vast.

• Breng de zekeringen uit de set op de volgende posities in de zekeringenhouder (REM) aan:

20A in positie 20 (minizekering), als de functie laadstroom in punt is geselecteerd;

25A op positie 29;

25A op positie 30;

• Sluit de connectoren voor de verlichting op het drempelsierpaneel aan en plaats het paneel terug.

• Plaats de uitklapbare panelen terug.

• Bevestig de vloerbekleding in de bagageruimte.

Geldt bij het aansluiten van de functie voor automatische uitschakeling van de mistachterlichten

• 
  

  NB! Deze functie vereist modelspecifieke software. Installeer de software aan de hand van de service-informatie in VIDA.

  
  

7-polige connector controleren:

1. Richtingaanwijzer links

2. Mistachterlichten/achteruitrijlichten/laadstroom

3. Massa

4. Richtingaanwijzer rechts

5. Achterlicht rechts

6. Remlichten

7. Achterlicht links

De punten 27–40 gelden voor de V70

De punten 27–40 gelden voor de V70

• Verwijder de twee vloerluiken uit de bagageruimte.

• Verwijder het opbergvak onder het achterste vloerluik door de clip aan de linker- en de rechterkant met 90° te draaien. Til het vak naar buiten.

• Verwijder het uitklapbare paneel aan linkerzijde uit de bagageruimte.

• Verwijder het linker zijpaneel. Verwijder de afdekking en de schroef aan de voorkant eerst.

• Trek de bovenzijde van het paneel naar buiten totdat de clips vrijkomen.

• Klap het paneel naar binnen. Til het paneel naar buiten.

Geldt alleen voor modellen met extra bankje of lagetonenluidspreker

• Verwijder de schroef (1), de moeren (2) en de beugel (3) door deze naar voren te trekken.

• Til de beschermende afdekking (4) eraf.

• Verwijder de twee schroeven uit het drempelsierpaneel van de kofferbak.

• Verwijder de dekplug uit de opening in de carrosserie zoals aangegeven op de afbeelding (heeft geen nadelige invloed op de afvoer van de accu).

Bij gebruik van de functie voor mistachterlichten: Afbeelding A

• Druk het palletje in de borging van de grijze (GR) 12-polige connector met een kleine schroevendraaier omlaag. Trek de borging tegen de aanslag naar buiten.

Afbeelding B

• Sluit de blauwe (BL) kabel aan in positie 2 van de connector.

• Zet de borging weer in de vergrendelde stand.

• Isoleer de kabelschoen en klem de blauwe (BL) kabel vast, als u deze niet moet hoeft aan te sluiten.

Bij gebruik van de functie laadstroom: Afbeelding A

• Druk de blauwe borging van de zwarte, 12-polige connector met een kleine schroevendraaier naar buiten.

Afbeelding B

• Sluit de blauwe/gele (BL/Y) kabel aan in positie F van de 12-polige, zwarte (SB) connector.

• Zet de borging weer in de vergrendelde stand.

• Isoleer de kabelschoen van de resterende zwarte/gele (SB/Y) kabel en klem de kabel aan de kabelboom vast. Als u geen van de kabels hoeft aan te sluiten, moet u beide kabels isoleren en vastklemmen.

Bij gebruik van de functie achteruitrijlichten: Afbeelding A

• Druk de blauwe borging van de zwarte, 12-polige connector met een kleine schroevendraaier naar buiten.

Afbeelding B

• Sluit de zwarte/gele (SB/Y) kabel aan in positie H van de 12-polige, zwarte (SB) connector.

• Zet de borging weer in de vergrendelde stand.

• Isoleer de kabelschoen van de resterende blauw/gele (BL/Y) kabel en klem de kabel aan de kabelboom vast. Als u geen van de kabels hoeft aan te sluiten, moet u beide kabels isoleren en vastklemmen.

Afbeelding A

• Leid de kabelboom van de connector van de trekhaak door de opening in de vloer.

• Stel de stand van de rubber keerring (1) af, zodat er geen kabels onder de auto hangen.

• Bevestig de rubber keerring in de opening.

• Trek de kabelboom zoals afgebeeld. Trek het drempelsierpaneel aan de linkerzijde omhoog en leg de kabelboom in de ruimte achter aan de linker vloersteun. Controleer of de kabelboom nergens blijft klemmen, voordat u het drempelsierpaneel vastzet.

• Draai het drempelsierpaneel vast.

Afbeelding B

• Zet de kabelboom met een kabelstrop (2) uit de set aan de aanwezige kabelboom achter de accu vast.

• Sluit de voorgetrokken massakabel op het bestaande massapunt (3) achter de accu aan en draai de massaschroef stevig aan.

• Maak de trekhaakregeleenheid (TRM) los aan de voorkant van de afdekking die voor de ventilatie-opening zit, achter bij de linker achterwielkast.

• Sluit de connectoren van de trekhaakbedrading aan:

de groene (GN) en grijze (GR) connector op de regeleenheid.

de zwarte (SB) connector op de zekeringenhouder.

• Plaats de regeleenheid in positie terug.

• Zet het teveel aan kabellengte met een kabelstrop uit de set vast.

• Breng de zekeringen uit de set op de volgende posities in de zekeringenhouder (REM) aan:

20A in positie 20 (minizekering), als de functie laadstroom in punt is geselecteerd;

25A op positie 29;

25A op positie 30;

• Plaats het zijpaneel terug.

• Plaats het uitklapbare paneel terug.

• Plaats een eventuele afdekking en beugel voor de accu terug.

• Plaats de opberglade en de vloerluiken terug.

Geldt bij het aansluiten van de functie voor automatische uitschakeling van de mistachterlichten

• 
  

  NB! Deze functie vereist modelspecifieke software. Installeer de software aan de hand van de service-informatie in VIDA.

  
  

7-polige connector controleren:

1. Richtingaanwijzer links

2. Mistachterlichten/achteruitrijlichten/laadstroom

3. Massa

4. Richtingaanwijzer rechts

5. Achterlicht rechts

6. Remlichten

7. Achterlicht links

De punten 41–57 gelden voor de XC90

De punten 41–57 gelden voor de XC90

Dit geldt voor auto’s met twee rijen stoelen

• Klap het achterste middenvloerluik (1) omhoog. Als het vloerluik aan de onderkant voorzien is van een tassenhouder, zit deze met een riem aan elk van de uiteinden van de opberglade vast. Maak deze riemen in dat geval los.

• Verwijder de opberglade eronder.

• Verwijder het vloerluik in zijn geheel door het bijna volledig op te klappen en vervolgens achteruit uit de bevestigingen te trekken.

Geldt voor auto’s met drie rijen stoelen en een geïntegreerde tassenhouder aan de onderkant van het middenvloerluik

• Klap het achterste middenvloerluik (1) omhoog.

• Haal de twee riemen van het onderliggende paneel los. Til het paneel aan de achterkant op, klap het vloerluik weer tegen het paneel aan terug en til het vloerluik vervolgens samen met het paneel uit de auto.

Geldt voor auto’s met drie rijen stoelen en een geïntegreerde tassenhouder

• Klap het achterste middenvloerluik (1) aan de achterkant omhoog en til het naar buiten.

Geldt voor alle modellen

• Verwijder het linker zijvloerluik (2).

• Verwijder het linker inklapbare zijpaneel uit de bagageruimte.

• Verwijder de drie schroeven uit de accuhouder en til de houder naar buiten.

• Verwijder de afdekking die over de accu heen zit.

• Trek de rubberen afdekstrip los aan de achterkant van de portieropening voor het linker achterportier, recht tegenover het paneel van de linker C-stijl.

• Wrik voorzichtig de zijkanten van het paneel van de C-stijl links bij de bovenzijde los. Gebruik een kunststof vouwbeen. Trek vervolgens totdat de drie clips aan de binnenkant loskomen. Voorkom dat de hemelbekleding of het paneel beschadigd raakt.

• Verwijder het paneel door dit iets omhoog te trekken en los te haken uit het zijpaneel.

• Verwijder de afdekking van het achterste plafondpaneel en de schroeven eronder.

• Wrik het paneel aan de achterkant voorzichtig los met een kunststof vouwbeen.

• Trek het paneel aan de achterkant omlaag totdat de vier clips aan de bovenkant loskomen.

• Als de auto is voorzien van verlichting in het paneel, moet u de connector daarvan losmaken.

• Trek het paneel naar achteren om het los te maken.

• Trek het paneel van de D-stijl voorzichtig los. Begin aan de bovenkant en trek het vervolgens omlaag totdat de drie clips aan de binnenkant loskomen. Zorg dat u het paneel niet beschadigt.

• Ontkoppel de connector op het paneel van de D-stijl (als de auto een luidspreker in de D-stijl heeft, zit de connector in de luidspreker).

• Verwijder het paneel door dit iets omhoog te trekken en los te haken uit het zijpaneel.

Afbeelding A geeft het verwijderen van de afdekking voor de lastogen aan

• Klap het lastoog uit.

• Steek een kraspen met een gehoekte punt in de opening in de bovenkant van de afdekking.

• Draai de kraspen zo dat de gehoekte punt in de achterzijde van de afdekking (1) aangrijpt. Trek de afdekking eraf.

Afbeelding B geldt voor auto’s met twee rijen stoelen

Afbeelding C geldt voor auto’s met drie rijen stoelen

• Klap de stoelen in de derde rij omhoog (geldt voor auto’s met drie rijen stoelen).

• Verwijder de schroeven (2) voor de lastogen in het linkerzijpaneel.

• Verwijder de afdekkingen (3) over de voorste bevestigingen voor het linker zijpaneel. Wrik de afdekkingen los. Gebruik kunststof tochtstripgereedschap of een kleine schroevendraaier.

• Verwijder de schroeven (4).

• Verwijder de clip (5) aan de onderkant van het opbergvak in het paneel (geldt voor auto’s met drie rijen stoelen).

• Verwijder het paneel door de bovenkant ervan iets naar buiten te trekken, zodat de clips aan de binnenkant loskomen. Trek het paneel vervolgens recht omhoog.

• Verwijder de afvoerslang (1) van de accu.

• Verwijder het afdichtrubber (2). U hoeft het daarna niet meer te gebruiken.

• Trek de kleine, smalle rubberen strip van de nieuwe rubberen afdichting af.

• Steek de oude afvoerslang door de nieuwe rubberen afdichting heen. Zorg dat de slang vrij hangt en nergens knikken vertoont.

Bij gebruik van de functie voor mistachterlichten: Afbeelding A

• Druk het palletje in de borging van de grijze (GR) 12-polige connector met een kleine schroevendraaier omlaag. Trek de borging tegen de aanslag naar buiten.

Afbeelding B

• Sluit de blauwe (BL) kabel aan in positie 2 van de connector.

• Zet de borging weer in de vergrendelde stand.

• Isoleer de kabelschoen en klem de blauwe (BL) kabel vast, als u deze niet moet hoeft aan te sluiten.

Bij gebruik van de functie laadstroom: Afbeelding A

• Druk de blauwe borging van de zwarte, 12-polige connector met een kleine schroevendraaier naar buiten.

Afbeelding B

• Sluit de blauwe/gele (BL/Y) kabel aan in positie F van de 12-polige, zwarte (SB) connector.

• Zet de borging weer in de vergrendelde stand.

• Isoleer de kabelschoen van de resterende zwarte/gele (SB/Y) kabel en klem de kabel aan de kabelboom vast. Als u geen van de kabels hoeft aan te sluiten, moet u beide kabels isoleren en vastklemmen.

Bij gebruik van de functie achteruitrijlichten: Afbeelding A

• Druk de blauwe borging van de zwarte, 12-polige connector met een kleine schroevendraaier naar buiten.

Afbeelding B

• Sluit de zwarte/gele (SB/Y) kabel aan in positie H van de 12-polige, zwarte (SB) connector.

• Zet de borging weer in de vergrendelde stand.

• Isoleer de kabelschoen van de resterende blauw/gele (BL/Y) kabel en klem de kabel aan de kabelboom vast. Als u geen van de kabels hoeft aan te sluiten, moet u beide kabels isoleren en vastklemmen.

Afbeelding A

• Leid de kabelboom van de connector van de trekhaak door de opening in de vloer.

• Stel de stand van de rubber keerring (1) af, zodat er geen kabels onder de auto hangen.

• Bevestig de rubber keerring in de opening.

• Leg de kabelboom zoals afgebeeld. Haal de kabelboom door de opening achter in de linker laadvloersteun.

• Zet de kabelboom met een kabelstrop (2) uit de set aan de aanwezige kabelboom achter de accu vast.

Afbeelding B

• Sluit de voorgetrokken massakabel op het bestaande massapunt (3) achter de accu aan en draai de massaschroef stevig aan.

• Sluit de afvoerslang (4) weer op de accu aan.

• 
  

  NB! Als de kabelboom te veel wordt uitgerekt kan deze kapotschuren langs de onderkant van de bumper.

  
  

  Zorg dat de kabelboom in een flauwe bocht langs de onderkant van de bumper loopt (zie afbeelding).

• Verwijder de trekhaakregeleenheid (TRM) van de klittenband die op de vloer achter bij de linker achterwielkast zit.

• Sluit de connectoren van de trekhaakbedrading aan:

de groene (GN) en grijze (GR) connector op de regeleenheid.

de zwarte (SB) connector op de zekeringenhouder.

• Plaats de regeleenheid in positie terug.

• Zet het teveel aan kabellengte met een kabelstrop uit de set vast.

• Breng de zekeringen uit de set op de volgende posities in de zekeringenhouder (REM) aan:

20A in positie 20 (minizekering), als de functie laadstroom in punt is geselecteerd;

25A op positie 29;

25A op positie 30;

Plaats het volgende terug:

• het linkerzijpaneel met behulp van de schroeven en afdekking. Draai de schroeven in de lastogen aan. Draai aan tot 24 Nm (18 lbf ft);

• de afdekkingen voor de lastogen.

• het paneel op de D-stijl met connector;

• de connector voor de achterste plafondverlichting (indien van toepassing);

• het achterste plafondpaneel;

• het paneel op de C-stijl;

• de beschermkap en de beugel voor de accu;

• het zijvloerluik en het uitklapbare paneel;

• de opberglade en het vloerluik.

Geldt bij het aansluiten van de functie voor automatische uitschakeling van de mistachterlichten

• 
  

  NB! Deze functie vereist modelspecifieke software. Installeer de software aan de hand van de service-informatie in VIDA.

  
  

7-polige connector controleren:

1. Richtingaanwijzer links

2. Mistachterlichten/achteruitrijlichten/laadstroom

3. Massa

4. Richtingaanwijzer rechts

5. Achterlicht rechts

6. Remlichten

7. Achterlicht links