| | Voorbereidingen, bagageruimte |
| | A8800136 |
|
| | Voorbereidingen, bagageruimte Draai de contactsleutel in stand 0 Verwijder de contactsleutel uit het contactslot. (Geldt niet voor auto's met automatische versnellingsbak.)
NB!
Wacht minstens vijf minuten voordat u de connectors ontkoppelt of andere elektrische onderdelen verwijdert. |
Reinig de buitenkant van de bumper. Gebruik een milde zeepoplossing.
|
| | M8503480 |
|
| | |
| | M8503481 |
|
| | |
| | M8503482 |
|
| | Schuif de gehele vloerbekleding van de bagageruimte iets naar voren. Draai een beetje om de vloerbekleding te verwijderen door de opening van de achterklep Verwijder de vloerbekleding uit de bagageruimte.
|
| | M8902133 |
|
| | Druk het midden van de clips in tot u een klik hoort. Verwijder de clips Verwijder de kunststof moer Herhaal de handeling aan de andere zijde.
|
| | M8503264 |
|
| | Draai de pal (1) een kwartslag Klap de zijpanelen aan de linker- en rechterzijde van de bagageruimte naar binnen. Verwijder de zijpanelen Trek het drempelsierpaneel (2) van de achterklep aan de rechter- en linkerzijde naar voren tot de twee clips aan iedere zijde loslaten. Trek voorzichtig aan het paneel. Trek wat harder
als het stevig vastzit Verwijder de bedrading (3) voor de bagageruimteverlichting Trek het drempelpaneel recht omhoog totdat de vier clips aan de onderzijde loskomen. Verwijder het drempelsierpaneel.
|
| | M8901860 |
|
| | Verwijder: de twee moeren uit de voorste rand van de accuhouder en de schroef van de achterste rand van de accuhouder de accuhouder de afdekking de minkabel van de accu de accu, of verplaats de accu om er beter bij te kunnen.
|
| | |
| | M8600489 |
|
| | Achterbumper verwijderen Draai de schroef (1) bijna helemaal los uit de linker- en rechterzijde in de achterste rand van de wielkast Druk op de schroef met een schroevendraaier. Zo buigen de losse uiteinden aan de binnenkant van de bumperafdekking naar achteren Boor voorzichtig de popnagels (2) in de onderkant van de bumper aan beide zijden uit. Gebruik een boorkop met een diameter van 6 mm (1/4”). Beschadig de kunststof
onderdelen niet.
|
| | M8101448 |
|
| | Verwijder: de geperforeerde delen van het isolatiepaneel (1) en de moeren (2) voor de bumper in de achterste dwarsbalk de connector van de antenne (3) de rubber pakking (4) die de opening over de antenneconnector afdekt. Bewaar de pakking omdat deze gebruikt zal worden om de kabelboom voor de sensors door het aanwezige gat te voeren.
|
| | M8600582 |
|
| | |
| | M8600423 |
|
| | NB!
De afdekstrook dient ter bescherming van de lak. |
|
| | |
| | M8600663 |
|
| | Sensors bevestigen Draai los: de vier bevestigingen (1) in de bovenste rand van de bumperafdekking aan de linker- en rechterzijde de tien pallen (2) los van de bovenste rand van de bumperafdekking de acht pallen (3) in de bovenste rand van de bumperafdekking de zeven pallen (3) uit de onderste rand van de bumperafdekking.
|
| | M8601229 |
|
| | Boor de gaten door het midden van de markeringen (1) voor. Gebruik een boorkop met een diameter van 3 mm (1/8”). Boor vanuit de binnenkant van de bumperafdekking
Boor het gat uit. Gebruik een boorkop met een diameter van 8,5 mm (21/64”).
|
| | M8600666 |
|
| | |
| | M8600426 |
|
| | Reinig de binnenkant van de bumperafdekking. Gebruik een milde zeepoplossing Reinig rond de geboorde gaten. Gebruik een reinigingsdoekje O/N 9192678 uit de set. Laat drogen Breng activeringsmiddel (O/N 8637076) aan rondom de gaten Laat drogen.
NB!
Breng alleen activeringsmiddel op de binnenzijde van de bumper aan. |
|
| | M3603452 |
|
| | |
| | A3601751 |
|
| | |
| | A3601752 |
|
| | Verwijder de gele beschermlaag van één kant van de tape Bevestig de tape op de sensorhouder Voer de bovenstaande procedure uit op de overige drie sensorhouders.
|
| | D8600321 |
|
| | Verwijder het oranje afdekstrookje van de stukken gekleurde tape op de sensorhouders Bevestig de houders voor de sensors. De smalle zijde moet naar boven wijzen. Bevestig horizontaal op één lijn met de bumperafdekking, zoals afgebeeld.
NB!
De tape hecht onmiddellijk vast. |
Let op!
Onjuiste plaatsing van de sensors kan resulteren in gedeeltelijk of volledig functieverlies. |
|
| | M8601225 |
|
| | NB!
U hoort een klik als ze op elkaar worden aangesloten. Het geluid bevestigt dat de pal vergrendeld zit. |
|
| | M8601227 |
|
| | Plaats het schuimrubber en kunststof terug aan de binnenzijde van de bumperafdekking Trek de sensorkabel erdoor en zet deze op zijn plaats vast langs het kunststof Druk de sensorkabel in de uitstekende geleider (1) aan de linkerkant van de bumperafdekking.
|
| | D8601213 |
|
| | Plaats de bumper zodanig dat de sensors gespoten kunnen worden. Zorg dat het afdekstrookje het gebied rondom de sensorgaten afdekt.
NB!
Zorg dat het activeringsmiddel ten minste 10 minuten heeft gedroogd voordat de lak wordt aangebracht. |
Spuit de sensorhouders en sensors. Gebruik lak met dezelfde kleurcode als de auto. Gebruik een door Volvo aanbevolen lak. Breng maximaal twee lagen lak aan.
Let op!
Te veel laklagen kunnen geheel of gedeeltelijk functieverlies veroorzaken. |
|
| | M8601226 |
|
| | Til de bumper op zijn plaats Trek de kabelboom voor de sensors door het gat voor de linker geleider van de bumper en trek de kabel van binnenuit naar binnen Als de bevestigingen (1) zijn losgemaakt uit de achterste rand van de wielkast, plaats dan de bevestigingen terug. Druk de bevestigingen volledig in de groeven. Draai de schroef een paar
slagen naar binnen Plaats de bumper terug door deze naar voren te duwen. Zorg dat de vier schroeven die uitsteken vanuit de bumper zijn uitgelijnd met de gaten in de auto Voordat de bumper volledig is bevestigd, schuift u de bovenste rand (2) in de groeven. Schuif de bumper vervolgens volledig naar binnen.
|
| | |
| | M8600586 |
|
| | Bevestigen, achterbumper Draai de schroef (1) aan beide zijden aan Klink (2) de bumper aan de onderzijde aan beide zijden vast zoals afgebeeld Plaats de moeren voor de bumper terug. Draai aan tot 18 Nm (14 lbf.ft.) Bevestig de rubber pakkingen om de vier gaten voor de moeren af te dekken Sluit de connector van de antenne weer aan.
|
| | Parkeerhulpeenheid (PAM) bevestigen |
| | D3904974 |
|
| | Parkeerhulpeenheid (PAM) bevestigen |
| | D3904975 |
|
| | |
| | D8903603 |
|
| | Reinig het verticale paneeloppervlak onder de balk waar de regeleenheid moet worden geplaatst. Gebruik een mengsel van 30% ruitenwisservloeistof en 70% water Breng activeringsmiddel aan op het paneeloppervlak onder de balk Laat het activeringsmiddel ten minste 10 minuten volledig drogen.
|
| | D3904844 |
|
| | Verwijder het afdekstrookje van de tape op het klittenband voor de regeleenheid. Zet de regeleenheid vast op het met activeringsmiddel bedekte paneeloppervlak onder de balk Druk de tape hard aan op het klittenband zodat de lijm hecht.
|
| | |
| | M3904985 |
|
| | |
| | M3904986 |
|
| | |
| | D8502226 |
|
| | |
| | |
| | Afrondende werkzaamheden Plaats terug: de accu als deze werd verwijderd. Sluit de accu aan, “+”-aansluiting eerst en vervolgens de “-”-aansluiting het accudeksel en de houder het drempelsierpaneel voor de achterste dwarsligger. Sluit de bagageruimteverlichting aan het linker zijpaneel de vloerbekleding in de bagageruimte Programmeer de software. Zie de service-informatie in VIDA Controleer de werking van het parkeerhulpsysteem. Controleer of het parkeerhulpsysteem met de schakelaar in de middenconsole kan worden uitgeschakeld.
Let op!
Laat de auto 2 uur binnen staan na het uitvoeren van de werkzaamheden. De auto mag 48 uur niet gewassen worden. |
|